3. Sub Rosa

2 1 0
                                    

Mijn hele lichaam deed zeer, alsof mijn oom er flink op los was gegaan terwijl ik bewusteloos was. Toch voelde ik geen stenen vloer onder mij, of de kou van de kerker om mij heen. Nee, ik lag op een zacht iets en ik hoorde dicht bij mij vuur knisperen. Over mij heen voelde ik een zachte deken, die ik dan ook om mijn lichaam heen wikkelde. Toen ik bewoog, voelde ik echter een scherpe pijn in mijn arm, gevolgd door een verschrikkelijke pijn in mijn hoofd.  
Kreunend opende ik mijn ogen. Meteen drukte ik mijn hand tegen mijn hoofd tegen de pijn, maar daar liet iets nats mij mijn hand weer wegtrekken. Ik keek ernaar. Bloed.  
“Oh,” hoorde ik iemand naast mij zeggen, “je bent wakker. Dat is goed om te zien.”  
Ik keek in de richting waar de stem vandaan kwam. “Dokter Kirchhoffs,” stotterde ik toen ik de man in de stoel herkende, “wat is er gebeurd?”  
Hij liep naar mij toe en hielp mij rechtop zitten. Vlug knipperde ik het zwart dat voor mijn ogen verscheen weg. Hoeveel bloed was ik in hemelsnaam verloren? “Nou, wat kan jij je nog herinneren?”  
“Ik weet dat ik boos werd op mijn oom en-” Even viel ik stil. Mijn God, Kaspar was daar nog, overgelaten aan de woede van mijn oom. “Hoe gaat het met Kaspar?” Hoewel ik ertegen vocht, hoorde ik mijn stem trillen. Ik wist dat het welvaker voorkwam dat iemand doodgemarteld werd, maar toch hoopte ik dat dat bij Kaspar niet zou gebeuren. 
“Hij hield zich sterk. Morgen gaan ze verder, maar ik denk niet dat hij nu al gaat bekennen.” 
“Heeft hij hard geschreeuwd?” Ik was bang voor het antwoord. Eigenlijk wist ik allang wat er gezegd zou worden, maar ik wilde het gewoon niet geloven. 
De dokter was even stil. Toen zuchtte hij. “Meteen. Ben maar blij dat je er niet bij was.”  
Ik voelde de tranen in mijn ogen prikken. Verdomme, waarom stierf en leed nou iedereen die ik liefhad? Waarom kon mijn oom niet gewoon sterven in plaats van al deze onschuldige mensen? “Hij is onschuldig, dat weet ik zeker! Waarom pakken ze hem nu op in plaats van een echte Bokkenrijder?” Hulpeloos keek ik de dokter aan. “Ik vervloek ze, die mensen! Eerst mijn vader, nu mijn beste vriend, wie nog meer? Als die verdomde bende er nooit was geweest, waren ze nu nog allemaal vrij geweest, dan had ik nu nog mijn vader gehad en was ik nooit beulsknecht geworden!” Terwijl ik praatte, voelde ik de tranen over mijn wangen rollen. 
“Johann,” zei de dokter zacht terwijl hij mijn tranen droogde, “ik begrijp je verdriet, maar de schuld leg je bij de verkeerden neer, dat weet je zelf heel goed.” 
Zuchtend keek ik naar de vloer. Hij had gelijk. Jaren terug was mijn vader erg ziek geweest. Wij beiden hadden gedacht dat hij zou sterven, maar Godzijdank had dokter Kirchhoffs hem gered. Inderdaad, ik was toen flink tekeergegaan uit woede voor de overheid, wiens schuld onze armoede, volgens mij, was. “Waar zijn we eigenlijk?” vroeg ik in de hoop zo het onderwerp te veranderen. Toch trilde mijn stem nog steeds. Om de tranen maar te stoppen balde ik mijn handen tot vuisten.
Ik kon toch niet steeds blijven huilen? Als hoe zwak moest de dokter mij wel niet zien? 
“Bij mij thuis. Het was al laat toen ik klaar was met die wond van jou, dus leek het me geen goed idee je nog terug naar Aken te sturen. Je weet maar nooit wie je onderweg tegenkomt.” Even keek de man naar mijn vuisten, maar daarna stond hij op en liep hij weg. Zou hij door hebben gehad hoeveel pijn en verdriet ik op dat moment voelde? “Wil je ook wat thee?”  
Verbaasd keek ik de man aan, ik had namelijk nog nooit thee gedronken. “Is dat lekker?” vroeg ik dus maar zachtjes. 
“Heb je nog nooit thee gehad?”  
Ik schudde mijn hoofd. “Mijn vader had daar geen geld voor en mijn oom vindt het maar iets voor vrouwen.” 
“Belachelijk! Wat heeft jouw oom voor zestiende-eeuwse denkwijze?” zei de dokter met een kleine glimlach. Hij bleef maar glimlachen totdat ikzelf begon te lachen. “Kijk, dat zie ik graag. Het is goed om af en toe de spot te drijven met mensen die je niet zo mag. Gisteravond nog heb ik goed gelachen om die prachtige pruiken van de schepenen. Heb je daar al eens op gelet? Mij doen ze namelijk enorm denken aan dode schapen.” 
“Stop,” riep ik uit, “al dit gelach bezorgt me alleen maar een grotere hoofdpijn!”  
“Een hoofdpijn door de slappe lach is beter dan hoofdpijn door een val.”   
“Ach, als de dokter het zegt zal het wel kloppen.” Het verbaasde me hoe snel alles was gegaan. Op het begin van deze dag had ik nog zo ongemakkelijk met hem gesproken, nu zat ik op in zijn woonkamer de schepenbank te bespotten. Als ik ditzelfde gesprek met mijn oom zou proberen te voeren, zou hij me meteen weer bewusteloos slaan.  
“Precies.” Hij knipoogde naar me en draaide zich toen weer om om naar de keuken te lopen. “Thee is trouwens ook goed voor de gezondheid.” En met die woorden liep hij weg. 
Terwijl de dokter water haalde, nam ik de tijd om eens rond te kijken. Hij pronkte niet zo met zijn rijkdom als mijn oom deed, maar leefde ook zeker niet zo sober als mijn vader. Nee, er hingen een hele hoop kruisjes aan de muur en hier en daar stond een klein Mariabeeldje. Boven de open haard hing een schilderij waarop Jezus aan het kruis te zien was, daarvoor had de dokter een tweetal zilveren kandelaren geplaatst. Even glimlachte ik. De woonkamer zou bijna als kerk gebruikt kunnen  worden. “Nou zeg mij eens, dokter,” zei ik lachend toen hij terug kwam, “wat voor een zondes begaat u, dat u zo veel kruizen en beelden nodig heeft?”  
Lachend overhandigde hij mij een kop thee. “In deze tijden kun je niet voorzichtig genoeg zijn. Wellicht zijn al die kruizen en beelden wel de reden dat de Bokkenrijders nog niet bij mij binnen zijn geweest.”  
“Nou, als dit ze niet buitenhoudt, dan weet ik het ook niet meer.” Voorzichtig nam ik een slokje thee. “Hm, dat smaakt best lekker.” Vreemd dat mijn oom dit als iets voor vrouwen zag, zou niet iedereen hiervan moeten kunnen genieten? “Misschien moet ik wat vaker gewond raken, dan kan ik hier tenminste theedrinken.” 
Daarom kon de dokter wel lachen. “Wat een fantastisch idee. Kom je morgenavond weer?”  
En zo ging het nog een paar uur door. Zelden in het afgelopen jaar had ik mij zo gelukkig gevoeld als op die avond en zelden in het jaar na die avond zou ik mij weer zo gelukkig voelen. 

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Dec 03, 2018 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

DuivelskindWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu