Ik sta in de kou buiten te wachten met mijn leren jack aan en wacht tot mama naar buiten komt om me te brengen naar schipol. Ik ben nog steeds misselijk en voel een hevige steek in mijn zij wat zich steeds herhaalt. Het waait hard en op het pleintje voor mijn huis speelt zich een negatieve sfeer af! Mijn vader en broertje staan voor het raam te wachtten om mij uit te zwaaien. De oude versleten koffers liggen op het houten bankje in de voortuin. Mijn moeder komt naar buiten gelopen en haar haren waaien in haar mond. "Kom schat, we moeten gaan: zegt mijn moeder rustig. Ik zwaai met mijn handen mijn vader en broertje uit, jonas doet druk en klampt zijn handen en neus tegen het raam. Het ziet er grappig uit en ik lach zachtjes naar hem! Dan loop ik weg naar de auto, dag huis, dag pap, dag jonas.
In de auto is het stil, de radio staat zo zachtjes dat je de wind nog harder hoort waaien tegen de autodeuren. "Heb je er zin in lieverd, je lijkt zo somber" zegt mam bezorgd! Ik twijfel wat ik zal zeggen op mijn antwoord, ik voel me misselijk en een gevoel in mijn maag zegt dat ik niet mee moet gaan op reis. Maar ik lieg tegen mezelf "het gaat goed, ben alleen een beetje zenuwachtig, denk ik. Ik bijt op mijn lip en kijk naar het sombere weer wat zich buiten afspeelt.
"Nou we zijn er" zegt ze opgelucht. Alsof we een reis van 6uur hebben gemaakt. "Ik zucht, mam kan ik je bellen als ik er ben " zeg ik zachtjes. "Tuurlijk lieverd" ze geeft me een knuffel en kijkt me blij aan, "hier wat geld, koop er wat leuks van en ik bel maar wanneer je kan, ik neem altijd op". Ik glimlach "dankje mam" love you. Dan loop ik naar binnen en zie haar weg rijden, nu sta ik er alleen voor.