"Wat waggelt hij vreemd," fluisterde Tanuja tegen Nayana.
"Ja," fluisterde Nayana terug. Ze zaten in de bosjes aan de rand van het dorp. Ze waren hier heen gestuurd voor een opdracht van het toernooi. In de eerste gevechtsronde was Tanuja tweede geworden na een hevig duel met Sanjay. Nayana was geëindigd op de vijftiende plaats.
Voor de opdracht moesten ze uitzoeken wat er met de jongen aan de hand was. Ergens achter hun zat een begeleider die in de gaten hield hoe ze dat deden.
"Hij loopt een beetje op zijn tenen," concludeerde Tanuja. Ze had gelijk, de jongen liep een beetje op zijn tenen, maar dat was nog niet alles. Hij bewoog bij elke stap zijn hele lichaam, alsof het anders te moeilijk was voor hem. Verder moest hij telkens even rusten en had hij een holle rug en erg dikke kuiten.
"Zou hij gehandicapt zijn?" vroeg Nayana.
Tanuja haalde haar schouders op:"Geen idee, misschien wel."
Er kwam een vrouw uit een huisje gelopen met een geïmproviseerde rolstoel. Ze zei wat tegen de jongen en hielp hem op de rolstoel komen. Jongen stribbelde wat tegen, maar de vrouw kostte het geen moeite om hem in bedwang te houden.
"Is dat zijn moeder?" vroeg Tanuja fluisterend.
"Waarschijnlijk wel."
"Waarom moet hij in die rolstoel?"
Nayana haalde haar schouders op:"Misschien heeft hij problemen met lopen?"
"Het is zéker dat hij dat heeft," zegt Tanuja terug.
De moeder en de jongen praatten nog even, maar toen rolde de jongen met de rolstoel weg. Dat deed hij met twee stokken die aan de wielen waren vast gemaakt. Hij hoefte telkens alleen de stokken naar beneden te duwen en de rest ging vanzelf.
Nayana fluisterde bewonderend:"Dat is knap bedacht!"
"Ja, laten we hem volgen," fluisterde Tanuja terug.
Samen kropen ze naar het pad. De jongen reed net het pad op toen zij eraan kwamen.
"Kom we klimmen in een boom!" zei Tanuja en ze hees zich op een tak. Nayana klom snel achter haar aan.
De jongen had nog niets door en floot een liedje. Nayana en Tanuja sloegen hem gade vanaf een tak boven het pad. Zodra de jongen onder de tak door was gegaan, maakten ze zich klaar om naar de volgende boom te springen.
Tanuja ging het eerst en na haar kwam Nayana. De takken zwiepten onder hun gewicht en de jongen keek even naar boven, maar reed daarna gewoon weer verder.
Bij de tweede sprong die ze moesten maakten ging het minder goed. Tanuja sprong naar een tak van de andere boom, maar de tak hield haar gewicht niet. De tak brak en met veel lawaai stortte Tanuja naar beneden. Het kreupelhout onder de boom brak gelukkig haar val.
Tanuja kreunde en kwam langzaam omhoog. Ze trok een doorntak uit haar broek en klopte het vuil van zich af. Ze deed niet meer voorzichtig, want het was onmogelijk dat de jongen haar níet gehoord had.
Nayana sprong naar beneden:"Gaat het?"
"Ja," antwoordde Tanuja en ze haalde een takje uit haar haar.
"W-wie zijn jullie?" vroeg de jongen geschrokken.
Tanuja en Nayana keken elkaar aan. Veel keus hadden ze niet.
"We... Nou..." Nayana wist niet wat ze moest zeggen.
"Je gelooft het toch niet, maar wij zijn Krijgers," hielp Tanuja haar. Nayana knikte instemmend.
De jongen sloeg zijn armen over elkaar:"Slechte smoes. Dat is onmogelijk, omdat Krijgers niet meer bestaan!"
Nayana trok een heel ernstig gezicht:"De legende gaat dat Krijgers de dorpen beschermden en tegen vijanden vechtten. Ze hadden een nauwe band met de burgers en ze werden vereerd door hen.
Maar op een dag na een hinderlaag kwamen de Krijgers niet terug naar het dorp om de overwinning te vieren. De burgers gingen de volgende dag naar de plek toe, maar daar zagen ze niets behalve een leeg strijdveld. De burgers vermoedden toen dat de Krijgers verslagen waren."
De jongen protesteerde:"Nee, ze vermoedden dat niet, ze wisten dat de Krijgers veslagen waren!"
Tanuja schudde haar hoofd:"Ze waren niet verslagen. De Krijgers hadden gewonnen, maar ze hadden een nieuwe aanvoerder en die vond het beter dat de burgers niet wisten dat ze er waren."
De jongen keek nog meer verbaasd:"Maar waarom zou hij dat willen?"
"Dat vond hij veiliger, want dan zouden de burgers niet kunnen verklappen waar hun kazerne is," nam Nayana weer het woord.
"Waarom zouden ze dat doen? En de burgers wisten toen toch nog steeds waar dat was?" protesteerde de jongen weer.
Tanuja was weer aan de buurt:"Als de vijand ze hadden gegijzeld zouden de burgers kunnen verklappen waar de kazerne is. En de nieuwe aanvoerder had al een nieuwe kazerne gebouwd uit voorzorg."
"Wat een bange pieperd," zegt de jongen.
"Hé, dat zeg je niet over een Krijger!" zei Nayana verontwaardigd.
"Bovendien was het mijn betovergrootvader!" Tanja was zo mogelijk nóg verontwaardiger.
"Rustig, rustig. Het kwam zomaar in me op!" veronderschuldigde de jongen zich.
Tanuja keek nog steeds nijdig, maar Nayana was er al weer bovenop:"Zeg hoe heet je eigenlijk?"
De jongen trok bleek weg:"J-jullie gaan me toch niet b-bestraffen?"
Nayana en Tanuja keken elkaar aan en ze moesten moeite doen om niet te gaan lachen. Toen pakte de jongen Tanuja opeens beet:"Vertel het alsjeblieft niet aan je betovergrootvader!"
Tanuja keek verbaasd:"Die is allang dood."
"Ja, maar Krijgers kunnen toch met de doden praten?" vroeg de jongen, maar hij twijfelde nu zelf ook.
"Ehm... Ja, natúúrlijk kunnen we dat en ehm... natúúrlijk verklik ik het bij mijn betovergrootvader!" verzint Tanuja snel.
De jongen reed achteruit, maar hij kon niet zo snel keren, dus was het niet zo'n geslaagde ontsnapping.
Nayana kon zich niet meer inhouden en barste in lachen uit:"Whahaha. Geloof je dat echt?"
De jongen keek haar aan en knipperde verbaasd met zijn ogen:"Wat bedoel je?"
Tanuja moest toen ook lachen en samen lachten ze nog even door. Nayana lachte nog half toen ze het uitlegde:"Krijgers kunnen helemaal niet met de doden praten, dat is maar een fabeltje!"
De jongen keek beduusd:"Dat wist ik niet."
"Ja, logisch! Anders was je niet zo bang geworden!" antwoordde Tanuja.
"Ik was niet bang!"
"Dat was je wel."
"Helemaal niet!"
"Helemaal wel!"
"Jongens rustig, dat maakt niet uit!" kwam Nayana tussen beiden.
De jongen stak boos zijn tong uit. Tanuja deed alsof ze heel erg gekwest was daardoor.
"Oké, vertel nu maar je naam," ging Nayana onverstoord verder.
De jongen keek nog eens een keer nijdig naar Tanuja en zei toen:"Syon."
"Syon? Dat betekent toch iets met geluk?" vroeg Nayana nieuwschierig.
"Inderdaad, 'gevolgd door geluk' betekent het," antwoordde Syon, terwijl hij Tanuja negeerde die plagerig trapte tegen zijn rolstoel.
"Ik ben Nayana en dit is Tanuja," zei Nayana en ze wees op Tanuja.
"Oké, maar waarom achtervolgden jullie me?" Syon draaide zich half om naar Tanuja. "Houd eens op!"
Tanuja grijnsde en stapte van de rolstoel weg. Missie geslaagd.
Nayana haalde al adem om te antwoorden, maar Tanuja was haar voor:"Omdat het leuk is!"
"Tanuja, houd op! Dit is niet grappig! We moesten samenwerken wist je nog?" zei Nayana een beetje boos.
Tanuja snuifte:"Oké, oké! Ik doe wel niets meer!"
"Zo bedoelde ik het niet! Je moet gewoon ophouden met irritant doen!"
"En hoe weet ik wanneer ik irritant doe?"
"O, dat weet je best!"
Tanuja sloeg haar armen over elkaar en keek nijdig voor zich. Nayana haalde adem en beantwoordde de vraag van Syon:"We moesten voor een opdracht uitvogelen wat er met jou aan de hand is."
"Wacht zijn er dan nu overal mensen naar me aan het loeren?" vroeg Syon en hij keek om zich heen naar mogelijke stalkers.
"Nee, wij zijn de enigste. Iedereen heeft een andere opdracht," antwoordde Tanuja. Nayana glimlachte, blij dat haar vriendin zo snel weer was bij getrokken.
"Gelukkig," Syon glimlachte om zijn eigen reactie.
"Dus, vertel eens wat is er met jou aan de hand?" vroeg Tanuja en ze zette haar handen in haar zij.
"Ik heb duchenne," zei Syon en hij draaide zijn rolstoel naar hen toe.
"Wat is dat? Het klinkt als een meisjesnaam," zei Tanuja grappend.
Syon dacht even na:"Ha! Je hebt gelijk het lijkt inderdaad een meisjesnaam!"
"Duchenne is toch een spierziekte?" vroeg Nayana.
"Ja, precies!" zei Syon, blij dat Nayana het herkent.
Tanuja kreeg eindelijk ook intresse:"Wat houdt dat eigenlijk in zo'n spierziekte?"
"Duchenne is niet de enigste spierziekte die er bestaat, maar ik ken de andere vormen niet. Duchenne komt meestal voor bij jongens, meisjes kunnen het ook krijgen, maar dat gebeurt maar ongeveer 1 op de 100 keer. Meisjes kunnen het overigens wel als enigste doorgeven.
Bij duchenne weet je het al snel of iemand het heeft, want het wordt meestal al voor je derde ontdekt," legde Syon uit.
"Wat gebeurt er met je als je duchenne hebt?" vroeg Tanuja geïnteresseerd.
"Je spieren werken minder goed naar mate je ouder wordt. Rond je tiende moet je in een rolstoel en kan je ook minder gemakkelijk je armen omhoog doen. Ik weet niet de precieze leeftijd waarop je moeite krijgt met ademhalen, maar op een gegeven moment krijg je dat. De gemiddelde levensduur is 30 tot 35 jaar," zei Syon gewoontjes, alsof hij een jongen is die geen duchenne heeft, maar er wel veel van af weet.
Nayana en Tanuja waren stil. Ze wisten niet wat te zeggen.
"Syon! Het eten is klaar!" riep er ineens een stem.
"O, dat is mijn moeder. Ik ga maar eens, doei!" zei Syon en hij begon zijn rolstoel te draaien.
Tanuja liep naar hem toe en hielp hem met draaien. Syon glimlachte als dank naar Tanuja en Tanuja moest blozen. Syon bloosde toen ook.
"Ehm. Doei, misschien tot de volgende keer!" zei Tanuja toen maar en Syon reed weg.
"Doei! En niet vertellen dat Krijgers nog bestaan, hoor!" riep Nayana hem na.
"Nee, doe ik niet!" riep Syon en hij reed weg. Bij de bocht zwaaide hij nog even en Tanuja en Nayana zwaaiden terug. Tanuja heeft een grote glimlach op haar gezicht.
Nayana glimlachtte:"Wat was dat zonet tussen jullie?"
"Wat?" vroeg Tanuja afwezig.
"Dat bij de rolstoel," zei Nayana en ze draaide zich om.
"Dat? O, dat was niets hoor ik hielp hem gewoon," zei Tanuja en ze liep weg. Nayana glimlachte. Ze had wel gezien wat er tussen die twee gaande was.SylvieThoughts 1720 woorden in iets van 2 week tijd, denk ik. Ik heb best wel langzaam geschreven...
JE LEEST
Finish The Story ~ Ravendochter
RandomIk doe mee aan Finish The Story en dit is mijn instuur-boek (: Doe ook ff mee. Je vindt het vast leuk. Ga naar @SylvieThoughts account en ja, doe mee!!!