Iedereen van ons heeft weleens te maken met pijn en dat was niet anders in de tijd van de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem). Toen er iemand bij hem (vrede en zegeningen zij met hem) kwam met pijn, gebood de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) degene om zijn hand te leggen op de plek waar hij pijn heeft en om dan.
BETEKENIS
Als je jouw hand op de pijnlijke plek gelegd hebt, zeg je drie keer:
In de Naam van Allah.
En daarna herhaal je zeven keer de woorden:
Ik zoek toevlucht bij Allah en bij Zijn kracht tegen het kwade van wat ik voel en waar ik bescherming tegen zoek.
UITSPRAAK
Eerst zeg je drie keer:
Bismillah.
En daarna herhaal je zeven keer:
A’oedhoe biellaahie wa qoedratihi min sharrie maa adjiedoe wa oeh’aadier.
__________
ExtraDe overlevering en de smeekbede zijn overgeleverd door Moeslim. Deze smeekbede is een vorm van rokia.