#1
Nora had zich altijd aangetrokken gevoeld tot ‘het ontastbare’. De abstractie in alledaagse dingen trok haar aandacht. Misschien fotografeerde ze daarom graag emoties, wat dan weer de reden was voor het regelmatig bijwonen van begrafenissen. Of wellicht kwam dat laatste gewoon voort uit haar interesse voor de dood. Dat ze anders was dan haar ‘doodgewone’ familieleden, was duidelijk.
‘Waar is mijn camera?’
‘Lijkt je dat wel verstandig?’ vroeg Bianca.
‘Waar is mijn camera?’ herhaalde Nora geïrriteerd.
‘Op de kast.’
Nora wierp een blik op haar moeder, die zich bezighield met het schillen van de aardappelen, en ging daarna op haar tenen staan, om bij de camera te kunnen.
‘Je vader en ik vinden je hobby gewoon een beetje apart’, verzuchtte Bianca. Ze legde het mesje neer en glimlachte flauwtjes naar haar dochter.
‘Ik deed dit in de stad ook al. Je moet mijn studiegenoten eens zien, hun hobby’s zijn veel aparter.’
‘Je studie, ja. Is het niet verstandiger om je daarop te richten? Je staat er niet al te best voor…’
‘Het is vakantie.’
Met die woorden verliet Nora haar ouderlijk huis.Het sneeuwde. Dikke vlokken scheidden zich van de wolkenmassa, om zich vervolgens bij hun soortgenoten op het trottoir te voegen. De jongedame versnelde haar pas en sloeg de hoek om. De begraafplaats was niet ver, maar dat maakte de kou niet minder erg. Ze kroop weg in de kraag van haar wollen jas en sloot onopgemerkt aan bij de genodigden.
De sfeer die bij dit soort gelegenheden hoorde, maakte haar rustig en herinnerde haar eraan dat er mensen waren die het slechter hadden dan zij. Puur uit egoïsme bevond ze zich graag in de buurt van de doden en hun rouwende familieleden.
Dat Nora al enkele jaren niet meer thuis woonde, maakte waarschijnlijk dat ze het vijfde slachtoffer niet kende. Joost was zijn naam. Zijn achternaam kwam haar niet bekend voor en ook haar ouders kenden hem niet, waaruit ze kon opmaken dat hij nog niet lang in het dorp woonde. Nieuwsgierig als ze was, had ze wat onderzoek naar hem gedaan. Meer dan zijn Facebook had het niet opgeleverd.
Ze haalde haar camera uit de tas, terwijl ze de verschillende gasten vluchtig bekeek. Verdriet hing in de lucht. Ze maakte een tiental foto’s, wetend dat slechts op enkele datzelfde verdriet straks nog zichtbaar was.
‘Heb je soms geen respect of zo?’ klonk het achter haar. Nora draaide zich om en keek de jongen die haar had aangesproken onverschillig aan. Hij droeg een petje en een trainingsjack. Over respect gesproken.
‘Ik maak foto’s voor de krant’, loog ze. Het was niet de eerste keer dat ze deze woorden uitsprak, dus ze klonken inmiddels geloofwaardig. De jongen trok zijn wenkbrauwen op en verplaatste zijn blik weer naar de verse sneeuw op de grond.
Nora borg haar camera op en slenterde richting de kist, sporen in de sneeuw achterlatend.#2
‘Man, wat heb ik een hékel aan begrafenissen,’ siste Ash. ‘Al die jankende mensen, bah. Om ziek van te worden.’ Eén van de mannen die naast hem stond, mompelde iets wat erg leek op ‘zeik niet’, om vervolgens weer naar de rouwende mensen te kijken die voor hen stonden. Ash snoof hooghartig. Hij snapte niet waarom ze nou juist naar déze begrafenis moesten, er waren er op dit moment zat om uit te kiezen die wél binnen waren (grotendeels dan). Maar nee, zij moesten zo nodig naar degene die in de buitenlucht plaatsvond, omdat alle kerken vol zaten. En daarbij haatte hij sneeuw en gure wind en kou en nou ja, eigenlijk had hij gewoon een hekel aan het hele winterseizoen. Maar nee, hij mocht niet zeuren. Hij moest gewoon doen wat hem werd opgedragen en dankbaar zijn voor wat hij had. Het liefst had hij zijn middelvinger naar zijn baas opgestoken toen hij weer tegen hem tekeer was gegaan, omdat hij “onvoorzichtig was geweest”, maar hij keek wel uit. Zijn werkgever was namelijk niet bepaald een doetje.
De mensenmenigte begon richting de kist te lopen, wat betekende dat de begrafenis bijna voorbij was. Ook Ash en de twee mannen naast hem liepen richting de kist. Ze lieten diepe voetstappen achter in de sneeuw, maar die werden al snel weer opgevuld door verse vlokken. De hele wintersfeer maakte Ash grimmig en de huilende mensen om hem heen deed hem nou ook niet echt bepaald goed. Niet dat hij daardoor zelf verdrietig werd, integendeel; hij vond dat ze zich aanstelden. Een mensenleven komt en gaat, leer er mee leven, was zijn gedachten toen hij een blik wierp op de rouwende familieleden. Ze waren ondertussen de kist gepasseerd en Ash wierp een blik in het graf. Zijn medaillon gloeide lichtjes.
Ineens voelde hij een hand op zijn schouder, waardoor hij zich instinctief omdraaide. De oudere vrouw haalde verschrikt haar hand van zijn schouder.
‘Sorry,’ snikte ze, ‘ik wilde je niet laten schrikken.’ Ze glimlachte bedroefd. ‘Kende je Joost goed?’ Ash keek de vrouw even vreemd aan, maar besefte al snel dat die Joost waar de vrouw het over had, de dode jongen in de kist moest zijn. Hij haalde zijn acteerkunsten tevoorschijn en keek de vrouw met een bedrukt gezicht aan.
‘Helaas niet, maar het leek me een hele aardige knul.’ De vrouw trok haar zakdoek uit haar zak en snoot haar neus. Daarna keek ze Ash met waterige ogen aan.
‘Ja, dat was hij ja, een hele aardige jongeman.’ Na deze woorden liep de vrouw snikkend weg om vervolgens weer iemand anders lastig te vallen.
‘Vrouwen,’ mompelde Ash.
Met een emotieloze blik keek Ash de menigte rond naar de mannen met wie hij naar de begrafenis was gekomen. De laatste keer dat hij ze had gezien was vóórdat de vrouw weer was doorgelopen. Toen hij zich omdraaide om te kijken of de heren alvast naar het hek waren gelopen, werd hij verblind door een felle lichtflits. Toen hij zijn zicht weer terug had, kon hij zien waar het vandaan kwam. Voor hem stond een jonge vrouw met een fotocamera, druk bezig met het nemen van shots. Ash keek haar geïrriteerd aan en net toen hij tegen haar uit wilde vallen over dat ze die foto onmiddellijk moest verwijderen, nam ze er nog één van hem. Nu had ze hem echt boos.
JE LEEST
Het weerzien
Fantasy'Slaap zacht mijn kind, de sterren zullen over je waken.' Nederland, december 2014 Geachte burgemeester, Wij danken u voor het sturen van een aantal monstertjes van het bloed van de overledenen. Wij hebben het onderzocht, maar moeten u helaas medede...