Chapter #2

396 33 4
                                    

'Alex! Hey Alex, waar blijf je nou?' Ik wordt wakker van mijn beste vriend zijn stem. Hij kijkt me vrolijk aan. 'Je moet wel opschieten, Alex, ik wil naar de IJsjes toe.' 'Wacht... ga jij mee? Ik dacht dat alleen mijn vader en ik gingen.' Zeg ik slaperig. 'Nee, de helft van alle bewakers gaat.'

Hij loopt richting mijn raam. 'Wist je dat de IJsjes sluipschutters in de bomen hebben zitten?'

Hij pakt de gordijnen vast. 'Die egoïstische IJsjes denken dat ze beter zijn dan ons. Het is echt ongelooflijk, hè? Die irritante IJsbakjes. Alsof ze daar zo'n belangrijk iemand hebben dat ze sluipschutters nodig hebben.'

Hij trekt de gordijnen wagenwijd open. 'Vincent! Idioot! Waarom doe je dat?' Vraag ik geïrriteerd. Als hij geen antwoord geeft pak ik mijn kussen vast en leg het op mijn gezicht. 'Nee, nee. Dat is niet goed. Je moet opstaan, eten, douchen, en dan gaan we weg.' Zegt hij op een plagerig toontje. Ik doe mijn ogen dicht. Ik voel hoe het kussen van mijn gezicht wordt getrokken. 'Nee, nee. Ik zei niet dat je moest gaan slapen.' Zegt Vincent nog net zo plagerig. Als ik niet reageer tilt hij me op. 'Vincent! Wat doe je?!' 'Ik zei dat je op moest staan, maar als jij blijft liggen dan doe ik het wel voor je.' Hij gooit me neer op een stoel en zet een kom cornflakes neer voor mijn neus. 'Wist je dat je nog maar een half uur hebt?' 'Wat?' Ik begin mijn cornflakes te eten. 'Ja, je hebt je verslapen. Het is dat ik je vader hoorde praten maar anders had je nu nog geslapen.' Ongeloofelijk. Mijn vader wilde me dus gewoon laten slapen? Ik slik de laatste happen door en ren naar mijn kamer terwijl ik tegen Vincent roep dat ik bij hem in het krijt sta.

In mijn kamer loop ik gelijk naar de douche -ja ik heb een privé douche-  en zet hem aan. Als ik klaar ben pak ik de eerste broek die ik zie en zoek in mijn kast naar een goed shirt. Uiteindelijk pak ik mijn lievelings shirt, hij lijkt op de bomen in dit rijk, en trek alles aan. Dan loop ik naar mijn vader, maar als hij me ziet krijgt hij een afkeurende blik op zijn gezicht. 'Nee, je gaat wat anders aandoen. Dit is de eerste keer dat je erheen gaat dus je moet wel een goede indruk maken.' Zegt hij. Hij drukt een donkerblauw pak in mijn handen. De eerste indruk is alles voor mijn vader. Als ik alles aan heb, gaan we. Het duurt heel lang en Vincent vraagt om de drie minuten of we er al zijn. En alsof dat nog niet erg genoeg is, blijft Luke om de vijf stappen staan om vervolgens te gaan liggen. Hij is te zwaar om te dragen en we zijn te ver verwijderd van het dorp en het kasteel om hem terug te sturen of te brengen, dus zit er niks anders op dan het toelaten. 'Zijn we er al?' Vraagt Vincent weer. 'Vincent.' Zeg ik terwijl ik probeer kalm te blijven. 'Kijk om je heen. De bomen en de dieren zien er nog precies hetzelfde uit als de laatste keer dat je het vroeg en toen was het antwoord nee. Denk je dan echt dat we er nu wel zijn?' 'Het is niet mijn schuld dat je zo vroeg moet opstaan dus reageer dat niet op mij af.' Zegt hij rustig. Ik wil nog wat zeggen, maar het is beter dat ik nu afkoel dus ik hou mijn mond maar.

Na zeker een uur gelopen te hebben komen we bij de poort die de twee rijken van elkaar scheidt. Een koude wind waait ons tegemoet. We stappen door de poort en het is gelijk veel kouder. Ik sla mijn jasje nog wat dichter om me heen en kijk rond. De bomen zijn hier zo anders dan bij ons. Ze lijken wel van ijs te zijn. Overal ligt een laagje sneeuw te glinsteren alsof het ons wilt verwelkomen.
We lopen nog een heel stuk. Ik heb steeds het gevoel dat we worden bekeken, maar dat kan ook aan mij liggen. Tenminste, dat hoop ik. Vincent buigt opeens naar me toe en fluistert 'Voel jij dat ook? Dat gevoel dat we bekeken worden? Dat zijn die sluipschutters. Als je een beweging maakt die zij niet goedkeuren... Pang!' Hij doet alsof hij een pijl en boog vasthoudt. 'Pijl door je hart! Maar daar ben jij niet bang voor, hè Alex?' Ik schud mijn hoofd. 'Nee, nee ik ben niet bang. Sterker nog; als ze een pijl afvuren spring ik ervoor.' Gelukkig klink ik zelfverzekerd want de moed is op dit moment ver te zoeken bij mij.

Uiteindelijk staan we stil. We wachten nog een hele tijd terwijl we beginnen te bevriezen. Zin we soms op de verkeerde plek? Het zou wel kunnen. Dan staan de IJsjes heel ergens anders te wachten. Ik word uit mijn gedachtes getrokken door geritsel. En dan zie ik ze.

Ice HeartWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu