Part 17

415 29 10
                                    

Ik besloot dat het wel weer eens tijd was voor een nieuw hoofdstuk, dus bij deze..

‘Nu moet je de hoek om,’ zei Athos.
Noa stond bij een groepje bomen, er was maar weinig ruimte om tussen de bomen door te lopen.
‘Waarom precies hier? Waarom niet een paar meter verder?’ vroeg ze.
‘Dat kan ik niet uitleggen, ga nou maar,’ zei Athos een klein beetje ongeduldig.
‘Ja ja, rustig.’
Noa stapte door de bomen, tussendoor gaf Athos aanwijzingen welke bomen ze moest passeren en welke route ze moest nemen. Hoewel Athos schijnbaar enthousiast was om snel op de plek te komen waar ze heen ging. Zelf was ze juist bang dat ze de weg naar huis niet meer terug zou vinden. Hoewel Athos haar probeerde aan te sporen sneller te lopen, liep Noa heel voorzichtig. Ze pakte haar mobiel, ze wilde een smsje sturen naar Eline, maar ze had geen bereik.
‘Geweldig, als ik straks ergens dood lig te gaan, kan niemand me vinden,’ mompelde ze tegen niemand in het bijzonder.
‘Waarom ben je zo negatief de hele tijd?’ vroeg Athos, hij klonk opgewekt.
‘Omdat mijn opa overleden is, ik mijn vrienden mis en door een vreemde stem, door het bos geleid wordt, waar ik misschien nooit meer uit kan komen,’ zei ze prikkelig.
‘Ik breng je echt gewoon naar het huisje terug,’ zei hij.
‘Je klinkt een beetje geirriteerd,’ zei Noa geamuseerd.
‘Je vertrouwd me niet,’ mopperde Athos. ‘Als je zo doorgaat, breng ik je inderdaad niet terug.’
Noa zuchtte en besloot niets meer te zeggen, maar het pad te volgen dat Athos aangaf. Na een behoorlijke wandeling, zei hij eindelijk dat ze nog maar twee hoekjes om hoefde. Het bos was hier heel erg dicht en er was geen duidelijk pad zichtbaar. Na de laatste hoek, zag ze een enorme open plek, het was prachtig. Het licht viel perfect op een klein meer, waar veel dieren aan het drinken waren.
‘Heb je al goed gekeken?’ vroeg Athos, toen ze in bewondering rondgekeken had.
‘Hoe bedoel je?’ vroeg ze, maar hij hoefde geen antwoord te geven.
Er vlogen een paar vlinders dichterbij, ze concentreerde zich erop en zag dat het helemaal geen vlinders waren.
‘Feeën..’ mompelde ze.
‘Er zijn hier nog veel wonderbaarlijkere wezens,’ fluisterde Athos in haar oor.
Ze liep door, vol bewondering van deze prachtige plek, de wonderbaarlijke wezens die ze langs zag komen. Een centaur, honderden feeën en wezens die ze niet herkende. Een grote schaduw kwam over de open plek, opnieuw was ze te laat met omhoog kijken. Ze hoorde de feeën fluisteren.
‘Athos is terug,’ fluisterden ze.

Bij deze en lekkere cliffhanger, hoop ik.. (A)
Laat me weten wat je ervan vind!! :D

NoaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu