▪︎ 5 ▪︎

66 13 51
                                    

Jamie was vertrokken zonder afscheid te nemen.

Halverwege de wandeling naar de smidse had ze er al spijt van gehad, maar ze was te koppig om rechtsomkeer te maken en Astrid alsnog gedag te gaan zeggen. Ze zou wel een brief sturen wanneer ze daar de kans toe had.

Astrid was pas laat weer thuis gekomen de vorige avond. Ze was eerst met Gwendolyns koets mee naar het kasteel geweest, waarna ze op de terugweg nog langs de smederij was gegaan.

Op één of andere manier had ze het zo ver gekregen dat de zoon van de smid nu ook mee zou gaan. Koninklijke bewakers zouden te opvallend zijn en de prinses wilde absoluut mee, dus vond Astrid het een geweldig idee om Rye als straf bewakertje te doen spelen. Dat de koning het daar mee eens was vond Jamie meer dan verrassend. Hij ging al een dochter verliezen, wilde hij ze misschien allebei kwijt?

Het frustreerde haar dat ze er zelf helemaal geen zeg in had gehad. Ze kookte nog vanbinnen als ze eraan terugdacht.

Toen ze voor de smidse stond, probeerde ze uit alle macht het wantrouwen en de tegenzin diep in haar binnenste te verbergen, maar het bleef maar weer opborrelen als een stekende herinnering aan wat er te gebeuren stond.

De eerste indruk die ze had gehad van Rye was niet dat hij een fantastische verdediger was. Hij was onhandig, lomp en leek haar niet de meest verantwoordelijke te zijn. Hoe moest ze hem in Nissa's naam vertrouwen met haar leven en dat van de prinses?

Nog steeds met de volste tegenzin duwde ze uiteindelijk toch tegen de zware deur om de eerste kamer binnen te gaan.

Meteen werd ze door warmte overvallen. Ze was blij dat ze haar bruine haren al in een dot had gedraaid, maakte de knopen van haar jas los en rolde haar mouwen op.

'Ha, Jamie, je bent vroeg,' glimlachte de smid haar toe.

De jonge heks zou hem niet veel ouder schatten dan Astrid. Hoogstens begin de vijftig. Hij had een gespierd postuur, met stevige armen en brede schouders - ze nam aan dat dat wel nodig was als je voortdurend met zware materialen aan de slag moest. Het was wel iets anders dan Rye's slungelige bouw.

'Hoe sneller we vertrekken, hoe sneller we vanavond zijn waar ik wil zijn.'

'Daar heb je gelijk in. Ik zal Rye even gaan roepen, die was zijn spullen nog aan het pakken.' De man wierp haar nog een korte warme glimlach toe, voor hij de ruimte verliet.

Jamie liet haar blik door de smidse glijden. Ze verlegde het gewicht van haar tas met spullen naar haar andere schouder, terwijl ze naar een rek met wapens toeliep. Het leek er overal mee vol te liggen, op de vloer lagen er hopen van, de muren waren bekleed met volgestouwde rekken en op het aambeeld lagen drie nog niet helemaal afgewerkte zwaarden naast elkaar.

Ze liet haar vingers langs het staal van één van de zwaarden glijden. Het voelde verrassend glad aan onder haar vingertoppen en het glansde in het daglicht dat er door de ramen opviel. De knop was uitgesneden in de vorm van een roos.

'Vind je het mooi?' hoorde ze een nieuwe stem zeggen.

Ze streek nog één keer met haar vinger langs de blaadjes van de roos, voor ze zich naar de vreemdeling toe draaide.

Het moest haast wel Rye's oudere broer zijn. Hij leek sprekend op hem. Hetzelfde donkere haar dat ook hun vader heeft, de scherpe kin, de olijfgroene ogen en de lichte bruine tint van zijn huid. Het enige verschil was de korte baard die zijn mond en kaken omvatte.

Jamie knikte. 'Ik zou het zo meepakken moest ik er het geld voor hebben.' Ze grinnikte. 'En moest ik weten hoe ik het moest gebruiken. Dat is misschien ook belangrijk.'

De jongeman lachte even. 'Misschien wel.' Hij liep naar haar toe en stak zijn arm uit.

Ze fronste kort, tot ze besefte dat hij naar het zwaard aan het reiken was. Ze zette een stap opzij. 'Sorry. Ik sta in de baan.'

Jamies TestWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu