Ik houd meer van de droom dan van de illusie: in de droom weet men dat men zijn ogen heeft gesloten. In de illusie meent men dat men ze open houdt.
Comtesse Diane
Opeens zit ik overeind op bed, mijn ogen volledig geopend. Het lijkt wel alsof ik iets zoek, maar ik kan mij niet meer herinneren wat dat is. Mijn keel voelt droog en er zit koud zweet op mijn voorhoofd. Hoe veel moeite ik ook doe, ik kan mij er niet aan herinneren wat ik gedroomd heb. Toch raak ik het gevoel niet kwijt dat het iets belangrijks was. Na enige tijd op bed te hebben gezeten sta ik op. Een blik op mijn wekker vertelt mij dat het al kwart over tien is, sinds het zaterdag is zou ik eigenlijk willen uitslapen, maar ik kan niet aan slaap denken op dit moment. Eerst doe ik een aantal simpele rek- en strek oefeningen voordat ik naar de badkamer ga om te douchen. De wasmachine staat aan, blijkbaar ben ik niet de enige die wakker is. Na dat ik gedoucht heb poets ik grondig mijn tanden, ik heb altijd al veel waarde gehecht aan een goede lichaamshygiëne. Eigenlijk zou ik mij moeten scheren, maar heb mij laten zeggen dat stoppels mij goed staan dus laat ik ze eens staan. Omdat ik voor vandaag nog niets gepland heb kan ik mij alle tijd nemen om mij rustig aan te kleden, een spijkerbroek en een T-shirt worden mijn keus. Ik kijk op mijn mobiel of ik nieuwe sms’jes of mails heb, maar het enige dat ik vanochtend binnen gekregen heb is een email advertentie over viagra pillen, vraag mij af hoe die sites aan mijn adres komen. Ik plaats de mail in de map voor ongewenste berichten en zet mijn mobiel op stand-by. Als ik beneden kom begroet mijn hond Jakky mij hartelijk door tegen mij op te springen. “Goede morgen Jakky, blije hond wat je bent” zeg ik en aai hem over zijn rug. Op de keukentafel ligt een briefje van oma, er staat dat zij pas in de na middag thuis is en of ik boodschappen zou willen doen voor haar. Het is niet zoveel; eieren, melk en cornflakes. Voor ontbijt eet ik een kaas ham tosti en drink een glas sinaasappelsap. Behalve de geluiden die Jakky maakt door rond te lopen is het volledig stil in de keuken, ik leun mij naar achter op de keukenstoel en denk erover na hoe mijn leven er op dit moment uitziet. Sommige vragen of het lastig is om zonder ouders op te groeien. Mijn vader had mijn moeder verlaten toen zij nog zwanger was met mij en zelf is zij kort naar de bevalling overleden. Erna kon ik bij mijn oma terecht, eerst leefde opa ook nog, maar ik kan mij maar vaag aan hem herinneren. Sinds dat ik klein ben zijn oma en Jakky mijn hele familie, ik kan het mij niet anders voorstellen. Daarom weet ik niet hoe ik zulke vragen moet beantwoorden, of ik echt gelukkig ben weet ik niet. Vaak heb ik het gevoel dat er iets ontbreekt, was dat misschien waar ik over heb gedroomd? Het antwoord op de vraag wat er ontbreekt? Aargh, ik kan mij gewoon niet meer eraan herinneren! Ik probeer mij op andere gedachten te brengen en zie weer het briefje van oma liggen met de boodschappenlijst. Op de gang trek ik mijn schoenen aan en roep Jakky, hem laat ik maar gelijk uit als ik toch naar buiten ga. Het is buiten vijftien graden volgens het weerstation, dus ik heb geen jas nodig. Ik doe Jakky de riem om en kijk of ik niets vergeten ben. Als ik buiten de deur achter mij dicht trek, krijg ik het gevoel dat ik vandaag beter had kunnen uitslapen.
