Mackenzie Wallach is samen met 48 andere personen,gecrasht op een onbekend eiland. Als alle overlevenden bij elkaar komen,ontmoet ze Harry Styles. Een opvallend vriendelijke jongen,wie er ook nog is goed uitziet. Ze raken bevriend,maar na een tijdje ondekt MacKenzie dat ze Harry helemaal niet kent,en door alles wat er op het eiland gebeurt,is dat ook moeilijk om erachter te komen.
Snel schiet ik wakker,mijn ogen zijn wazig waardoor ik niet veel kan zien.Ik voel even met mijn handen over de grond,het voelt zacht aan en? Een soort van modder ofzo? Ondertussen wrijf ik in mijn ogen,zodat ik kan waarnemen waar ik ben.Even probeer ik optestaan,maar door de duizeligheid valt mijn zicht even weg en val ik zowat om,wat gebeurd er? Als het me dan toch gelukt is om te staan,kijk ik om me heen.Ik sta omringt door hoge bomen en riet,waar een beetje zonlicht doorheen straalt. Mijn voeten zitten vastgeplakt in de modder waar ik probeer uit te komen.Ik zucht even,en grijp naar mijn hoofd als de duizeligheid erger word. Langzaam merk ik dat mijn oren dichtgeklapt zijn,dus rommel ik even wat aan mijn oor,maar het gehoor word niet beter dan dat wat het was.. Fijn. Eindelijk schiet mijn voet uit mijn schoen,maar daardoor glij ik uit over de modder en val ik met een klap op de grond.
"Godverdomme" vloek ik zacht. Ik hoor nu wel beter door mijn linkeroor,nadat ik op ben gestaan uit de modder,blijf ik eventjes staan. In de verte hoor ik veel lawaai,maar ook mensen. Ik frons even,maar dan komt mijn herinnering weer naar boven,het vliegtuig. We zijn gecrasht! Ik raak in paniek,dus besluit ik om naar het geluid toe te gaan. Ik ren zo hard mogelijk door de hoge palmbomen heen en struikel zowat een paar keer over wat takken. Mijn been verkrampte en ik kreunde even van de pijn,maar ik stop niet. Sneller rende ik verder maar de plek waarvan ik dacht dat het geluid kwam,het geluid dat ook steeds harder werd. Het werd lichter en ik wist dat ik bijna er was. De bomen verminderde en de grond veranderde in zand.
En opeens stond ik daar dan,op het strand,met ongeveer 100 meter naast me het vliegtuig,in puin. Grote vlammen kwamen van het vliegtuig af en overal waren mensen aan het rennen en schreeuwen,kleine stappen nam ik naar het vliegtuig,ik kon mijn ogen niet geloven,we waren echt gecrasht, en ik had het overleefd.. Mijn oren vulden zich met geschreeuw van mensen,baby's en gehuil. Het was een chaos,iedereen probeerde de gewonden te helpen die bewusteloos en zelfs al dood rond het vliegtuig lagen. Als ik dichterbij het vliegtuig kwam zag ik de schade die de crash had veroorzaakt,overal lagen koffers en doden,niet alleen in het vliegtuig,maar ook daarbuiten. Ik trilde,zo erg als ik nooit had meegemaakt,tranen stonden in mijn ogen van pijn en ongeloof. Een paar meter voor me lag een zwangere vrouw,in pijn. Ik rende zo snel mogelijk op haar af om te helpen.
De vrouw kreunde van pijn en ze hijgde hevig, "Help me alstubli-ieft," schreeuwde ze hard boven het geluid van de motor van het vliegtuig. "Volgens mij ben ik aan het bevallen!" Ze snikte een paar keer door haar woorden heen als ik even met grote ogen haar aankeek,dit was het ergste en engste wat me ooit overkomen was. "Maak je geen zorgen! Ik ga voor help zoeken oké!" riep ik met een trillerige stem, "maar eerst moet je weg bij dit vliegtuig!" De rond de 30 jarige vrouw knikte hevig naar me,waarna ik haar met moeite optilde. Met nog steeds pijn in mijn been liep ik zo snel mogelijk weg vanaf het wrak. Rustig legde ik de vrouw weer neer op het warme zand,als we ver genoeg van het vliegtuig af waren.
"Ik ga even iemand voor hulp zoeken,oké?" Zei ik nog steeds schreeuwend door het ongelovige harde lawaai, "blijf alsjeblieft gewoon rustig zitten,ik ben zo terug!" Ik hurkte even bij haar neer en zei nu wat zachter tegen haar "Het komt goed" een moeilijke glimlach verscheen er op mijn gezicht,waarna ze terug glimlachte en knikte. Je zag de paniek in haar ogen staan,dus besloot ik maar om zo snel mogelijk hulp te zoeken van iemand die dat wist.
Ik rende over het strand heen door de vele mensen die nog steeds rommelig door elkaar heen rende zodat ze zoveel mogelijk levens konden redden. Ongerust keek ik om me heen en schreeuwde een paar keer voor help,maar iedereen was bezig met andere helpen. Ik raakte in paniek,ik moest snel zijn! Totdat ik opeens tegen iemand aan botste,ik probeerde mijn evenwicht te bewaren en kneep even mijn ogen dicht van de klap die ik met de persoon kreeg.
"Sorry! Oh god,gaat het?" Een arm pakte me beet en zette me even stil neer,zodat ik niet om zou vallen. Ik knipperde even met mijn ogen en opende ze daarna langzaam. Ik keek in de groene ogen van een jongen rond de twintig en keek hem even met grote ogen aan,zijn donkerbruine krullen zaten door de war en zijn shirt was gescheurd waaronder een grote schaafwond zat met bloed.
"K-kan je me alsjeblieft helpen" stamelde ik, "een vrouw is aan het bevallen en ik weet niet wat ik moet doen en-" ratelde ik achterelkaar aan totdat hij me onderbrak "ik weet denk ik wel wat ik moet doen, me vader is chirurg geweest dus" de jongen keek me strak aan. Ik knikte snel en rende terug naar de vrouw. Ik kwam met een scheve glimlach teruggerend samen met de jongen achter me. We hurkten naast de vrouw neer waarna de jongen rustig tegen de vrouw zei. "Ik moet eerst even kijken of uw echt al in de bevalling bent" hij keek de vrouw aan voor goedkeuring en ze knikte hoopvol "ja"
"Ik ben zo weer terug oke?" Zei ik tegen de twee mensen. Ik liep eventjes naar de zee,waar het geluid wat minder was,mijn trillende hand legde ik op mijn voorhoofd,en zacht ging ik eventjes zitten op het zand,met bonkende hoofdpijn keek ik hoe mij voeten werden omringd door water elke keer als er een golf landde. Ik keek uit over de zee,waar de zon al onderging. Maar plots merkte ik iets op in het water,eerst dacht ik een stuk hout,maar later wist ik beter. Snel vluchtte ik het water in naar het wat in het water lag. Ik draaide het om,en keek in de gesloten ogen van een jonge vrouw met halflang bruin haar. Mijn ogen werden groot en zo snel mogelijk hief ik haar op om haar uit het water te halen. Daar bij het strand aangekomen legde ik haar neer en hield even haar hoofd tussen mijn handen. Ik legde mijn oor bij haar mond om haar ademhaling te horen,maar die was er niet. Gefrusteerd bedacht ik me wat ik moest doen. Omdat ik ehbo-training een paar keer gedaan had,deed ik het beste wat ik kon. Een paar keer gaf ik mond-op-mond beademing en reanimeerde haar. Maar na 10 minuten was er geen hoop meer.. Ik zakte neer op de grond en keek met verdriet naar de wit bekleedde vrouw,ik perste mijn lippen op elkaar en liet een paar tranen vallen als ik terug naar de zee keek waar de zo'n al bijna weg was.
"Gaat het?" De lage stem van de jongen met de krullen hoorde ik achter me. "Ze is d-dood" kwam uit mijn mond als ik met vermoeide ogen naar de vrouw keek. Ik hoorde de jongen naast me komen zitten,en even gleed zijn hand over me schouder,gevolgd door een klein kneepje als medeleven. "Je hebt gedaan wat je kon,het is al een wonder dat jij en ik,en de rest van de overlevenden,deze crash overleeft hebben. Niet iedereen kon gered worden" heel langzaam knikte ik,nog steeds in shock. Ik keek even terug naar de zwangere vrouw wie ik vredig in slaap zag liggen op het bovenste deel van het strand. De jongen zou het gezien hebben want daarna zei hij "Ze was niet in bevalling,het waren gewoon verschijnselen van de crash,omdat de luchtdruk wegviel,heeft de baby daar last van gehad. Maar alles is goed,ze heeft gewoon wat rust nodig" hij glimlachte even. Ik keek hem aan met mijn groene ogen,die lang niet zo mooi waren als zijne. "Mijn naam is trouwens Harry" vervolgde hij.
Waarop ik terug zei met mijn schorre stem "Mackenzie, Mackenzie Wallach"