We doen met zijn alle een raceje als we achter ons een kogel schot horen
RENNEN roep ik als de leider van de groepNa een tijdje rennen door het bos lijkt het ons weer veilig dan word ik zachtjes geroepen van achter amirah, amirah ik zie dat mijn mede wolf aida is gestruikeld en een diepe vleeswond heeft
De andere wolven verzorgen aids als ik hun zeg dat ik naar huis moet voor de nacht
Ik begin in mijn dagboek te schrijven.