Hoofdstuk 12

1.3K 50 6
                                    

Speciaal voor jullie <3


Hoe ik in bed ben gekomen geen idee, maar ik werd vannacht wakker in mijn eigen bed en zonder mijn broek en blouse en Wolfs lag aan de andere kant, dus waarschijnlijk heeft hij me zo in bed gelegd, denk ik tenminste. Toen ik vanmorgen opnieuw wakker werd was mijn bed leeg, alsof hij er niet was geweest. Ik schrik op als ik op de wekker kijk en spring uit bed om mezelf snel te douchen en dan naar beneden te strompelen. ‘Waarom heb je me niet geroepen’ slinger ik meteen naar zijn hoofd. ‘Omdat je, je slaap wel kunt gebruiken’ verontschuldigde hij zichzelf. ‘Nu komen we zo nog te laat’ vond ik het een slecht excuus. ‘Kun je niet gewoon beter thuis blijven’ bedoeld hij het vast heel goed maar zo komt het nu niet bij mij over. ‘Nee, ik kan prima werken’ loop ik boos naar de koelkast. ‘Je bent jezelf niet’ houd hij me tegen. ‘Ik kan prima voor mezelf zorgen hoor’ bijt ik hem nijdig toe waarna hij me erdoor laat en zelf de trap oploopt. ‘Klootzak’ roep ik hem na, dat is het enige dat ik kan doen aangezien hij de deur al uitloopt en ik nog steeds hier in de keuken sta. Waarom, dat is het enige dat door me heen gaat, waarom. Nog steeds chagrijnig heb ik mezelf op de bank opgekruld waar ik toch weer in slaap ben gevallen. Ik schrik op van mijn telefoon die piept, shit ik moest naar mijn psychiater maar ik ben nu te laat doordat ik in slaap was gevallen, en ik ga mooi niet opnemen. Ik ga niet meer alles in mijn leven is toch al verpest, dan kan ik mijn baan ook nog wel verliezen, Marion ben ik al kwijt en met Wolfs maak ik alleen maar ruzie, ze krijgen maar lekker allemaal de pleuris, ik ben er helemaal klaar mee, met iedereen.

Als hij eind van de middag thuis komt ben ik nog steeds boos, boos op hem en eigenlijk boos op iedereen. ‘Eef, we moeten praten’ komt hij de keuken ingelopen, totaal brak als je het mij vraagt, in geen enkele opslag lijkt hij nog op die leuke man waarop ik verliefd werd. ‘Praten doe ik al met mijn psychiater’ reageer ik bot, omdat ik geen zin heb om met hem of wie dan ook te praten. ‘Daar ben je helemaal niet geweest’ schud hij verontwaardigd zijn hoofd. ‘Hoe weet je dat’ kijk ik hem nijdig aan, waar bemoeit hij zich wel niet mee. ‘Mechels kwam naar me toe, ze was gebeld door je psychiater dat je niet op bent komen dagen en dat je, je telefoon niet beantwoordde’ lichtte hij me in. ‘Wat is er nou met je’ gaat hij hulpeloos aan de tafel zitten. ‘Ik wil je alleen maar helpen’ zie ik de tranen in zijn ogen staan waardoor ik breek. ‘Ik heb ruzie met Marion’ vertel ik hem zonder hem aan te kijken. ‘Dat weet ik, ik had tenminste zo’n vermoedde’ antwoord hij. ‘Ik heb het haar gister gevraagd maar ze wilde niks zeggen, ik heb haar gevraagd of ze gisteravond langs wilde komen om met je te praten daarom ging ik motor rijden’ vertelde hij verder. ‘Ze is niet geweest’ schudde ik mijn hoofd terwijl ik een traan wegveeg, een traan omdat ik nu besef dat het echt niet meer goed komt. ‘Wat is er gebeurd’ doet hij een poging om me het te laten vertellen. ‘Ik wil er niet over praten’ wil ik nog steeds niks zeggen. ‘Marion haat me, ik moet me er maar bij neerleggen’ zeg ik na een korte stilte toch maar. ‘Dat zal wel mee vallen toch, in elke vriendschap komt wel eens ruzie voor’ gelooft hij me niet. ‘Waarom haat ze je dan’ vraagt hij maar als ik niet reageer. ‘Ze is verliefd op je’ reageer ik nu wel ‘en omdat ik steeds zei dat ik je niet wilde en toen ineens wel is ze kwaad, omdat ik je nu heb ingepikt terwijl zij je wilde’ gooi ik alles er achter elkaar uit. Aan zijn gezicht zie ik dat hij niet goed weet wat hij moet zeggen. ‘Dat kan niet’ schud hij dan zijn hoofd. ‘Toch is het zo’ haal ik mijn schouders op. ‘Waarom heb je niks gezegd’ kijkt hij me nu recht aan. ‘Weet ik niet’ haal ik mijn schouders op. ‘Kom hier’ staat hij op en slaat zijn armen om me heen. ‘Ik hou van jou, ook als je denkt dat het niet zo is’ drukt hij een kus op mijn lippen. ‘En je moet jezelf eens niet zo gek maken’ glimlacht hij. ‘Maar Marion was mijn enige vriendin’ laat ik mijn hoofd hangen. ‘He het komt wel weer goed’ probeert hij me op te fleuren, maar ik weet het zo net nog niet. ‘Zal ik chinees halen’ stelt hij voor waar ik natuurlijk geen nee tegen zeg. En zo zitten we even later samen aan de tafel te genieten van het eten, ik geniet vooral en Wolfs eet gewoon omdat het eten is en omdat ik het zo lekker vind. Na het eten hebben we samen wat tv gekeken op de bank waarna ik naar bed ben gegaan, ondanks dat ik vanmorgen nog op de bank had geslapen was ik helemaal uitgeput van deze dag en van alle emoties. ‘Mag ik bij je liggen’ verscheen Wolfs in de deuropening. Als antwoord hield ik het dekbed omhoog zodat hij erbij kon komen liggen en ik in zijn veilige armen in slaap kon vallen.

Echte vrienden of toch niet? (Flikken Maastricht, Fleva)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu