De halfbloed (✔)
Vastberaden keek ik naar de weerwolf die tegenover mij stond. Hij stond daar. Waarom viel hij niet aan? Ik reikte naar de dolk in mijn laars. Voordat ik deze kon gooien, deed de alfa een stap dichterbij en gromde vriendelijk: 'zielsverwant.' Wacht. Wat? De weerwolf nam een aanloop en sprong. Ik dook naar achter, maa...