Met haar haren in twee vlechtjes naar achteren gebonden, zat ze op de rand van het gietijzeren bad. Mister Tickles liep over de rand van de kuip, zijn jukbeenderen zichtbaar tussen de stukken weggerot vlees.
'Kom maar, Mister Tickles. Het water is lekker warm.'
Met pretoogjes stak ze haar hand uit naar de plakkerige vacht van de kat, om hem dichterbij haar te halen en hem zachtjes te aaien. Zorgvuldig ontweek ze de blootgelegde spieren en het uitstekende bot, terwijl hij zacht spinde. Langzaam bewoog ze haar handen over het lichaam, met een vinger kriebelde ze de keel van de kater, waarna de kat met zijn poot begon te schoppen.
'Rustig maar, Mister Tickles. Het komt allemaal goed. Ze kunnen je geen pijn doen hier, je bent veilig.'
Wezenloos staarde ze naar de muur. Onwillekeurig begon ze heen en weer te schommelen.
'Die nare mensen kunnen je hier niet pakken, ik bescherm je en niemand pakt je van me af,' fluisterde ze terwijl de glinstering in haar blik omsloeg naar een giftig gelaat.
'Je bent van mij, van mij alleen, je bent mijn kleine monstertje. Van mij.'
Steeds opnieuw fluisterde ze deze woorden, met haar handen de kat strelend en koesterend.
Luid gebonk op de deur liet haar opschrikken uit haar gedachtedwaling, waarbij ze Mister Tickles bijna van haar schoot liet vallen. Met zijn nagels klemde hij zich in haar huid, waarbij zij het uitschreeuwde van de schrik en de pijn. Rode striemen ontstonden op haar huid, het bloed sijpelde tussen haar vingers door.
'Schat, ben je daar?'
Een bekende stem drong zich een weg in haar gedachten.
'Lieverd, ben je daar met Mister Tickles?'
Mister Tickles. Ze wilden Mister Tickles hebben.
'Van mij!'
Tranen liepen over haar wangen terwijl ze Mister Tickles in haar met bloed doordrenkte armen klemde.
'Jullie krijgen hem nooit te pakken! Hij is van mij!'
Het gebonk op de deur ging over in een onheilspellend gekraak, verschrikt keek ze naar haar Mister Tickles en in haar hoofd ontrafelde zich een plan.
'Kom, laten we ons verstoppen! In het water, daar vinden ze ons nooit!'
De kater sprong in het warme water, een rode gloed verspreidde zich door het bad, het rauwe vlees siste bij aanraking met het water. Ook zij had zich achterover in het bad gestort, haar kleren doordrenkt met zowel haar eigen bloed als dat van haar kat.
'Lieverd, wat doe je?'
Daar was die stem weer, die verschrikkelijke, bekende, lieflijke, angstaanjagende stem. Wild schudde ze met haar hoofd en sloeg ze haar handen over haar oren. Ze wilde het niet horen, ze wilde haar Tickles niet kwijt.
'Van mij!'
De angstaanjagende stem werd steeds luider en het geluid van versplinterend hout steeds duidelijker. Wild schoppend en schreeuwend verzette ze zich tegen de woorden die haar gedachten binnendrongen, tegen de woorden die Mister Tickles van haar af wilden nemen.
'Nee, nee, nee, van mij!'
Het rode water kleurde de vloer lichtroze en liet rode sporen achter op de witte muur.
'Mister Tickles, onder water zijn we veilig!'
Na een flinke hap lucht genomen te hebben, hield ze haar gezicht onder water, waarbij ze de kat meetrok. De warmte was aangenaam, troostend, als twee armen die haar omhelsden en haar pijn verzachtten. Ze richtte haar ogen op naar Mister Tickles, hij had zich opgerold op de bodem van de badkuip.
Haar bruine vlechten ontdeden zich en het haar weefde in elkaar als een net en greep haar bij haar nek. In paniek probeerde ze haar rug te rechten om weer adem te kunnen halen, maar ze werd naar beneden getrokken, naar de bodem van het bad. Trappelend met haar benen en slaand met haar armen trachtte ze het oppervlak van het water te bereiken, als reactie werd er steeds harder aan haar getrokken. Ze voelde hoe haar spieren slapper werden en boven zich vormde zich een bekend gezicht, een verschrikkelijk, bekend, lieflijk, angstaanjagend gezicht.
Ze sloot haar ogen en haar longen vulden zich met water.