"Er staat een grote zwarte wolf voor mij. Zijn ogen zijn kil. Klaar om te moorden. Angst en paniek nemen mijn lichaam over. Ik zet een stap naar achter wanneer de zwarte wolf op mij afkomt. Snel zet ik nog een pas naar achter. Mijn hart gaat als een gek te keer. De wolf komt steeds dichter bij. Ik draai me om en begin...
Het is al laat. Ik krijg weer een raar gevoel. Waar breng dit mijn naar toe? Moet ik dit gevoel volgen? Of brengt dit mij alleen maar in gevaar?
Een meisje wilt antwoorden. Een meisje wilt vrienden en familie. Een meisje wilt weer dat iemand van haar houd. En dat zij weer van iemand kan houden.
Als ik hem zie dan ga ik blozen, als ik aan hem denk krijg ik vlinders in mijn buik. Ik ben verliefd. Tot over mijn oren. En ik vind het vreselijk! Hij is knap, ik ben maar gewoon. Hij is populair, mij herkennen de meeste mensen als het meisje dat haar trui een keer binnenstebuiten droeg naar school... Ik ben maar een...