Chapter 5

1K 19 26
                                    

Ik open mijn ogen en zie dat ik me nog steeds op het plein bevind voor de winkel. Meteen schiet er een pijn scheut door mijn hoofd en mijn handen schieten naar boven. Ik grijp mijn hoofd vast en sluit mijn ogen. Tranen beginnen zich achter mijn ogen op te hopen, waarna er al wat tranen stil over mijn wangen rollen. "Wat ben ik ook een lafaard! Ik maak altijd alles stuk en doe nooit iets goeds!" zegt een stemmetje in mijn hoofd. Ik zucht en hoor hoe er iemand tegen me praat. Het komt niet bij me binnen en ik draai mijn hoofd de kant op, vanwaar de stem vandaan kwam. Lando spreekt tegen me!

'Gaat het beter dan net?' vraagt Lando aan me.

'Een klein beetje,' zeg ik en kijk Lando aan.

Ik zie naast hem de politie agenten staan en ik slik moeilijk. "Straks moet ik de cel in, omdat ik iemand heb mishandeld!" schiet er door mijn hoofd heen. De agenten staan met Max te praten en kijken dan naar mij.

'Gaat het weer, dame?' vraagt de mannelijke agent. Ik knik, maar nog altijd met mijn handen tegen mijn hoofd aan gedrukt.

'Heb je hoofdpijn?' vraagt de zelfde mannelijke agent aan me.

'Ja,' beantwoord ik zijn vraag.

'Ontspan, dat helpt.' adviseert Max me. Ik probeer me wat te ontspannen, maar het gaat moeizaam.

'Mogen we jou wat vragen stellen?' vraagt de vrouwelijke agent aan me.

'Ja dat mag,' zeg ik.

'Had je een goede band met June?' stelt de mevrouw de eerste vraag.

'Het ging wel. We waren vriendinnen,' beantwoord ik haar vraag.

'En was er iets met haar, voor zover je weet?' vraagt de meneer.

'Ze is verliefd. Meer weet ik niet,' beantwoord ik zijn vraag. Ze zetten wat aantekeningen in een boekje en bedanken me dan. Voor ze weg lopen wensen ze ons een fijne dag verder en lopen ze terug naar Djayden en Ferry.

'Hoe ben je hier naartoe gekomen?' vraagt Charles aan me.

'Met de auto. Waarom?' vraag ik en kijk hem nieuwsgierig aan. De hoofdpijn is abrupt bijna verdwenen.

'Je kan achter ons aan rijden, mee naar ons hotel waar we momenteel over nachten,' legt Charles uit.

'Ik denk dat ik terug ga naar mijn eigen huis,' geef ik eerlijk toe aan Charles.

'Mag ik dan met je mee?' vraagt Lando aan me.

'Euh... Ja! Dat is goed,' zeg ik verrast.

'Kom, dan gaan we nu naar je huis,' zegt Lando dol enthousiast en slaat een arm om me heen.

'Doei jongens. Ik kom vanavond terug naar het hotel! Welke kant op, Roxanne?'

'Volg me maar,' zeg ik en hij pakt mijn hand beet, waarna ik vooruit loop en hem naar mijn auto leid.

We lopen over de parkeerplaats en ik zie dat Max achter ons aanloopt. Dan loop ik bijna zowat tegen mijn auto aan en ik schrik er van. Ik kijk op en zie dan plots dat Max mij boos aankijkt. Whoops! Het was Max zijn auto, waarvan mijn autodeur tegen aan vloog.

'Serieus? Heb je dit expres gedaan?' vraagt Max, met een nog rustige stem. 

'Per ongeluk, Max. De wind waaide de deur uit mijn hand,' zeg ik tegen hem met een schuldig gevoel, wat je ook hoort in mijn stem.

'Het is al goed.' zegt Max die de schuld in mijn stem hoort. Hij opent zijn autodeur en stapt dan in.

Ik pak mijn auto sleutel en ontgrendel mijn auto. Dan open ik voorzichtig de autodeur en laat me op de stoel vallen. Lando die door had dat de auto open is stapt ook in en laat zich precies net zoals ik ook op de stoel vallen. Ik trek de deur dicht en Lando ook, waarna ik goed recht ga zitten. Lando volgt mijn voorbeeld en we doen tegelijkertijd onze gordel om. Ik hoor Lando grinniken en kijk verbaasd op.

'Waarom lach je?,' vraag ik verbaasd aan hem.

'Niks. Laat maar,' glimlacht Lando en ik kijk hem even raar aan.

Dan haal ik mijn schouders op en start de motor. Ik duw de koppeling hard in en zet de schakelaar in zijn achteruit. Lichtjes haal ik mijn linker voet omhoog, waardoor de auto naar achteren begint te rollen. Max rijdt ook achteruit en ik stuur voorzichtig in dat ik niet per ongeluk Max raak. Het gaat moeizaam, maar na wel drie keer in en uit te hebben gestoken is het me gelukt. Op naar huis, samen met Lando!

Onverwachte OntmoetingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu