Hoofdstuk 3.

58 5 1
                                    

De volgende ochtend heeft Lara totaal geen zin in school. Dat heeft ze sowieso nooit maar nu al helemaal niet.
Ze is bang dat Joost haar echt iets aan gaat doen. het is natuurlijk ook een beetje haar eigen schuld, ze had ook gewoon kunnen zeggen wat het huiswerk was en dat heeft ze niet gedaan, maar dan mag ze toch nog wel bang zijn? Als Lara naar beneden loopt om te ontbijten, hoort ze Marianne en haar moeder praten, maar als Lara de deur open doet valt er een doodse stilte. " praat maar rustig verder hoor." Zegt Lara maar niemand zegt nog iets en het blijft akelig stil. Lara heeft geen zin om hier de hele tijd te blijven zitten dus neemt ze haar bakje cornflakes mee naar boven en eet het daar op.
Als het eindelijk tijd is om naar school te gaan rent Lara de trap af, geeft haar moeder een zoen en smijt de deur achter zich dicht. Onderweg naar school wordt ze steeds banger, wat als Joost haar pijn gaat doen? "Nee" klinkt een stemmetje in haar hoofd, "dat zou Joost nooit doen hij is zoo lief" maar tegelijkertijd weet ze dat Joost eigelijk helemaal niet zo lief is en dat ze dat alleen vind omdat ze verliefd op hem is.

Als Lara de klas in komt is er bijna niemand. Alleen Daniël is er maar daar heeft ze ook niks aan want die zegt nooit wat.
Als de eerste bel gegaan is en er nog niemand is, besluit ze toch maar tegen Daniël te gaan praten.
" hebben we geen roosterwijzeging?" Vraagt ze . Maar Daniël blijft suf voor zich uit kijken en geeft geen antwoord. " daar heb ik dus ook helemaal niks aan" mompelt ze. Alleen ze mompelde blijkbaar iets te hard want Daniël kijkt op en kijkt haar met een dodelijke blik aan. Als de tweede bel ook is gegaan besluit Lara maar gewoon weg te gaan.
Maar blijkbaar was dat ook de bedoeling want op het moment dat ze het lokaal uitloopt zet iemand een mes op haar keel. Ze ziet niet wie het is maar ergens weet ze dat natuurlijk wel: Joost. Ze schrikt zich dood en van schrik deinst ze achter uit en struikelt ze over de tafelpoot van Daniëls tafel. Ze weet bijna zeker dat Daniël expres zijn tafel naar voren heeft geschoven want toen ze hier binnen kwam stond de tafel nog niet zo. Joost pakt Lara bij haar polsen en wil het mes weer op haar keel zetten maar dan klinkt er een bulderende stem: "WAT IS HIER IN VREDESNAAM AAN DE HAND?" Joost schrikt zich rot en deinst achteruit, en ook hij struikelt over de tafelpoot en ja.. Daar ligt hij dan, boven op Lara.

----------------- Lara's pov -----------------

Ik zit te wachten voor het kamertje van de rector. Nadat Joost op mij was gevallen had meneer Bos (de conciërge)
Ons Omhoog geholpen en gelijk daarna is hij boos geworden en moesten we naar de rector. Dus hier zit ik dan. Op een stoel voor het kamertje van de rector waar iedereen altijd naar je kijkt, omdat ze zich afvragen wat je hebt gedaan.
Als Joost het kamertje uit loopt loop ik snel naar binnen zodat hij me niks aan kan doen. Ik ga zitten en wacht tot de rector iets zegt. Maar hij zegt niks en ik zeg ook niks. Na ongeveer 5 minuten begint hij eindelijk te praten.
" zo Lara, wat is er nou precies gebeurd?" "Uhm" begin ik "ik struikelde over de tafelpoot en toen struikelde Joost op mij". Het was de slechtste smoes ooit want je hoeft natuurlijk nooit naar de rector als iemand op je valt maar ik moest toch iets bedenken? " je hoeft echt niet te liegen" zegt hij. " Joost heeft me al verteld over dat mes. "Maar waarom zit ik hier dan?" Vraag ik. "Omdat ik je iets duidelijk wil maken. Het ging namelijk allemaal perongeluk."
" hoe kan dat nou weer" ik kon m'n zin niet eens afmaken want de rector begon door me heen te praten.
" hij wordt niet geschorst hij moet alleen het schoolplein vegen." Ik vond dit natuurlijk totaal niet eerlijk maar ik wist dat ik er niks tegen kon doen dus ik knikte en liep weg. "Dag meneer", zij ik nog zacht toen ik wegliep.

De dagen daar na werden er niet veel beter op. Joost pestte me meer dan ooit en elke dag ging ik huilend naar de wc.
Zelfs Daniël, die zich normaal nergens mee bemoeide was begonnen met pesten. Dat was ook niet zo gek hoor want er ging een roddel door de school dat Joost dreigde dat Daniël mij moest pesten anders kreeg hij ook te maken met dat mes. Één ding wist ik in ieder geval heel zeker, ik was niet meer verliefd op Joost. Ik snap sowieso niet hoe ik ooit verliefd op hem heb kunnen worden want het is echt een lul. En ik weet zelf natuurlijk dondersgoed dat ik dat verliefde gevoel niet zomaar uit kan zetten, maar proberen kan geen kwaad toch!?

Toen ik thuis kwam was er niemand, Marianne en mijn moeder waren aan het werk.
Ik zat op te bank en begon met huilen. Volgens mij heb ik daar een half uur lopen janken totdat ik eindelijk weer een beetje rustig werd. Daarna heb ik nagedacht, heel lang nagedacht tot dat ik tot een belachelijk Idee kwam.
Ik ga weglopen.

De weg naar gelukWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu