Proloog

1.2K 15 1
                                    

Ik ren, ik ren, ik ren, en ik ren. Zo hard als ik kan. Mijn adem voelt als schuurpapier in mijn keel. Zo droog, zo droog, zo extreem droog! Omdat ik ren voor mijn leven. De bladeren knisperen onder mijn voeten, de bomen vliegen voorbij. Als ik maar niet uitglijd, als ik maar niet uitglijd! BOEM. Een keiharde bonk. Shit, shit, SHIT! Waarom moet ik uitgerekend nu op de grond vallen!? Ik krabbel zo snel mogelijk overeind. Maar ik ben te laat. FUCK! FUCK,FUCK, FUCK! Twee ijzersterke handen grijpen naar mijn keel. Knijpen hem dicht. Ik probeer ze weg te trekken, maar het lukt niet! Het lukt niet! Hij is te sterk! Er verschijnen zwarte vlekken voor mijn ogen. Ik knijp mijn ogen dicht, in de hoop dat ze weggaan, maar als ik ze open doe zijn ze er nog steeds. De frustratie is enorm. Waarom lukt het godverdomme niet! De vlekken worden steeds groter, en breiden zich steeds verder uit. Mijn longen schreeuwen om lucht! En dan is het zwart.

Ik word bezweet wakker. Wat een nachtmerrie! Ik leek een heel ander persoon! Ik denk helemaal niet zo! Huilend ren ik naar mijn ouders.

'Het was zo eng, mama', huilde ik. Het was maar een droom, Isa, er kan je niks gebeuren, troostte mijn moeder.

'I-ik vond het zo eng!'

'Het zijn gewoon de zenuwen, dat is helemaal niet raar! Morgen is namelijk je eerste dag in groep 3!' stelde mijn vader gerust.

'Maar het leek zo echt,' jammerde ik.

'Het was maar een droom Isa, het was niet echt.'

BewijzenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu