Verdwenen

252 17 2
                                    

Alles was weg, zelfs de wiet geur was niet meer te ruiken. Het leek een net huis nu.

Met een knal gooide ik de deur dicht. "Eva? Waar ben je heen geweest?" Was Wolfs ook geschorst? anders was hij nu niet thuis geweest, we hadden normaal gesproken dienst gehad tot half 7 s' avonds. Ik besloot niet te reageren op de vraag van Wolfs, in een rechte lijn liep ik naar de keuken toe, om wat te drinken te pakken. Ik pakte een flesje water en sloot de koelkast. De hand van Wolfs kwam ook op de koelkast, al vragend keek ik hem aan. 'Eva, waar ben je geweest? bij Isa?' Ik opende het flesje en nam een slok van het water. Wolfs sloeg op de koelkast, ik schrok me rot. 'Waar was je?' je bent geen therapeut, ik was in de stad, lunchen. 'Eva, verdomme lieg toch niet steeds tegen mij, je woont bij mij. Ik beschouw je als mijn... laat maar.' Nee, wat wilde je zeggen? Wolfs bleef staan maar zei niets. Wolfs?! 'jij uit je gevoelens nooit Eva, en je komt er mee in de knoop. Met mij kan je praten, ik begrijp je. Ik weet dat je er bent geweest maar verdomme Eva, Waarom vertel je het me niet gewoon?' jij hoeft je toch niet overal mee te bemoeien? 'Eva, ben je bij Isa thuis geweest? dat is het enige wat ik wil weten! zeg het me!' Wolfs zijn stem sloeg over, waardoor ik ook boos werd. Jij bent mijn therapeut niet, je werkt niet in een psychiater. Je bent mijn partner, Wolfs.. heb je enig idee hoe vaak ik me heb moeten verantwoorden omdat jij er weer eens niet was? Dat je even weg moest, en dat ik het dan weer moest oplossen. kan je je dat nog herrinderen? zei ik al schreeuwend. 'dat is iets heel anders' NEE, dat is het niet! 'en hoe was dat vroeger dan, met Maurice en je vader en moeder?' Oh, hij wist me ook altijd te raken, maar hierdoor werd ik nog bozer. Ik voelde dat ik een woede uitbarsting zou krijgen.

Wolfs zag het aankomen en verontschuldigde zich, maar daardoor ging ik me echt niet beter voelen. Die opmerking sloeg echt nergens op. 'Ik ga wel even de stad in' Ik gaf geen antwoord en draaide me om. Al ploffend viel ik op bed, ik had besloten om te gaan slapen, dat leek mij het beste.

Nog half slapend zette ik de wekker af en stond op, poetste mijn tanden en liep de trap af.

Ik zal de Whisky nog op het aanrecht staan. Terwijl ik aan het eten was hoorde ik dat Wolfs aan de telefoon was. 'Eva?' Ik nam nog een hap van mijn broodje. 'We hebben een zaak ga je mee?' Zei Wolfs. Ik at mijn broodje op, pakte een flesje water uit de koelkast en trok mijn jas aan.

In de auto was t stil, Wolfs begon over de zaak. 'Meer als 10 kleine overvallen zijn hier gepleegd, in dit kleine dorpje... Eva, luister je wel?' Zonder hem aan te kijken knikte ik, ik dacht na.

Wolfs was de getuige aan het verhoren, ik staarde een beetje uit het raam. 'Goed, dank u wel. Als u nog iets te binnen schiet kunt u mij hierop bereiken.' Hoorde ik Wolfs zeggen. Dat was het teken dat we hier weg gingen, ik deed de deur open en liep alvast maar buiten.
'Wat is er met jou aan de hand?' Ik liep door, Wolfs pakte me bij mijn schouder en draaide me om. 'Ik kan zo niet met je werken, vertel het me nu is! Je doet niks man, ik heb niks aan je. Ga je werk doen of ga maar huis!'

Ik kan het niet, zei ik.

partnersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu