JanRuss8

TIOVIVO-CARROUSEL-DRAAIMOLEN / JAN RUSS
          	Caleidoscopische schelmenroman
          	of toch niet?
          	Op de kaft staat Tiovivo, het titelblad zegt Draaimolen en na de eerste twee regels moet je ondersteboven lezen of achteraan beginnen. Dan heet het opeens Carrousel en kun je -enigszins duizelig- het verhaal tot je nemen. Gelukkig wordt de lezer met beide benen op de grond gehouden door een handzame stadsplattegrond, zodat je weet waar je bent. Deze middelbare plaats wordt bevolkt door merkwaardige figuren, die je niettemin zo op straat tegen zou kunnen komen. We volgen enkele dagen de wederwaardigheden van ene Egbert, volgens de flaptekst schizofreen. Denk niet aan een psychiatrische roman (al is Egbert zijn eigen buurman), noch aan diepgravend gepsychologiseer en verwacht geen hoogdravende literaire constructies. Wel duiken veel en vaak voor- en achteruitwijzingen op naar gebeurtenissen, personen en situaties middels kroketten, nieren, truien en aliens.
          	Denk ook niet dat je weer zo’n bere-interessante, maar onleesbare roman in handen hebt. Russ schrijft namelijk als een trein. Hij laat zich niet veel gelegen liggen aan stilistische hoogstandjes, gangbare conventies of inventieve plotopbouw. Naar verluidt heeft Russ dit boek geschreven omdat zijn vrouw zei dat hij dat niet kon. Hij is er een zomer voor gaan zitten en heeft zijn vrije geest alle kanten op laten gaan. Het resultaat is een overvolle roman in elf hoofdstukken (het zottengetal?) zonder paginanummers. Het verhaal wordt aan de gang gehouden door een opeenvolging van vreemde gebeurtenissen, die niettemin volstrekt logisch lijken, zodat je als lezer al gauw aan je eigen logica gaat twijfelen. Je ziet het voor je, maar gelooft je ogen niet. Even verknipt schijnt de rijkgeschakeerde stadsbevolking, die zich onverstoorbaar verweeft met de alomtegenwoordige zotternij en alles heel normaal vindt, maar niemand in het boek heeft zijn dag. Of ligt het aan de lezer?

JanRuss8

TIOVIVO-CARROUSEL-DRAAIMOLEN / JAN RUSS
          Caleidoscopische schelmenroman
          of toch niet?
          Op de kaft staat Tiovivo, het titelblad zegt Draaimolen en na de eerste twee regels moet je ondersteboven lezen of achteraan beginnen. Dan heet het opeens Carrousel en kun je -enigszins duizelig- het verhaal tot je nemen. Gelukkig wordt de lezer met beide benen op de grond gehouden door een handzame stadsplattegrond, zodat je weet waar je bent. Deze middelbare plaats wordt bevolkt door merkwaardige figuren, die je niettemin zo op straat tegen zou kunnen komen. We volgen enkele dagen de wederwaardigheden van ene Egbert, volgens de flaptekst schizofreen. Denk niet aan een psychiatrische roman (al is Egbert zijn eigen buurman), noch aan diepgravend gepsychologiseer en verwacht geen hoogdravende literaire constructies. Wel duiken veel en vaak voor- en achteruitwijzingen op naar gebeurtenissen, personen en situaties middels kroketten, nieren, truien en aliens.
          Denk ook niet dat je weer zo’n bere-interessante, maar onleesbare roman in handen hebt. Russ schrijft namelijk als een trein. Hij laat zich niet veel gelegen liggen aan stilistische hoogstandjes, gangbare conventies of inventieve plotopbouw. Naar verluidt heeft Russ dit boek geschreven omdat zijn vrouw zei dat hij dat niet kon. Hij is er een zomer voor gaan zitten en heeft zijn vrije geest alle kanten op laten gaan. Het resultaat is een overvolle roman in elf hoofdstukken (het zottengetal?) zonder paginanummers. Het verhaal wordt aan de gang gehouden door een opeenvolging van vreemde gebeurtenissen, die niettemin volstrekt logisch lijken, zodat je als lezer al gauw aan je eigen logica gaat twijfelen. Je ziet het voor je, maar gelooft je ogen niet. Even verknipt schijnt de rijkgeschakeerde stadsbevolking, die zich onverstoorbaar verweeft met de alomtegenwoordige zotternij en alles heel normaal vindt, maar niemand in het boek heeft zijn dag. Of ligt het aan de lezer?

JanRuss8

Behalve poëtisch zijn deze grafische vondsten functioneel, want je blijft doorlezen. Wat ook helpt is dat het wemelt van de geestige woordgrappen, ook vaak verrassend vormgegeven en zoveel dat je er wel eens eentje over het hoofd ziet.
          Er gebeurt kortom genoeg en je lacht je rot, maar er wordt ook volop gedacht, gesproken en bespiegeld, vaak pagina’s lang. Russ gaat breed en komt tot wereldschokkende biologische, economische en filosofische inzichten omtrent onder meer wetenschap, ecologisch huishouden, ouderschap, volksgeloof, mythevorming en monarchie, alles met vrolijk anarchistisch elan. Enige redactie had hier wellicht geen kwaad gekund. Aan de andere kant geeft juist zijn ongepolijste anti-stijl (punk?) het boek een extra laag die een redacteur vast teniet had gedaan. Russ schuwt niets, is voor niemand bang en dusdanig vrijdenkend dat het wereld- en mensbeeld dat uit het boek oprijst geheel voor rekening van de lezer is. Hij laat deze graag in het ongewisse van zijn bedoelingen. Soms bedondert hij de kluit (ik twijfel bij de pindamannetjes), de volgende pagina vermaakt hij vooral zichzelf en spat het schrijfplezier van de pagina’s om even later genadeloos een tirade op de lezer los te laten die zo extreem is dat je hoopt dat het grappig is, maar misschien meent hij dàt juist weer wel. Dat maakt het een individueel boek, zowel voor de schrijver als de lezer, die hand in hand onbesuisd het diepe in springen.
          Het knappe van dit meesterwerk is dat het zich op veel niveau’s laat lezen en spectaculaire opinies bevat, die je als lezer (bijna) allemaal meekrijgt, maar waar het je niet om te doen is, althans niet tijdens het lezen, want dat is een groot feest. Als nadenken over de diepere lagen van Tiovivo-Carrousel-Draaimolen de kater daarvan vormt, vind ik het voor herhaling vatbaar en ben ik benieuwd naar Russ’ volgende plaat!
          Kortom, vijf ballen: ●●●●● !
          Hans d’Olivat / Tilburg CowBoys