De herrijzing

154 14 9
                                    

Vanavond, is de avond dat ik eindelijk kan herrijzen. Ik word weer de meest machtige tovenaar in de wereld. Niemand kan mij tegenhouden. Het kan en zal niet mislukken zoals mijn eerdere pogingen om te herrijzen. Ik word onsterfelijk, niemand zal mij kunnen doden. Zelfs niet met Adava Kedavra, want ik ben het pad richting onsterfelijkheid verder gevolgd dan wie dan ook. Als kers op de taart werkt Harry Potter mee aan mijn herrijzing. Zo wordt ik nog veel machtiger, ik heb geleerd van mijn fouten dus het zal niet opnieuw misgaan. Na mijn herrijzing dood ik hem.

Ik moet nog even wachten. Maar ik heb mijn spion op Zweinstein gehoord dat zijn missie is gelukt. De trofee van het toverschool toernooi is een viavia geworden, die Harry Potter naar mij toe zal brengen. Hij moet alleen als eerste de beker vastpakken, maar mijn spion leidt hem wel door het doolhof heen. Misschien moet hij de andere kandidaten uitschakelen, maar als dat moet om mijn herrijzing door te laten gaan, dan gebeurt het ook. Het duurt waarschijnlijk nog maar een paar minuten.

Eindelijk Harry Potter is hier bij mij. Hij zal meewerken aan mijn herrijzing, waarna hij meteen sterft. Als ik ben herrezen zal ik hem meteen doden. Hij zal het niet overleven. Daarna zal ik langzaam maar zeker, mijn o zo geliefde dooddoeners roepen en bevrijden. Zij zullen mij helpen om weer aan de macht te komen. Langzaam maar zeker zal ik weer regeren over de tovenaars in Engeland. Wat zeg ik over alle tovenaars, nee over heel de wereld! Ik zal nooit sterven, dus mijn regeringstijd zal voor eeuwig zijn.

Behalve als…. Nou, ja ik heb er nooit iemand over verteld en stel als iemand er achter komt dan moet hij ze maar eerst allemaal zien te vinden en vernietigen. Tegen de tijd dat hij er eentje heeft gevonden, ben ik daar allang achter en dan zal hij meteen sterven.

Ik zie Harry Potter naderen, hij grijpt naar zijn litteken. Ja, hij voelt dat ik hier ben.

“Hè? Er is iemand met hem mee gekomen.”

‘Dood de ander,’ zeg ik.

Mijn dienaar Peter Pettigrew schreewt:

ADAVA KEDAVRA!’

Er komt een fel groene lichtflits uit zijn toverstok en de jongen die met Harry Potter mee was, is in een keer dood. Die jongen heet Carlo. Vraag me niet hoe ik dat weet, want ik weet gewoon alles. Harry Potter kijkt verbaasd en verschrikt naar Carlos grijze lege ogen en zijn halfopen mond.

“Ja, Harry. Hij is echt dood, geloof je nog steeds niet in mijn machten. Hoe kan zo een dom iemand, mij Lord Voldemort hebben verslagen. Iedereen was bang voor mij, zelfs te bang om mijn naam uit te spreken.”

Peter Pettigrew toverde touwen tevoorschijn, die Harry van zijn enkels tot zijn hals strak aan de grafsteen vastbonden. Harry Potter probeerde zich te verzetten, maar kreeg een klap van Peter.

“Inderdaad, Harry Potter, mijn wraak zal zoet zijn.”

‘Jij,’ bracht Harry Potter vermoeiend uit naar Peter Pettigrew.

De ketel waarin ik zal herrijzen staat al klaar. Peter zal zo voor mij de toverdrank bouwen die ik nodig heb om te herrijzen. Mijn dienaar deed zijn toverstok net iets onder de ketel en zorgde voor het vuur De vloeistof in de ketel begon al te borrelen.

“Mooi, zo. Het kan zo beginnen.”

Er rezen dikke stoomwolken op.

‘Haast je!’ Roep ik tegen mijn dienaar.

Het is gereed, meester.

‘Kom…’

Mijn dienaar haalde mij uit mijn gewaden. Nu kon Harry Potter mij even zien. Ik leek op een mismaakt kind. Ik leek we hulpeloos: Ik sloeg die om Wormstaarts nek. Hij tilde mij op en droeg mij naar de ketel.

Hij laat mij in de ketel zakken, sissend zink ik in de vloeistof. Ik kom met een zwakke plof op de bodem.

Mijn dienaar begint te spreken:

‘Bot van de vader, onwetend geschonken, hernieuw uw zoon!’

Hij liet er een bot van mijn vader in zakken en de toverdrank wordt fel, giftig blauw.

‘Vlees - van de dienaar- b-bereidwillig g-geven – laat – uw meester herleven.’

Er viel een hand in de toverdrank. “Mooi, hij heeft mijn bevelen toch goed opgevolgd. Hoewel hij eigenlijk niet wilde. Ik wist wel dat hij het zou doen.”

‘B-bloed van de gehate… met geweld geroofd… laat uw vijand… herrijzen.’

Hij gooide het bloed erin en de toverdrank werd helemaal wit. Ik zei: ‘Kleed me aan.’

Ik stapte uit de ketel en ik keek naar Harry. Toen keek ik naar mijzelf. Ik was witter dan een schedel, met grote, felrode ogen en een neus zoals een slang.

Eindelijk, Ik ben herrezen!

De herrijzing van Voldemort.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu