Hoofdstuk 14

352 34 9
                                    

De avond valt. Rue steekt het vuur aan en die begint meteen te roken. Dan klimmen we een hoge boom in en verschuilen ons tussen de takken. We zeggen niets tegen elkaar. Ik wiebel met mijn voet tegen de stam. Ik ben zenuwachtig. Bij het bloedbad waren we min of meer gedwongen tot een gevecht. Nu lokken we het zelf uit. En als het werkt... zijn alleen nog maar Rue, Thresh, het meisje uit District 5 en ik over. Dan zullen Rue en ik waarschijnlijk op splitsen. Ik wil niet alleen met haar overblijven. Ik wil haar niet vermoorden. Maar ik wil ook niet vermoord worden. En ik ben zenuwachtig voor als Peeta komt. Zijn familie zit nu thuis, hopend dat hij levend thuis komt. Als ik zou winnen, waarschijnlijk niet,  zullen ze me zeker haten. Maar ik zou mezelf ook haten. Dat doe ik nu eigenlijk al. Glimmer's levenloze lijf staat nog steeds op mijn netvlies gebrand. Ik zet snel de gedachte van me af.

Rue en ik zitten lang opgekruld in de boom. Zulken ze de rook wel zien? Of het vuur?  Mijn vraag word al snel beantwoord. Er komt iemand hierheen. En heel erg snel. Ik zie de jongen van District 1 de open plek op stormen. "Waar is ze?" roept hij gefrusteerd. Ik trek een wenkbrauw op. Waar heeft hij het over? Cato, Clove en Peeta komen ook in beeld. Ik moet op mijn vuist bijten om het niet uit te schreeuwen van angst. Ik probeer niet te trillen. "Rustig man" zegt Cato. "We vinden ze wel. Allebei."

Voorzichtig kijk ik Rue vragend aan. Haar ogen staan groot van angst. "Ik doe niet rustig! Ze heeft haar vermoord Cato."

"Daar had ze sowieso kans op. We zitten in de Spelen. Ze was toch geen familie van je?"

"Zo goed als" zegt District 1 duister. "Hoe kon ze überhaupt worden aangevallen door zo'n klein meisje?" vraagt Clove.

"Dat heb ik toch al gezegd" antwoord District 1. "Ze stond te vechten met dat meisje van 11. Ze had bijna gewonnwn en ik wilde haar gaan helpen maar toen werd ze plots neergestoken door die meid van 12. We hadden haar meteen mieten afmaken!" Bijna maak ik een geluid. Maar ik bijt hard op mijn hand. IJs vult mijn binnenste. Hij heeft me gezien. Hij heeft gezien hoe het meisje uit zijn District werd vermoord. Door mij. Ik voel een traan over mijn wang lopen als Cato zegt: "Hoe moesten wij nu weten dat ze kon doden? Ik had het helemaal niet verwacht hoor."

"Het was waarschijnlijk een tactiek" zegt Peeta zacht. Het is het eerste wat hij tot nu toe heeft gezegd. "Je zwak voordoen zodat je niemand achter je aan krijgt. Dat is een paar jaar geleden gebeurd met District 7 toch?"

Zwijgend knikken ze.

"Het maakt me niet uit" zegt District 1. "Ze gaat eraan." Op dat moment valt er een steen op de grond. Rue is begonnen met het plan. "Waar kwam dat vandaan?" vraagt Cato terwijl hij vragend omhoog kijkt. "Volgens mij vanuit daar" zegt Clove en ze stapt het net in. Ik knik naar Rue, ten teken dat ze de anderen ook hierhwen kan gaan lokken als Cato plotseling roept: "Clove! Ga daar weg!" Hij heeft het net gezien. Ik reageer te laat maar Rue hewft al het touw doorgehakt. Het touw schiet omhoog, met een gillende Clove erin. "Help!" roept ze. Cato springt direct op haar af en begint het net door te snijden. Peeta en District 1 kijken speurend om zich heen. District's 1 ogeb glijden over onze verstopplek en stoppen bij mij. "Jij!" zegt hij. "Cato! Ze zit daar. In die boom!" Cato stopt met het net door te snijden. Hij ziet ons ook. Hij lijkt verbaasd. "Gooi je zwaard naar ze toe!" roept District 1.

"Gooi jij je speer maar!"

"Die heb ik gister verloren, weet je nog? Haal ze neer!"

Rue en ik springen op en beginnen hoger in de boom te klimmen. "Wat nu?" vraag ik doodsbang. "Ik weet het niet" zegt Rue en ze perst haar lippen op elkaar. "Dit had ik niet verwacht!"

Ik hoor een geluid en het zwaard schiet langs. Ik gil en vak bijna van schrik uit de boom. "Kom op!" roep ik naar Rue en zie linksboven een tak die naar de andere boom leidt. Als we daar heen klimmen, kunnen we misschien ontkomen. Ik klim erheen en klim dan de andere boom in en al snel beweeg ik me door de bomen. De stemmen van de Beroeps sterven weg. "We zijn ze kwijt!" seg ik en draai me om naar Rue. Maar Rue is er niet. Ze ligt op de grond. Met een zwaard door haar lijf. Mijn keel word dik. Mijn ogen tranen. Ik onderdruk een schreeuw. Ze heeft starende, lege ogen. Ik hoor een kanonsschot. Cato loopt naar haar toe en trekt zijn zwaard uit haar. Dan lopen ze weg. Ik zie niets meer. Alleen maar wazig. Een diepe pijn vult mijn lijf, dringt door in mijn hoofd en gaat niet meer weg. Rue. Mijn bondgenoot. Míjn vriendin. Dood.

Ik begin te huilen. Ik stoot een rauwe snik uit, die uit het diepste van mijn lijf komt. De tranen stromen over mijn wangen. Ik zak neer op de tak waarop ik zit. Er klinkt een geluid. De hovercraft komt haar lichaam ophalen.  Ik werp nog een blik op Rue. Dan wend ik mijn blik weg. Als het geluid van de hovercraft afneemt, kijk ik weer. Rue is weg. En ze komt niet meer terug. Nooit meer. Ik steek mijn linkerhand op, met de drie middelste vingers opgestoken. Het is een gebaar dat we in District 12 weleens bij begrafenissen gebruiken. Dit is onze manier om gedag te zeggen tegen een geliefde, familie lid of een vriend. En Rue was de beste vriendin die ik ooit heb gehad. Zo sta ik een tijdje te staren naar de plek waar Rue's lichaam eerst nog lag. Dan ga ik weg.

The Hunger Games Of PrimWhere stories live. Discover now