Maar, ik hou van je ik kan je nu niet kwijtraken. Jawel dat kan je wel je moet nu sterk zijn, zorg dat je iemand vind die net zoveel van je houdt als ik van je hou. Dat kan niet dat bestaat niet jij bent de ware er kunnen nooit twee mensen bestaan op deze aardbol die de ware zijn dat kan niet. Alsjeblieft doe het voor mij zorg dat je iemand vindt. Dan geeft mila me nog een kus en loopt weg. Waarom kan haar vader me nou niet gewoon accepteren. Waarom kan hij niet gewoon blij zijn dat Mila en ik gelukkig zijn met elkaar.
Een half jaar geleden was de mooiste dag uit mijn leven. Ik rende het station over opzoek naar mijn trein die over een minuut zou vertrekken. Het was ijskoud buiten, maar ik was warm gebleven Door het rennen. Eindelijk zie ik de trein die ik moet hebben. Nog maar 100 meter en dan ben ik er. 90, 60, 40. Weg trein net te laat. Ik scheld in mijn hoofd de machinist uit voor alles wat je maar kan bedenken. Had hij niet nog even kunnen wachten hij zag toch dat ik eraan kwam rennen. Boos loop ik naar een bankje. Nu fijn een half uur wachten op de volgende trein. Ik was al laat waarom zit alles mij altijd tegen. Ik begin het na tien minuten toch wel koud te krijgen en besluit naar een Starbucks te lopenden een lekker warme latte te bestellen. Als ik hem heb gekregen zoek ik een plekje bij het raam. Ik doe mijn sjaal af en drink rustig mijn koffie op. Dan zie ik dat mijn trein over tien minuten vertrekt, dus ik besluit richting het juiste perron te lopen. Als ik op het juiste perron aankom zie ik de trein ook aankomen dus ik kan gelijk gaan zitten. Er is niet heel veel plek, maar ik zie nog een vrije stoel naast een wat oudere man die een krant zit te lezen. Als ik ga zitten zegt hij kort gedag maar gaat snel weer verder in zijn krant. Op de voorpagina staat iets over de politiek. Ik probeer te kijken waar het ongeveer over gaat maar de man heeft wat trillerige handen dus het gaat erg moeilijk. Drie stations later stapt de man uit en ik schuif een plekje op zodat ik bij het raam zit. Er komt een meisje naast mij zitten. Ze heeft mooi lang rood haar met een golfje erin en diep blauwe ogen waar je zo in kan verdrinken. Ze kijkt me aan en vraagt wat er is. Niks zeg ik. Je zit al vijf minuten onafgebroken naar me te kijken, dus wat vind je zo mooi aan me dat je er naar blijft kijken. Ik begin te blozen euhm ik vind je combinatie van rood haar en blauwe ogen heel mooi stotter ik. Ze begint te lachen dankjewel, de meeste vinden mijn rode haar lelijk. Nou ik dus niet lach ik. Er volgt een stilte waarin we elkaar aan blijven kijken, maar het is niet ongemakkelijk. Het voelt veilig en gewoon. Dan zie ik dat ik bij het juiste station ben. Ik moet er hier uit zeg ik tegen het meisje. Oh ik ook waar moet je heen? Ik moet naar mijn werk, gewoon saai in een kantoor en jij. Ik ook ik heb vandaag mijn eerste werkdag ook gewoon saai in een kantoor. We schieten allebei in de lach. Welk kantoor moet jij heen vraag ik. Ik werk bij Fipus ken je dat? Vraagt ze een beetje twijfelend. Ik doe alsof ik na moet denken en zie dat haar blik van vrolijk naar neutraal gaat. Natuurlijk ken ik dat daar werk ik zelf ook. We lopen samen naar het kantoorgebouw en praten over van alles en nog wat. Hoe dichter bij we komen hoe meer gespannen ze wordt. En dan bedenk ik me dat ik nog niet eens weet hoe ze heet dus ik besluit het te vragen, maar op het moment dat ik de vraag wil stellen zegt zij al ik heet Mila trouwens en ik schiet in de lag. Ze kijkt me vragend aan. Sorry ik wilde net aan je vragen hoe je heet en toen zei je het zelf al. Oh dat had ik niet door. En dan schieten we allebei in de lach. Ik schrik op uit mijn gedachte doordat mijn zusje tegen me opspringt. Kennelijk ben ik in mijn gedachte richting mijn huis gelopen. Hey Nik. Huh, wat reageer ik verward. Je was in jezelf aan het lachen terwijl je ogen eruit zien alsof je hebt gehuild. En dan begin ik te huilen. Mila heeft het uitgemaakt, omdat haar vader mij niet accepteerde zeg ik tussen mijn snikken door. Mijn zusje geeft me een stevige knuffel en ik stop met huilen. Sorry dat wist ik niet jullie waren zo gelukkig samen. Ja dat waren we ook, maar ik heb vandaag haar vader ontmoet en die heeft me gelijk zijn huis uitgeschopt toen hij erachter kwam dat Mila en ik een relatie hadden. Ze moest van hem zelfs haar baan opzeggen zodat ze mij niet meer zou tegen komen. Dan komt er een zoete geur mijn neus binnen dringen. Is mama appelflappen aan t maken? vraag ik aan mijn zusje. Ja ze wilde het als verrassing doen voor als je thuis kwam, maar nu is het geen verassing meer zegt mijn zusje sip. Maakt niet uit ik kan wel heel verrast doen is het dan weer oké? Ja is goed, maar wel goed doen hè? Ja natuurlijk gekkie wat denk jij dan. We gaan naar binnen om de appelflappen op te eten en even vergeet ik mijn problemen. Totdat ik word gebeld door een onbekend nummer. Een diepe mannenstem die me vaag bekend voor komt begint te spreken.
"Ik weet dat je niet zou verwachten dat ik jou zou bellen ik ben er zelf ook verbaasd over, maar is Mila bij jou ze is niet thuis gekomen nadat ik jou heb weggestuurd". Als de vader van Mila is uitgepraat ben ik even stil. Mila is weggelopen, waar is Mila, is mila oké. Dat is alles wat er in tien seconden door mijn hoofd heen gaat. "Hallo ben je er nog?" Hoor ik dan in mijn oor geroepen ja sorry ik ben best wel geschrokken. Ze is niet hier sorry, maar ik kan wel helpen zoeken. "Laten we dat maar niet doen ik heb je niet voor niks weggestuurd." ja dat weet ik, maar misschien dat als ze weet dat ik haar zoek ze wel komt. "Ik geef dit niet graag toe, maar misschien heb je gelijk. Ik sta het toe, maar geen vieze dingen doen." Ja meneer geef ik als antwoord niet wetende of dit nou goed is of niet. Ik trek mijn jas en schoenen aan en ga naar buiten. Na een half uur zoeken heb ik haar nog steeds niet gevonden en het begint al donker te worden. Dan loop ik richting het park en ga zitten op het bankje waar we altijd samen zaten en begin te huilen. Ik denk weer aan al onze mooie momenten samen. Het was dan misschien een korte periode, maar het heeft mijn leven veranderd. Sinds ik Mila ken ziet de wereld er zoveel mooier uit. Ik kijk op door een plof achter me. Ik kijk achterom en zie Mila staan. Ik ren naar haar toe en geef haar een hele stevige knuffel. "Loop nooit meer weg, ik maakte me zoveel zorgen" zeg ik. Ik kijk haar aan en zie dat haar hele gezicht nat is van haar tranen. Voorzichtig haal ik een paar haren weg die aan haar gezicht zaten geplakt. We blijven elkaar nog een paar seconden onafgebroken aankijken, dan buigt ze zich langzaam naar voren. Er gaat van alles Door mijn hoofd. Ik had haar vader beloofd niks te doen, maar het voelt zo veilig bij haar. Dan kan ik mijn gevoelens niet meer bedwingen en kus haar. Het is een kus vol verdiet, angst en pijn. We worden verstoord in ons moment door een hoestbui, maar wel een heel erg nep klinkende. Ik kijk Mila aan en zie de angst in haar ogen, dan kijk ik opzij en kijk recht in de ogen van een man die mij vanmiddag nog heeft weggestuurd. "Sorry" weet ik er nog net uit te brengen.
Ik kijk hem aan en zie een blik van medelijden in zijn ogen, helaas verdwijnt die blik ook weer snel en gaat hij terug naar de vervelende man die hij was. Kom zegt hij heel rustig en dwingend tegen Mila. Ik kijk haar aan en zie de tranen in haar ogen.Dan pakt ze Mijn hand vast en knijpt er zacht in. "Ik ga niet met je mee naar huis pap, jij kan niet voor me bepalen van wie ik houd." Ik kijk naar de vader van Mila, hij lijkt niet erg blij te zijn met de tegenspraak van zijn dochter. Ik ben eigenlijk wel een klein beetje bang van hem, maar dat laat ik niet merken ik moet er nu zijn voor Mila. Ik kijk haar aan en ze geeft me een knipoog. Ze buigt zich naar me toe en drukt haar lippen op de mijne. Haar tong vraagt om toestemming en die geef ik maar al te graag. Na een tijdje maakt Mila zich los uit onze kus en kijkt haar vader aan. Die is inmiddels bijna net zo rood als een tomaat geworden, maar wel met wat schimmel plekjes want zijn knokkels zijn wit geworden van het ballen van zijn vuisten. Dan loopt hij weg. Ik kijk Mila aan. "Ik hou van je" is het enige wat ik kan uitbrengen. "Ik ook van jou" geeft Mila als antwoord. Ze geeft me een snelle kus en dan gaan we op het bankje zitten.
Luister ik weet dat ik je pijn heb gedaan door je in de steek te laten en ik had er ook bijna gelijk spijt van toen ik je weg zag gaan, maar ik wist het even niet meer ik was in de war. Het is oké je hebt het al goed gemaakt door dat van net. Ik kijk haar aan en verdwaal in haar ogen, waarom is dit meisje zo lief en leuk en knap. Ze betekent de wereld voor mij en ik hoop dat ik ook veel voor haar beteken. Ik schrik op uit mijn gedachten doordat Mila haar lippen op die van mij drukt. Onze kus gaat al snel over in een gepassioneerde zoen, langzaam beweeg ik mijn hand naar onder haar shirt. Mila maakt zich los uit de zoen. "Nu nog niet, niet hier buiten." Ik haal Mn handen weer onder haar shirt vandaan. Ik kijk haar aan, "is er iets?" vraagt ze dan. Nee hoor ik zat er gewoon over na te denken dat ik super blij ben dat jij mijn vriendinnetje bent. Ik ben ook heel blij dat jij mijn vriendin bent, Antwoordt ze. En dat mijn vader ons niet accepteert omdat we toevallig allebei meisjes zijn dat is zijn probleem ik hou van je en dat zal zo blijven. "Ik hou van je."