Buiten kan ik de zonnestralen op mijn huid voelen, warm en prettig en er waait een milde wind. Als ik diep inadem vullen mijn longen zich met de verse buitenlucht, pas nu voelt het alsof ik er eindelijk helemaal bij ben. Jakky duwt zich langs mij en gaat voor mij staan, ik aai hem over zijn hoofd. Vanaf mij moet ik naar rechts lopen om bij de supermarkt te komen en naar links om bij een parkje te komen waar Jakky zijn behoefte kan doen, zonder lang erover na te denken loop ik eerst richting het parkje. Omdat het niet zo ver is ben ik er al vlug, blijkbaar ben ik niet de enige die er is. Er zit een oude vrouw op een bankje haar hond achterna te kijken, ik voel mij nogal lui en ga naast haar zitten. “Goede morgen” zeg ik met een glimlach, maar de vrouw reageert niet. Ik blijf haar aankijken, maar er komt geen reactie van haar. Ik maak Jakky los, leun mij achterover en sluit mijn ogen voor een moment. Als ik mijn ogen weer open maak blijft mijn hart voor een moment staan. De oude vrouw staat recht voor mij, met haar gezicht net tien centimeter van het mijne vandaan. Ik duw mij zover mogelijk tegen het bankje aan om ruimte tussen ons te krijgen, maar veel scheelt het niet. “Hallo? Zou u zo vriendelijk willen zijn en wat afstand maken?” vraag ik en stoot een zucht uit. Ik knipper met mijn ogen en nu is zij zelfs nog dichterbij, uit reflex probeer ik haar van mij weg te duwen. Maar zij beweegt geen millimeter. Zij pakt mijn armen vast en knijpt erin, de druk wordt steeds steviger en ik roep “aaah!” Maar in plaats dat zij minder druk toevoegt knijpt zij als maar harder, de pijn wordt steeds erger en ik probeer haar met mijn benen weg te trappen. Weer lukt het mij niet om haar te bewegen, ik voel paniek in mij opkomen en krijg tranen in mijn ogen omdat ik niet weet wat ik moet doen. Ik zoek Jakky en roep hem, maar ik hoor mij niet roepen, net alsof ik geen stem heb. Jakky ligt verderop op het gras te slapen en krijgt niet mee wat er gebeurt. De oude vrouw heeft het punt bereikt dat mijn botten breken, ik voel hoe botten zich door mijn vlees snijden en hoe warm bloed op mijn benen loopt. De pijn is ondraaglijk, ik ben erbij het bewustzijn te verliezen. De oude vrouw doet haar mond open en zegt “jonge man, alles in orden met jou?” Ik voel de druk van haar hand op mijn arm en trek hem uit schrik heel snel weg en spring op. De oude vrouw kijkt mij aan alsof zij een spook heeft gezien. “Jij hebt slecht gedroomd.” zegt zij met een glimlach, “Alles in orden nu je weer wakker bent.” Ik kijk omlaag naar mijn armen, in verwachting uitstekende botten te zien. Maar de pijn die ik momenten geleden voelde is verdwenen, er zijn geen wonden en geen bloed, het leek zo echt! Ik blijf zonder iets te zeggen de oude vrouw met een open mond aanstaren, als zij dan uiteindelijk vraagt of het weer goed gaat, nemen mijn hersens hun functies weer over. “Ja, ik denk het wel.” Zeg ik zonder enige overtuigingskracht en ga weer zitten. “Dat moet een erge nachtmerrie zijn geweest, je bent spierwit” zegt zij. “Ja, ik uhm, het was, ja nogal heftig.” Antwoord ik en val in zwijgen. Ik heb nog nooit eerder dit soort droom gehad, ik kan beter stoppen met horror films kijken, “Zoiets blijft jou achtervolgen.” zei eens een vriend tegen mij, eindelijk snap ik wat hij ermee bedoelde. Als ik op mijn horloge kijk zie ik dat het al veertien uur is geweest, ik vraag mij af hoe lang ik op dat bankje geslapen heb. Ik roep Jakky bij mij, maak de lijn weer vast, zeg gedag tegen de oude vrouw en loop richting supermarkt.
JE LEEST
Illusie
HorrorHet lijkt een gewone dag te zijn, maar dit is niet het geval. Het lijkt wel een droom, wel eerder een nachtmerrie waaruit niet te ontwaken is...