Het bos

46 2 0
                                    

Het geluid van zijn schoenen op de grond sterfte weg, de man had me los gelaten. Hij had me laten leven, maar met wat voor een zekerheid? Ik kon elk moment dood gaan.

"Leeft ze nog?" Zijn stem was vel, bijna kwaad. "Ja meneer, ze is veilig. Ze is nu in het bos, vanuit daar moet ze zelf de weg vinden naar het dorp waar de andere spelers zijn. Zo als de spelregels meneer" Zijn onderdaan vertelde hem deze informatie. De man knikte waarna hij naar de deur keek, zodat zijn onderdaan wist dat hij de ruimte moest verlaten. Hij hoopte dat de vrouw zo snel mogelijk het dorp zou bereiken, zodat hij haar kon ontmoeten. Hij bekeek haar even via het scherm. Ze lag doodstil op de grond, tussen de bladeren onder een grote boom. Ze was prachtig en ze was beeldschoon als ze sliep.

Ik paniek werd ik wakker, ik ben dood. Ben ik dood? Nee je bent niet dood. Ik schoot overeind waardoor ik rechtop zat. Maar voordat ik mijn ogen opende probeerde ik mijn ademhaling onder controle te krijgen. Ik had dood kunnen zijn, maar waarom ben ik het niet? Even zuchtte ik waarna ik opnieuw een lucht adem in hapte. Met mijn hand ging ik over mijn keel, het deed pijn en je kon voelen dat er veel druk op gestaan had. En daarnaast was het ook nog dikker. Voorzichtig opende ik mijn ogen, ik moest een paar keer knipperen voordat mijn ogen aan het licht waren gewent. Ik bekeek de bladeren die op de grond lagen, de bomen die om me heen stonden en naar glinstering van de zon die door de takken van de bomen heen kwam. Het was prachtig, maar er hing te veel spanning in mijn lichaam om er van te kunnen genieten. Sta op mens en zoek hulp. Mijn gedachte maakte me wakker uit de betovering waarna ik op stond. Voordat ik ook maar 1 stap verder wou zetten keek ik meerdere malen om me heen. Maar er was niemand te zien. Ook was er geen stem geweest die me had verteld wat er zou gebeuren of niet. Misschien was ik wel doelloos in een bos gedumpt omdat ik niet spannend genoeg was voor het spel. Langzaam beende ik me een weg vooruit, ik moest uit dit bos zien te komen. En zo snel mogelijk, voordat ik terug geplaatst zou worden in het spel. Ik begon te rennen, maar de bladeren werkten niet echt mee. En binnen de kortste keren gleed ik uit waardoor ik mee gleed met de bladeren van een heuveltje af. Met een redelijke smak kwam ik stil te liggen tegen een boomstronk. Ik zuchtte en haalde even een hand door mijn haar waarvan de lokken vettig aanvoelde en daarnaast gevuld met klitten waren. Ik beet even op mijn lip terwijl ik mijn tranen probeerde tegen te houden. Ik voelde me waardeloos, maar vooral zwak. Ik had geen idee hoe lang ik al van huis weg was en waar ik me op dit moment bevond. Sta op mens en hou op met piekeren.  Ik negeerde de stem in mijn hoofd, daar had ik op dit moment niet zoveel aan. Ik wist wel wat dat ik door moest gaan, maar waarheen. Dit bos zal waarschijnlijk eindeloos zijn. En de weg vinden was nooit zo mijn ding geweest. Maar met een zucht wist ik mezelf overeind te krijgen en begon ik weer te lopen.

 Mijn benen deden pijn van het lopen, mijn mond was droog en mijn oogleden waren zwaar. Er waren zoveel dingen die ik nu nodig had, zoals een fles water en een lekker bed om in te slapen. Maar het enigste wat ik op dit moment had was een bos, gevuld met bomen, bossen en vooral veel bladeren. Geen warm aanlokkelijk bed of een glas water wat voor me klaar stond. De schemering was gevallen en ik had al uren gelopen. Maar er was geen uitgang te vinden in dit bos. Misschien was dit nog wel een onderdeel van het spel, maar wie zal mij dat vertellen. Niemand. Ik pakte met mijn handen mijn hoofd vast en duwde me vingers in mijn haar. Een kreet, nee een gil weerklonk uit mijn mond. Ik werd gek, hartstikke gek. Wie heeft me dit aangedaan, ik zou die gene zijn leven niet meer waardig gunen dat was één ding zeker. Langzaam zakte ik op de grond, waarna ik me languit op de grond liet vallen. Tranen stroomden langzaam over mijn wangen. Ik moest veder maar hoe, ik kon amper denken aan het idee om nog op mijn benen te staan. Maar het idee dat ik in dit bos zal slapen liet de rillingen over mijn rug lopen. Ik liet mijn handen over mijn wangen glijden. Waarna ik mijn handen achterin mijn nek plaatste. Een zucht verliet mijn mond terwijl ik even rond keek. En op dat moment leek het dat ik droomde. Met dat ik mijn zichtveld verbreede leek het alsof ik licht in de verte zag. Daadwerkelijk licht van een dorp of een stad. Maar dat leek onmogelijk. Ik lachte, misschien iets te hard. Ik werd gek, dat bleek wel weer. Mijn lach werd steeds harder, maar niets hield me tegen. Wie zou me hier vinden? niemand, geen mens in deze verdomde wereld. Met moeite stond ik op terwijl ik nog steeds grijnsde. Ik moest vederlopen, mezelf uit deze belachelijke situatie halen. Ik leek wel stoned, terwijl ik dat in jaren al niet meer geweest was. Een sigaret kwam af en toe nog van pas maar daar bleef het bij. Langzaam beende ik vooruit. Mijn benen branden en mijn schoenen leken gevuld met lood. Maar toch liep ik door, ik werd hier immers liever nog niet dood gevonden. Maar met dat ik veder liep, kwam het licht dichterbij. Maar het kon niet waar zijn, het kon niet echt zijn. Niet hier. "Hey! Moet je dat zien!" een stem klonk verweg, vanuit de richting van het licht. "Een nieuwe speler, geweldig!" Schreeuwde iemand anders terug. "Hey meid, kom hier heen, daar ben je echt niet veilig" Een bespottende de stem. Waar ik al gelijk van walgde. Ik veranderde mijn mening gelijk, ik werd liever dood gevonden hier dan daar. Maar ondanks die gedachten liep ik door. Ik moest water hebben, eventueel een bed. Maar de grond zinde me op dit moment ook. Het licht werd veller, maar het was een hulp om fatsoenlijk het dorpje binnen te lopen. "Damn, ze is ook nog hot ook" Ik keek op naar de jongen die maar een paar meter van me verwijderd was. "Ik heb verdome oren en hoor je gewoon" Zei ik vel. De jongen grijnsde, wat me ergerde. Wie dacht hij dat hij was. "Voor dat je nog iets onzinnigs uit spreekt, vertel me waar ik ben en wel nu" Maar met dat ik die woorden uitsprak verloor ik de controle over mijn benen en zakte ik op de grond. Opnieuw, en opnieuw werd alles weer zwart. Net zoals de vorig keer dat ik in het bos belande. 

Game of deathWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu