Hoofdstuk 2

2 0 0
                                    


Nora neemt zuchtend haar GSM in haar hand en checkt of ze ongelezen berichtjes heeft.
Nee, nog steeds niet.
Vloekend legt ze haar GSM terug neer en ploft ze in haar lederen bruine zetel.
Is het nu echt zo moeilijk om te antwoorden? Bij haar berichtje zelf staan 2 blauwe vinkjes, dat betekent dat iedereen het berichtje gelezen heeft. Maar antwoorden is blijkbaar te veel gevraagd.

Ze sluit haar ogen en probeert zich te ontspannen. Waarom duurt het allemaal zo lang?
Plots klinkt er een melding op haar GSM. Ze springt net niet op en grist de GSM van tafel.
Uugh. Enkel een nieuwsflits. Er is weer iemand ontsnapt uit de gevangenis en de omgeving moet zijn ramen en deuren gesloten houden. Gelukkig is het niet bij haar in de buurt.

 Onrustig begint ze te ijsberen in de woonkamer. Ze moet iets doen, ze kan niet blijven stilzitten.
Zou ze naar haar kelder gaan? Om te kijken of ze zich niet heeft vergist?
Ja. Dat gaat ze doen. Het was gisteren immers donker en dan ziet een mens niet meer perfect.
Het zal dat geweest zijn.
Vastberaden neemt ze haar sleutels en gaat ze naar de kelder van haar appartement.
Voor ze de poort open maakt, kijkt ze even rond of er niemand anders in de garage is.
Pottenkijkers kan ze nu wel missen.
Nora ademt diep in en uit en prevelt een schietgebedje.
Alstublieft, laat het een droom geweest zijn.

Wanneer ze niemand ziet, doet ze snel de poort op een kier open, wurmt zich er onder door en sluit de poort onmiddellijk. In het pikdonker gaat ze op de tast op zoek naar de lichtknop.
Huiverend voelt ze dat ze met haar hand door spinnenwebben gaat. Ze prevelt een klein schietgebedje dat er geen spin op haar zit.
Oef, daar is de lichtknop. Snel duwt ze erop en ze pitst haar ogen dicht tegen het plotse licht.
Nadat haar ogen zijn gewend aan het licht draait ze zich om naar haar auto.

Of beter, een geblutst wrak.
Nora voelt de grond onder haar voeten wegzakken.
Het was dus geen droom. De slag die ze gisterenavond heeft gevoeld, was dus iets of iemand dat ze heeft aangereden. Laat het alstublieft een dier zijn. Of een paaltje.
Oh mijn God, stel je voor een moeder een kind. De tranen springen in Nora's ogen.

Laat me in hemelsnaam geen moordenaar zijn. 



Geheimen OnthuldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu