Hoofdstuk 1

79 4 6
                                    

Pov Marjolein

Het is half vijf. Ik loop snel langs alle boekenkasten. Ik moet nog een boek lenen voor tijdens de Nederlandse les. Anders gaat mevrouw Schutters weer lopen schreeuwen dat ik zo strafpunten op mijn werkhouding ga krijgen.

Niemand in de klas luistert echt naar haar.

Ik zie een oude gerafelde leren kaft tussen alle andere nieuwe, nette en gekleurde kaften. Mijn vingers glijden over de rug van het oude boek.

Een warm gevoel gaat door me heen, alsof het boek wil zeggen dat ik het mee moet nemen.

Na een kort besluit trek ik zachtjes en voorzichtig het oude boek tussen de rest uit.

Ik sla het open en stof blaast recht in mijn gezicht. Na een paar keer gehoest te hebben kijk ik naar de bladzijden, er staat niks op. Ik blader door het hele boek en de bladzijden kraken zachtjes, alsof ze protesteren tegen bewegen. In het midden van het boek houd ik stil en staar ernaar. Het is nog steeds leeg. Ineens krijg ik het rare gevoel dat er iets niet klopt. Ik kijk naar de bladzijden en ik durf te zweren dat ik de randen zag bewegen. Geconcentreerd blijf ik ernaar kijken. Ja! Het is echt zo! De rand van de rechter bladzijde trilt onnatuurlijk, alsof hij het koud heeft.

"Jongedame, wilt u een keuze maken of zo vertrekken, want we gaan zo sluiten," zegt ineens een strenge stem. Verward kijk ik op, recht in het gezicht van een geïrriteerde bibliotheekcaresse. "Euh," stotter ik, "Ja mevrouw, ik zal afronden." De vrouw knikt statig en loopt vinnig tikkend met haar hakken weg.

Als ik zeker weet dat niemand kijkt, kijk ik weer naar het boek. Snel blader ik erdoorheen, mijn vingerafdrukken op elke bladzijde achterlatend.

Ik schud mijn hoofd en klap het boek dicht. Meteen sta ik doodstil, want ik durf te zweren dat ik iets hoorde rammelen. Ik haal mijn schouders op en stop het boek weer terug. Dan maar weer de furie van mevrouw Schutters ondergaan.

Ik pak mijn mobiel en check even mijn whats app. Ik heb een appje van mijn beste vriendin Rebecca:
Heb je al een boek? Rick vertelde namelijk net dat hij moest nakomen bij Schutters... Ze is niet in een al te beste bui... Beter dat we morgen dan een boek hebben.

Rick is de broer van Rebecca, ook is hij een van de beste vrienden van mijn broer.

Ik zucht. Dan moet ik heel snel nog even een interessant boek zoeken.

Ik kijk langs de oude lederen kaft naar andere kaften, alleen geen een trekt echt mijn aandacht.

"Jongedame! Wilt u nu een boek uitzoeken of gewoon vertrekken?! Het is al over vijven!" Roept de bibliotheekcaresse boos naar me. Geschrokken trek ik snel de meest opvallende kaft tussen de boeken vandaan en snel naar de balie.

"Deze wil ik graag lenen," mompel ik. "Deze?" Vraagt de vrouw sarcastisch. "Het is niet eens een boek, er staat niks in, neem maar mee en breng het niet meer terug. Dat boek verlaagt het moreel van alle andere boeken, het is een lopende ouderdom en binnenkort schimmelbron voor alle andere literaturen, als je het mij vraagt," vertelt de vrouw pinnig.

Maar ik vraag het niet aan jou, denk ik geïrriteerd. "Nou vort! Ik wil afsluiten!" Zegt ze boos en gebaart me richting de uitgang.

Zonder verder omkijken loop ik snel naar buiten. Ik prop het boek in mijn tas en weer denk ik iets te horen. Ik haal mijn schouders op, stap op mijn fiets en fiets naar huis.

Thuis gooi ik mijn fiets in de heg en open de deur. "Ik ben thuis!" Schreeuw ik door de hal.

Uiteraard komt er geen antwoord. Mijn broer, Alard, zal wel weer bij zijn vrienden zijn en mijn ouders zijn natuurlijk weer aan het werken. Vanavond sms'en ze dan natuurlijk weer dat ze moeten overwerken of dat ze een week weg zijn, dan moeten ze namelijk naar het buitenland. Soms een maand of een aantal weken. Ligt eraan hoever het is. Of hoe belangrijk.

Gelukkig komt mijn broer vanavond wel thuis, denk ik.

We zijn een tweeling, we weten niet wie als eerst geboren is. Als we dat vragen aan onze vader dan zegt hij altijd: "Wat maakt het uit." En onze moeder die zegt de ene keer dat ik het ben en de andere keer dat het Alard is. Ze is zo verstrooid door het vele werken, daardoor weten wij dus niet wie de oudste is. Dus doen we allebei alsof we de oudste zijn, niet dat dat altijd even goed gaat.

Ik pleur mijn tas in een hoek en loop naar de woonkamer. Op de klok staat half zes. Ik zucht en pak het boek uit mijn tas, het boek leg ik op de keukentafel en m'n tas laat ik liggen.

Ik klap het voorzichtig open, en ik meen een piepend geluid van oude scharnieren te horen. Dat kan toch niet? Het zal vast verbeelding zijn.

Ik zucht een tweede keer en klap het boek weer dicht. Weer meen ik een geluid te horen, dit keer alsof iets rammelt. "OHW!!" Roep ik geïrriteerd. "Boeken maken geen geluid!!!" Roep ik terwijl ik met mijn rug naar het boek ga staan.

"Het boek maakt ook geen geluid, maar ik wel." Klinkt een stemmetje.

Ik draai me om, gil en keer het boek weer mijn rug toe. Nou ja, niet vanwege het boek, mee vanwege hetgeen eruit gekomen is.

"Hey, je hoeft niet bang te zijn, ik ben heel aardig hoor, en ik hou ook van bloemen," roept het stemmetje vrolijk.

Ik draai me heel langzaam om en wat ik zie, laat mijn mond openzakken.

Het boekWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu