Als ik mijn ogen open doe kijk ik recht in de ogen van mijn moeder. Gelukkig, het was maar een droom. "Hooi Celina, fijn dat je weer bij bent. Hoe voel je je?", vraagt mijn moeder. "Hey mam, het gaat goed hoor, hoezo? Wat bedoel je met dat ik weer bij ben?", vraag ik, "Ik lag toch gewoon te slapen?" "Nou lieverd", zegt mijn moeder, "We kregen vanochtend een melding van het hoofdkwartier dat ze een mededeling voor ons hadden, na die mededeling ben je flauwgevallen. Je bent drie uur buiten westen geweest." "Een mededeling? Daar weet ik helemaal niks meer van, wat is er gezegd dan?", vraag ik. "Er is verteld dat er over vijftig jaar geen leven meer mogelijk is in de SpaceStation2000, omdat het eten en drinken langzaam opraakt. De laatste paar jaren zijn we al aan het minderen, maar om nog meer tijd te rekken gaan we dat nog meer doen.", zegt mijn moeder. "Ook gaan ze een loting houden, voor jongeren tussen de zestien en vierentwintig jaar. Daaruit worden honderdvijftig jongeren gekozen, zij worden de ruimte ingestuurd om samen opzoek te gaan naar een nieuwe planeet zoals de aarde.", zegt mijn moeder zonder mij aan te kijken. Ik denk diep na, dan was toch niet alles een droom. Het vuur, de gangen in het ruimteschip en Samuel waren wel een droom, maar wat Samuel zei niet. Daarom kwam dat, in mijn droom, mij zo bekend voor, ik had in mijn droom al zo'n vermoedde dat ik het eerder had gehoord, van die mededeling natuurlijk. Langzaam komen de beelden van vanmorgen weer naar boven, dat we de koepel binnenkwamen, dat Stevenson het balkon op kwam en begon te vertellen en hoe iedereen zo geschrokken was en begon te schreeuwen. Ik kijk mijn moeder aan, ze ziet er bang uit. Mijn moeder heeft het er ook moeilijk mee zie ik. "Mam", zeg ik, "het komt vast goed, de kans is heel klein dat ik gekozen word. Morgen, na de loting, zitten we gewoon thuis, met zijn allen te genieten van het heerlijke avondeten dat jij hebt gemaakt." Ik zeg het met een glimlach, ik moet laten zien dat ik niet bang ben en dat ik sterk blijf, voor mezelf en mijn familie. Eigenlijk ben ik doodsbang, doodsbang voor wat er morgen misschien gaat gebeuren, maar als ik dat laat merken, juist nu mijn moeder zo kwetsbaar is, maak ik alles alleen maar erger. Mijn moeder kijkt me aan, ik zie dat ze tranen in haar ogen heeft staan, maar ze probeert zich sterk te houden. Ze probeert precies hetzelfde als wat ik doe, niet laten merken dat ze bang is, maar daar is ze minder goed in als ik. Mijn moeder is veel emotioneler op dat gebied, ze kan haar emoties ook niet goed verbergen, wat ik wel kan. Ik word juist veel sneller emotioneel als een boek mij raakt, of als er iets moois gebeurt. Dat is meestal iets kleins waar ik gelukkig van word, zoals een vallende ster of een mooie bloem die groeit in de Space Garden. Mijn moeder pakt mijn hand vast en zegt: "Je bent een sterke meid. Wat er morgen ook gebeurt, ik hou van je." Ze geeft me een kus op mijn voorhoofd en loopt naar de deur. "Vergeet dat nooit, lieverd.", zegt mijn moeder. Ze opent de deur en loopt mijn kamer uit.
Als mijn moeder de deur achter haar dicht doet rolt er een traan over mijn wang, er is nog iets waar ik snel emotioneel van word. Als mijn moeder iets tegen mij zegt wat recht uit haar hart komt dan raakt mij dat enorm. Dat is altijd zo oprecht en zo puur, dat ik dat niet zonder emoties aan me voorbij kan laten gaan. Onder mijn kussen ligt een schriftje, daar schrijf ik altijd dat soort momenten in. Momenten dat mijn moeder iets tegen me zegt wat mij raakt. Als ik verdrietig ben lees ik daar altijd in, het wordt er dan niet meteen beter van, maar als ik dan een tijdje goed gehuild heb, maken die woorden mij sterker. Ik voel dan zo veel kracht binnen in mij stromen dat ik weet dat alles goed komt, omdat ik weet dat mijn moeder altijd achter me staat.
Ik sluit mijn ogen en ik denk terug aan leuke dingen die ik heb meegemaakt, dan zijn mijn gedachten even ergens anders en dan hoef ik niet aan morgen te denken, want dat maakt me toch alleen maar bang en verdrietig. Ik denk terug aan de laatste keer dat we vakantie hadden, mijn ouders hadden vrij genomen van hun werk, we gingen toen Spacediven. Je zit dan aan een lijn van ruim 50 meter vast en dan kan je gewoon door de ruimte heen vliegen. Dat heb ik wel eens vaker gedaan, maar die keer het was extra bijzonder, er waren die dag namelijk allemaal vallende sterren, dat was zo'n mooi gezicht! Echt betoverend gewoon. Ik hou wel van dat soort kleine geluksmomentjes, het maakt me ook emotioneel, omdat het gewoon zo mooi is. Ook moet ik denken aan de geboorte van mijn broertje Tobias, ik was zeven jaar toen dat gebeurde. Ik was zo ongelofelijk blij toen ik te horen kreeg dat ik een broertje of zusje zou krijgen, nog blijer was ik toen ik de naam van de baby mocht kiezen. Ik zat dagen op mijn kamer allemaal namen te bedenken, ik maakte een lijstje met namen voor meisjes en ik maakte een lijstje met namen voor jongens. Na 2 maanden was ik er eindelijk uit, als ik een zusje zou krijgen zou ik haar Emily noemen en als ik een broertje zou krijgen dan Tobias. Ik rende snel naar mijn ouders toe, ik was zo trots en zo blij met de namen die ik had uitgekozen, dat ik ze meteen wilde laten zien. Ik was zo opgelucht toen ik mijn ouders zag glimlachen toen ik hun de namen liet zien, ze keken elkaar aan en gaven mij een dikke knuffel. Dat was voor mij het teken dat ze de namen mooi vonden. Na acht en een halve maand werd mijn broertje geboren, twee weken te vroeg, maar ik was dolgelukkig. Ik had een broertje gekregen en ik had zijn naam bedacht. Mijn kleine, lieve broertje Tobias. We hebben in de afgelopen tien jaar zo'n goede band met elkaar opgebouwd, ik hou ontzettend veel van hem.
Het was de bedoeling dat ik niet aan morgen zou denken, maar nu ik aan mijn broertje denk lukt dat gewoon niet meer. Beseft hij eigenlijk wel wat er morgen gaat gebeuren en hoeveel invloed dat kan gaan hebben? Aan de ene kant hoop ik dat hij nu gewoon bij vriendjes aan het spelen is en dat hij geen idee heeft wat er kan gaan gebeuren, maar aan de andere kant is het wel belangrijk dat hij het weet. Stel dat ik morgen tijdens de loting gekozen word, dan zie ik hem misschien nooit meer terug. Dat gaat dan zo'n grote klap voor hem zijn, vooral als ik geen afscheid meer mag nemen. Ik ben echt bang dat dat gaat gebeuren morgen, dat als de namen worden opgenoemd, je meteen wordt meegenomen en dat je geen afscheid meer mag nemen van je familie, dat je dan naar een apart deel van het ruimtestation wordt gebracht, dat je daar dan zes maanden word getraind en dat je daarna met een ruimteschip de ruimte in moet. Ik denk dat het zo zal gaan. Ik weet niet of mijn familie dat aan kan en of ik dat wel aan kan. Ik hoor bij mijn familie en mijn familie hoort bij mij. Ze zitten in mijn hart, als ik ze kwijtraak dan raak ik ook een deel van mijn hart kwijt.
JE LEEST
A New Beginning
Science FictionHet is 2219, 200 jaar gelden is er een meteoriet ingeslagen op de aarde. De mensen waren erop voorbereid en om de mensheid te redden hebben ze een grote selectie gehouden. De 5 miljoen gezondste mensen zijn met een ruimteschip naar de ruimte gestuur...