III

15 1 0
                                    

'Ja, graag.' Zei ik terwijl ik plaatsnam op de stoel. De man ging een andere kamer in dat waarschijnlijk de keuken was. De stoel waar ik op zat, had een erg zacht rood kussen waar ik heerlijk op inzakte. De armleuningen waren gemaakt van goud met een rood kussentje op de plek waar mijn arm lag en de rug van de stoel kwam zo'n dertig centimeter boven mijn hoofd uit. Nooit eerder heb ik in zo'n fijne stoel gezeten. Een minuutje later kwam de man weer terug met een kopje koffie. Hij ging tegenover mij zitten in een stoel die vergelijkbaar was met die van mij. Ik pakte het kopje van de tafel en begon voorzichtig te drinken. De koffie was de perfecte tempratuur.

'Goed, kom ter zaken.' Zei de man.

'Ik moest opzoek naar Azerath.' Begon ik.

'Dan ben je hier aan het juiste adres. Mijn naam is Azerath. Waar kan ik je mee helpen?'

'Nou, het zit als volgd...' ik vertelde hem het hele verhaal vanaf het moment dat we naar de geschiedenis les liepen tot het heden. Geen een keer onderbrak Azerath mij. Ook niet bij het moment dat ik Sarah beet. Hij bleef mij de hele tijd hetzelfde aankijken. Geïnteresseerd in mijn verhaal. '...En zo ben ik dus hier gekomen.' Nadat ik klaar was bleef het even stil. Er was niks te horen. Ik zag dat Azerath diep inademde.

'Weet je wat de twee mogelijkheden zijn als een mens gebeten wordt door een vampier?' Ik knikte. 'De mens sterft negen van de tien keer. Misschien zelfs wel meer. Of de mens wordt zelf een vampier. Ik heb hier misschien wel het een en ander staan om haar de kracht te geven die ze nodig heeft de krachten tot zich te nemen.'

'Betekend dat dan dat ze een vampier wordt?' Mijn stem begon lichtelijk te trillen.

'De krachten zitten al in haar lichaam.' Azerath begon flesjes uit een kast te halen. 'Het is dat jij nog minderjaarig bent en jouw beet dus minder sterk is. Nu moet die vriendin van jou sterker zijn dan die krachten. Met het middeltje dat ik nu maak zou dat moeten lukken.'

'Is er echt geen mogelijkheid om haar haar oude leven te laten behouden?' Mijn ogen begonnen wat waterig te worden.

'Of ze neemt de krachten op, of de krachten zijn haar te veel en het wordt haar dood. Dat zijn de enige twee opties en ik hoop voor je dat het de eerste is.' De stem van Azerath was waarschuwend. Ergens had ik nog hoop dat Sarah te reden was, maar diep van binnen wist ik dat Azerath gelijk had. Ach ia, liever een vanpier als vriendin dan helemaal geen vriendin. Ik knikte instemmend.

'Ik heb mijn spullen. Breng mij maar naar de plek waar Sarah ligt.' Ik stond op en liep samen met Azerath het steegje in.

'Vliegen?' Vroeg ik.

'Hoe anders?' Een klein lachje verscheen op mijn gezicht en we vlogen samen weg. Tijdens de vlucht was het stil. Na een paar minuten waren we weer terug bij mijn huis en Azerath volgde mij naar binnen. We stapte de huiskamer binnen waar Sarah languit op de eettafel lag. Mijn moeder was nog volop bezig met extra mengsels te maken en had dus niet door dat wij de kamer in waren. Ik tikte op haar schouder en ze schrok op.

'Ah, goed dat jullie er zijn.' Begon mijn moeder. 'Heel erg bedankt dat je ons wil helpen Azerath. Het betekend veel voor ons.' Zonder iets te zeggen liep Azerath naar de tafel en begon allerlei flesjes uit zijn tas te halen.

'Mam,' begon ik, 'klopt het dat Sarah nu nooit meer een normaal mens kan zijn?' Ik keek mijn moeder aan met tranende ogen.

'Ik weet het niet lieverd. Ik heb nog nooit iets gehoord dat een mens nog normaal kan leven na een beet. Als ze überhaupt nog leven.' Ik draaide mijn hoofd terug naar de tafel en zag hoe Azerath bezig was met een soort drankje.

'Oké, ik ben er klaar voor.' Azerath keek naar mij en mijn moeder. 'Het drankje dat haar sterker maakt is klaar. Ze moet het alleen wel zelf drinken. We moetsn haar dus wakker maken en ik denk dat het het beste is als jij dat doet Vanessa.' Ik liep naar de tafel.

'Kan ik haar wel eerst alles uitleggen?'

'Dat moet dan nadat ze het drankje opheeft. Anders heeft het geen nut meer.' Het enige wat ik nog kon was knikken. Ik stond aan de zij van Sarah. Rustig begon ik een beetje aan haar arm te schudden en zachtjes haar naam te zeggen. Mijn hart klopte op driedubbele snelheid in mijn keel. Na een paar pogingen gingen de ogen van Sarah open. Met het drankje in mijn handen wachtte ik op het juiste moment.

'W... wat is er gebeurt?' Met een nog half slaperige stem gingen haar ogen steeds verder open.

'Drink dit.' Zei ik terwijl ik het drankje aan haar gaf. Zonder na te denken dronk Sarah het in één keer op.

'Mag ik even wat tijd alleen met Sarah?' Vroeg ik terwijl ik mijn moeder en Azerath aankeek. Ze knikte uit begrip en verlieten de kamer. Toen ik zeker wist dat ze niks meer konden horen begon ik met praten.

'Wat ik nu ga vertellen gaat heel gek klinken, maar je moet mij verteouwen. Ik ben een vampier en door die beet van vanochtend word je ook een vampier.' Sarah keek mij heel even aan en barste daarna uit in lachen.

'Een vampier? Wat voor monsterverhaal ben je mij nu weer weis aan het maken?' Ik vloog een stukje de lucht in en landde weer. Sarah keek mij met grote ogen aan en haar mond viel wagewijd open. 'J... j... jij kan vliegen?'

'Alle vampieren kunnen dat.' Ook liet ik mijn hoektanden zien. 'Mag ik nu weer even verder met mijn verhaal?' Sarah knikte, nogsteeds in ongeloof. 'Goed, mijn moeder en Azerath geloven niet dat je weer een normaal mens kan worden, maar ik wil dat niet geloven. Ik wil bij het huis van Azerath inbreken en kijken of hij boeken heeft met informatie over vampierenbeten. Wil jij mij helpen binnen te komen? Totdat we weten hoe je weer een mens kan worden, zal ik je leren hoe je een vampier moet zijn.'

'Kan ik niet gewoon een vampier blijven? Dat lijkt mij veel leuker.' Sarah werd helemaal enthousiast van die gedachte.

'Nee, dat kan niet.' Begon ik. 'Dan kan je nooit meer naar je ouders. Niemand mag namelijk weten dat vampieren bestaan.' Sarahs blik werd wat somberder, maar ze begreep het wel.

'Vertel, wat is het plan.' Sarah sprong bijna overeind. 'Ik ben wel in voor een avontuur!'

'Eerst moet je de nacht rusten om te zorgen dat je lichaam de vampierkrachten kan opnemen. Bel zo eerst je ouders om te vragen of je het weekend kan blijven. Morgenochtend gaan we vroeg op pad.' We gaven elkaar één laatste knuffel en ik riep mijn moeder en Azerath er weer bij. We dronken nog even iets met z'n allen en tegen een uur of vier ging Azerath weer terug naar huis. We besloten optijd naar bed te gaan. Hoewel mijn moeder het niet wist, wisten Sarah en ik dat morgen een drukke dag kan gaan worden.

VampierenbeetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu