Kay werd de volgende morgen wakker door een haan, hij waste zich snel en ging toen opzoek naar de meester. na een paar minuutjes rond zijn gelopen zag Kay de meester op de drempel van het huis naar hem wenken. Kay liep naar het huis toe maar de meester was al naar binnen gegaan. Toen Kay eenmaal binnen was zag hij vele kamers naast elkaar en nog een tweede verdieping. De meester liep naar een van de kamers en Kay volgde, tot zijn verbazing waren ze in een wapen kamer. Kay vroeg toen:'' als we al die elementale krachten hebben hoeven we deze wapens niet meer te gebruiken.'' de meester van wind keek Kay aan en zij toen:'' nee maar je elementale krachten putten je er uit, en je beheerst ze nog niet. Ik heb een ontbijt gemaakt het staat in de keuken.'' en nog voor Kay kon vragen waar die is zei de meester:'' De kamer hier naast.'' Kay liep naar de kamer en zag het ontbijt, een broodje met worst. De meester was ook gekomen en Kay vroeg hem:" is dit alles, normaal had ik er drie en dan met jam of honing." De meester zuchtte en zij:" Nu dat je hier bent krijg je wat we hebben, en dit is meer voedzaam." Kay at het brood zonder morren en liep achter de meester de wapen kamer weer in. Daar pakte de meester een zwaard met een vlam er in gekrast, het zag er oud uit en had een gekke glans, alsof het van vuur was gemaakt. Kay pakte het zwaard op en de meester een gewone staf met een diamant er in. De meester keek Kay onderzoekend aan en zij toen opeens :''val mij aan.'' Kay deed het ook al aarzelde hij eerst maar toen begon hij, eerst langzaam bang om de meester pijn te doen en later slag na slag steeds harder soms zou de meester hem een tik geven en zeggen :''laat je verdediging niet omlaag gaan.'' of bemoedigende kreten zoals :''goed zo.'' en :''wees niet bang om mij pijn te doen.'' en zo waren ze meer dan een uur aan het sparren tot meester Ignatius het goed vond een het zwaard uit Kay's hand sloeg. Kay ging vermoeid zitten, hij had altijd gedacht dat sparren makkelijk was. Hij stond op en liep naar buiten en zag een oude pomp staan, hij liep er naar toen en pompte een lading water over zijn hoofd spoelen. Toen hij weer opstond zag hij de meester naar hem toe komen. Kay begroete de meester en de meester zij :''noem mij maar Ignatius, trouwens je deed het best goed maar met oefening word je nog sterker en handiger met jouw zwaard.
