Stop!

102 7 6
                                    

Dit verhaal heb ik op school geschreven, in groep acht. En afgemaakt thuis.

Dit verhaal gaat over Annefleur, op school en bij anderen is haar leven eigenlijk heel normaal, maar thuis gaat het helemaal niet goed. Sinds haar moeder is overleden, is haar vader veranderd. Hij slaat haar, niemand weet van haar geheim en Annefleur doet er alles aan om het te verbergen. Als op een dag een onbekend meisje van haar school haar wil helpen, veranderd alles.

Ik pak mijn tas van de vloer en trek hem op mijn rug. ‘Vergeet het huiswerk voor morgen niet, jongens.’ Iedereen loopt de klas uit. ‘Ga jij ook, Annefleur?’ Ik knik. ‘Ja, tot morgen.’ Ik loop het lokaal als laatste uit. In de gang loop ik naar de kluisjes, ik pak mijn boeken voor het huiswerk en prop mijn gymspullen in mijn tas. De gang is leeg, er lopen alleen wat vierde klassers en een paar mentoren. Als ik over het grote schoolplein naar de fietsenstalling loop kom ik Merel tegen. ‘Hey! Zullen we afspreken vanmiddag?’ Ik knik enthousiast, een smoes om niet naar huis te gaan! ‘Ja, gezellig!’ We lopen de fietsenstalling in. ‘Bij jou?’ Stelt merel voor. Daar had ik niet aan gedacht. ‘Eh, nee sorry. Mijn moeder is ziek.’ Zelfs Merel weet niet dat mijn moeder vorig jaar is overleden. Waarom ik het haar nooit verteld heb weet ik niet. ‘Oh, mag je dan wel met mij mee?’ Ik aarzel. ‘Jahoor.’ Zeg ik. Ik zie mijn fiets staan en loop ernaartoe. Merel haar fiets staat in het rek tegenover het mijne. ‘Zullen we dan naar mij gaan?’ Vraagt ze als we over het plein lopen met onze fietsen naast ons. ‘Ja, is goed.’ We stappen op en fietsen het plein af. ‘Ik heb gisteren een nieuw shirtje gekocht, wil je hem zien, zometeen?’ Ik schrik op uit mijn gedachte. ‘Eh ja, is goed!’ Een tijdje later zitten we aan de grote keukentafel bij Merel. ‘We gaan naar boven, mam.’ Merel zet haar glas op het aanrecht en ik volg haar voorbeeld. ‘Oké lieverd.’ Ze kijkt op van haar Ipad. Dan ziet ze mij. ‘Hey, Annefleur! Gezellig!’ Ik begroet haar en we gaan naar boven. ‘Je hebt zo’n aardige moeder!’ Zeg ik voor de zoveelste keer. ‘Haha, ze kán aardig en leuk zijn ja.’ We lopen de trap op. Als we op Merel haar kamer zijn laat ze haar nieuwe shirtje zien. ‘Dit is hem!’ ‘Leuk!’ Antwoord ik. ‘He, we hebben dezelfde maat, je mag wel passen?’ Ik schud mijn hoofd. ‘Nee dankje.’ Omkleden bij gym is al een ramp, met al die blauwe plekken. En zelfs Merel hoeft het niet te weten. ‘Hij staat jou vast veel mooier!’ Merel glimlacht. ‘Pas nou gewoon even één keertje, als hij niet mooi is doe je hem gewoon weer uit? In de stad passen we ook altijd kleding?’ De laatste keer dat we dat deden was toen we net in de tweede klas zaten, toen kon ik alles nog een beetje verbergen. Merel gaat naast me zitten op haar grote hemelbed. Weer schud ik mijn hoofd. ‘Hoeft echt niet joh.’ Merel slaat haar arm om me heen. ‘Er is wat met je, sinds de herfstvakantie trek je je echt heel erg terug.’ Ik schrik, zou Merel wat doorhebben?’ Een smoes, ik moet een smoes verzinnen! ‘Waar heb je het over, haha?’ Ik probeer te lachen. Merel haalt haar schouders op. ‘Ik dacht dat er wat was.’ Ze draait zich naar me toe en pakt mijn schouders vast. ‘Je kan me altijd álles vertellen hé, Annefleur.’ Ik knik.

Ik doe voorzichtig de garagedeur open. Hij blijft maar piepen. Als ik in de garage sta haal ik opgelucht adem. Hij is nog niet op me af komen stormen zoals vorige week. Ik zet mijn fiets neer en maak de deur naar de bijkeuken open. Dan hoor ik mijn vader, zijn vertrouwde bulderende gelach. Ik probeer on opgemerkt door de woonkamer te sluipen maar hij heeft me door. ‘Godverdomme, waar was je?!’ Ik schrik. ‘B.. bij Merel..’ Hij geeft me een harde duw zodat ik tegen de stoel val. ‘Hou op!’ Schreeuw ik. ‘Hou op, hou op, hou op!’ Ik ren de woonkamer uit, de trap op naar boven. Ik hoor hem achter me aankomen. ‘Ik moet op houden! Jij had beloofd naar huis te komen, nutteloos kind!’ Ik ren mijn kamer in en smijt de deur dicht. Ik draai me om en ga tegen de deur zitten. Ik luister, niks. Ik begin te huilen, waarom laat hij me niet gewoon met rust? Waarom heb ik niet zulke ouders als Merel? Waarom ga ik nooit eens gezellig met papa naar het pretpark? Waarom niet? Waarom moet hij me pijn doen? Na een tijdje sta ik op en ga ik voor de spiegel staan. Mijn gezicht is rood en behuild. Ik veeg mijn haar uit mijn gezicht en bind het vast in een knot. Mijn arm doet pijn als ik hem optil, een grote blauwe plek. De zoveelste en zeker niet de laatste. Ik laat mijn arm expres snel weer hangen. Zelfs als ik loop doet hij pijn. Ik ga voor mijn grote raam staan en leun op mijn handen. Meteen trek ik mijn linkerarm terug. De pijn blijft maar steken. Ik kijk uit het raam naar buiten. Het zelfde uitzicht als toen mama er nog was. Ik kijk naar de heldere blauwe lucht. Volgens een paar mensen zitten overleden mensen daar. Ik zwaai, naar mama. Ik klim in mijn vensterbank en wrijf over mijn pijnlijke arm. Beneden hoor ik een harde knal. Papa... Ik kijk nog een tijdje naar buiten en klim dan weer van de vensterbank af. Ik werp een blik op de klok, zes uur. Zou papa aan het koken zijn? Voor zichzelf, of ook voor mij? Ik besluit naar beneden te gaan, erger dan net kan vast niet, en ik moet wat eten. Mijn buik begint te knorren en ik zucht diep. Dan maak ik mijn deur op en loop de grote trap af. Door de glazen deur die naar de woonkamer leid zie ik mijn vader, hij zit met zijn rug naar me toe te eten. Vol hoop kijk ik of er een grote pan op tafel staat, nee, geen eten voor mij. Met een kloppend hart stap ik naar binnen. Mijn vader reageert niet. ‘Pap..’ Hij draait zich om, even lijkt hij te glimlachen maar dan betrekt zijn gezicht. ‘Eet smakelijk.’ Zeg ik maar. Ik besluit een broodje voor mezelf te smeren.  Als ik de kraan open draai voor een glas water voel ik een harde klap op mijn schouder. Het glas klettert in de wasbak. ‘Rot toch op, rot kind! Ga weg!’ Mijn schouder doet pijn, veel pijn. ‘S..orry.’ Zonder mijn eten mee te nemen ren ik de kamer uit, terug naar mijn kamer. Daar laat ik me op mijn bed vallen en  barst voor de tweede keer vandaag in huilen uit.

Stop!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu