Hoofdstuk 1

36 2 0
                                    

Ik Remus Lupin lig wakker in mijn bed. Het is twee uur in de nacht ik vertrek straks naar Hogwarts. Normaal zou ik al lang moeten slapen maar het lukt me niet. Ik moet de hele tijd denken aan die persoon. Met zijn zwarte lange haren zijn storm grijze ogen waar ik wel in kan verdrinken. Ja ik heb het over Sirius Black. Ik ben al verliefd op hem van het eerste jaar. Maar ik kan ook niet slapen omdat het morgen volle maan is. Ik voel me zo misselijk. Morgen zou weer een dag zijn die gaat eindigen in een nachtmerrie. Ik blijf maar denken en denken ik val pas om vijf uur in slaap en ik moet om negen uur opstaan. Als mijn wekker gaat voel ik me zo misselijk en duizelig. Ik sta op en ik moet de neiging onderdrukken om te kotsen. Ik prop de laatste dingen in mijn hutkoffer en draag hem naar benden met veel moeiten.

Als ik eindelijk benden ben heeft mijn moeder al eten klaar gezet . Zoals gewoonlijk zijn het twee broodjes eentje met kaas en natuurlijk de ander met chocolade. Ik ga zitten maar schuif men eten weg. Ik heb geen honger. Weet je het zeker Remus je hebt gisteren ook niks gegeten. Ja mam. Je ziet er slecht uit je hebt groten wallen onder je ogen heb je niet zo goed geslapen door de volle maan. Ik knik ook als is het niet helemaal waar. Jongen je weet dat we morgen vertrekken en heel het jaar weg zijn je moet elke vakantie op Hogwarts blijven en in de grote vakantie ga je naar de Potters. Ja ik weet het maar jullie schrijven toch. Ja natuurlijk, maar maak je nu maar klaar voor vertrek. Ik strompel naar de voor deur en doe mijn schoenen aan. Mijn moeder komt aan met men hutkoffer. Ik doe de deur op en loop achter haar naar buiten en sluit de deur. Ik zit in de auto de weg naar het station duurt zo lang maar daar ben ik ook wel een beetje blij mee. Ik durf niet echt te gaan bang dat ik dit jaar weer zo veel pijn heb als ik Sirius weet met iemand zie zoenen. Jammer genoeg zijn we er al.

Ik sleur mijn hutkoffer achter me aan en loop naar James. Hey alles goed Moony. Gaat wel en jij. Fantastisch want Lily heeft deze zomer op een van mijn liefdesbrieven gereageerd. Ik kijk hem een beetje geschokt aan. En wat schreef dan. Dat ik haar moet stoppen met stalken en dat zelf haar ouders het een beetje irritant beginnen te vinden. Als ik wil beginnen lachten houd James me tegen. Maar dat is toch een goed teken ze leest de brieven al. Ja prongs dat is al een goed teken. Ik zie Sirius aan komen lopen en ik word nu al rood. Als het zo de hele tijd gaat gaan heeft hij straks door dat ik hem leuk vind. Een misselijk makend gevoel overstemd me en ik begin te kokhalzen. Gaat heet een beetje vraagt Sirius terwijl legt hij zijn hand op mijn rug. Er gaat een tinteling door mijn rug. Ja het gaat wel mompel ik met een rood hoofd.

Ik loop nog naar mijn moeder neem afscheid van der en ga terug naar mijn vrienden. Sirius staat er alleen. Als dit maar goed komt denk ik. Eerst staan we een tijdje stil naast elkaar tot hij vraagt waneer is het volle maan moony. Morgen zeg ik een beetje kortaf. Aa daarom ben je zo ziek. Ja ik ben elke volle maan ziek. James en Peter komen ook aangewandeld. We pakken onze koffers en lopen door de muur. Ik had beter niet gelopen want ik voel me nog misselijker en duizelige.

We lopen de trein in een gaan op zoek naar een lege coup. Ik ga zitten en neem en boek uit men tas en begin er in te lezen. Ik merk op dat Sirius er niet is. Ik lees wat verder. Eventjes later komt Sirius binnen samen met Marlene ze zitten niks anders te doen dan elkaar af te lebberen. Ik krijg tranen in men ogen. Waarom vind hij me niet leuk. Ik sta op. Wat ga je doen vraagt James. Ik ga even naar de wc. Ik loop de coup uit.

Ik ga naar de dichtstbijzijnde wc. Als ik in een kotje ben draai ik het op slot en leun tegen de deur. Het misselijkmakend gevoel overheerst weer en ik begin te kokhalzen. Ik doe wc-bril naar boven en begin te kotsen. Ik blijf even boven de wc hangen ik voel dat nog niet al mijn maaginhoud naar boven is gekomen. Na even ze te hebben gezeten begin ik terug te kotsen. Ik doe mijn hand iets meer in mijn mouw en veeg daar mee mijn mond af. De zoute tranen stromen over mijn wangen. Er klopt iemand op de deur van mijn hokje.

Moony gaat het vraagt Sirius. Ik sta op en doe het deurtje van het slot. Sirius staat voor me hij is een beetje groter als mij. Gaat het een beetje vraagt hij. Ik knik maar de achtergebleven sporen van tranen ver raden dat. Ik denk het niet want je hebt net nog zitten janken. Ik kijk naar de grond. Sirius slaat zijn armen om me heen. Er gaat een hele warme gloed door me heen. Ik weet dat hij het niet zo bedoelt. Na een tijdje laat hij me los. Ga je terug mee naar de andere Marauders.

We lopen terug naar de coup. Als hij die open doet vliegt Marlenen Sirius om de hals. Ik kan het niet aan zien en duw ze een beetje op zij omdat ik wil gaan zitten. Ik ga terug verder met lezen. Er staat iemand op. Ik kijk voor me en zie Marlenen Sirius een afscheid kus geven en ze staat op. Mijn gezicht verhard zich. Ja natuurlijk kiest hij voor haar ik ben maar een nerd dat niks kan en ik ben ook een monster ik zou het ook wel weten hoor.

Een beetje wolfstarWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu