Hoofdstuk 1

8 0 0
                                    

Toen ik naar rechts keek, werd ik bijna verblind door de felle koplampen van de naderende trein. Het was december en ijzig koud. Ik stond te trillen op mijn benen omdat ik al zolang op het perron stond te wachten. Ik zat zo diep in mijn sjaal bedolven, dat ik de condens van mijn adem erop voelde komen. Ondertussen stond ik ongeveer al tien minuten aan het perron te wachten, en was ik blij dat de trein eindelijk toekwam.

Toen de treindeuren opengingen, voelde ik de warme lucht van de verwarming naar ons toe komen. Eerst liet ik de andere mensen opstappen, omdat ik het haatte om me tussen de stroom te mengen. Mijn claustrofobie kwam op zo'n momenten erg naar boven, waardoor ik liever de massa vermeed. Volgens mij is de ergste nachtmerrie van iemand met claustrofobie namelijk om vertrappeld te worden tussen een hele groep mensen, zonder dat er iemand zijn hulp komt aanbieden. Daarom maakte ik elke ochtend de doordachte beslissing om te wachten als laatste om op te stappen.

En daar zag ik hem weer. Op de bovenverdieping aan een tafeltje van vier. Ik zag zijn mooi licht krullend bruin haar, zijn rugzak naast hem op de stoel en zijn skateboard nonchalant ernaast gelegd. Hij zat helemaal alleen en leunde op het tafeltje voor hem. Hij was aan het slapen met zijn armen onder zijn hoofd. Al vier jaar lang zag ik hem bijna dagelijks, en elke keer wanneer ik hem zag, gaf het me een raadselachtig gevoel in mijn buik.

Wanneer ik naderde, besloot ik om op de zeteltjes schuin tegenover hem te zitten. Zo kon ik hem onopvallend wat aankijken wanneer hij sliep. Gedurende de vier jaar dat ik hem zag op de trein, hadden we elkaar nog nooit echt aangesproken. Het enige wat ik wist van hem was dat hij naar mijn school gaat en dat hij hetzelfde treintraject heeft als mij. De jongen leek zo mysterieus, maar langs de andere kant voelde hij ook zo vertrouwd aan. 

Op het moment dat de trein de stad van onze eindbestemming binnenreed, zag ik hoe hij moest vechten tegen zijn slaap om wakker te worden. Hij trok zijn armen uit, deed zijn jas aan, en keek nog heel even naar buiten. Wanneer hij recht sprong om uit de trein te stappen, kruisten onze blikken heel eventjes. Een onbekende, liefdevolle glimlach verscheen op zijn gezicht, waardoor ik volledig verstijfd bleef staan. Voor ik het kon beseffen, was hij alweer weg.

Op dat moment realiseerde ik me dat ik weer een dag moest wachten voor ik hem terug zou zien... 

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jan 16, 2019 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

If only he knewWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu