~ Chapter One

340 24 15
                                    

~ Chapter One ~ Prins Charming | Break The Rules.

~•~
  1
~•~

Ik wordt wakker met een heerlijk zomers gevoel in mijn onderbuik. Dit belooft een perfecte dag te worden. De zonneschijn piept tussen de kiertjes van de gordijnen door. Het beetje licht valt recht op mijn gezicht. Ik zit er nu al tegenop om mijn masker op te zetten. Alleen met masker lukt het me om me aan de regels te houden. De regels zijn van levensbelang, letterlijk. Ik werp goedkeurend een blik op de spiegel. Alleen mijn masker nog. Met tegenzin laat ik hem over mijn gezicht glijden. Mijn lippen zijn slechts een strakgetrokken versiering op mijn gezicht. Mijn ogen zijn scherp, met toch ook een doffe uitstraling, alsof ik ergens aan denk. Mijn mondhoeken krullen vanzelf omlaag. Dit is hoe een ochtendhumeur er uit zou moeten zien. Met lome voetstappen loop ik de trap af. Mijn nekt buigt zich iets naar voren waardoor een schaduw als een deken over mijn gezicht valt. 'Woah- Eh, morgen zus. Je ziet er.. Eh. Goed uit.'. Ik heb er een hekel aan. Een erge hekel. Liegen. Jongens zijn een en al leugens, zelfs mijn broer. Het leven zit vol leugens. Misschien ben ik wel een leugen. Misschien is iedereen een leugen, en durft niemand het onder ogen te zien. 'Wil je een tosti?' Mijn broertje schruift een tosti met zwartgeblakerde korsten naar me toe. Ik schruif mijn stoel naar achter. Luidruchtig maak ik me uit de voeten. 

Haiyleigh en Carlotta zitten al op me te wachten. Ik loop van achter op ze af, en hoor ze fluisteren. 'Prins Mintreal komt vandaag naar school.' Ja, dat wisten we al. Bijna wil ik ze onderbreken, maar nu vertelt ze een gunstig geheim. 'Ik heb echt al zo lang een crush op hem, ik wil alleen de consequenties met Greve niet aangaan.' Ze fluistert nog steeds. Wat? Mijn bloedeigen vriendinnen?  Ik tik boos op Carlotta's schouder. Ze draait zich geërgerd om. 'Sorry, we pr- Oh, hé Greve. Sta je hier al lang?' Haar stem klinkt nerveus. 'Lang genoeg om te weten dat je een verrader bent.' Ik snuif. Bij Carlotta dringt de paniek langzaam binnen. 'Nee, Greve, het was een grapje, ik-' Ik onderbrak haar gauw. 'Ik weet dat je je de regel herrinnerd, maar denk je nu echt dat ik met  bloed aan mijn handen kan leven? Jij brak misschien de regel, maar je brak ook wat veel ergers, onze vriendschap. Dag Carlotta.' Ik beende weg. Vanaf morgen zouden onze wegen toch scheiden. Ik zou naar de Unversiteit Trianeryn gaan en Carlotta en Haiyleigh naar Universiteit Aquilory. Een stukje van mijn masker breekt af en valt op de grond. Een traan loopt over mijn wang en druppelt via mijn kin op de grond.

Snel veeg ik het vocht van mijn wang. We hebben zaal B.004 voor de uitreikingen van de examen. De zaal stroomt langzaam vol en geroezemoes vult de zaal. Iedereen zit stil op het puntje van de stoel, nu iemand op het podium begint met praten. 'We weten allemaal waarom we hier zijn.' Iedereen zucht en mompeld "Ja.". 'En jullie weet ook dat we een speciale gast hebben.' Nu juichte heel de zaal, exclusief ik. 'Geweldig,' Mompel ik sarcastisch binnenmonds. 'Welkom prins Mintreal.' Hij klapt enthousiast in zijn handen, om de rest van de zaal aan te sporen, en kijkt achterom, naar de prins die het podium op komt lopen. Prins Mintreal heeft een brede grijns op zijn gezicht, je hebt recht zicht op zijn spierwitte, rechte tanden. Ze lijken haast parels als de zon er op schijnt. Ook zie je van veraf de vrolijke groene ogen stralen, met een donker randje. Zijn strakke kaaklijn en warrige, maar toch perfecte haren zijn ook niet te missen. Ik weet dat  dat hij ieder meisje om zijn vinger wind, als hij glimlacht zoals nu, met kuiltje en schuine mondhoeken. Hij ziet er schattig en stoer tegelijk uit. Iets wat schaars is, deze tijd. 

Hij heeft nonchalant zijn handen in de zakken van zijn vlotte broek. Zijn ogen speuren door de zaal en ontmoeten de mijne, kort maar lang genoeg. Nogmaals glijden zijn ogen door de zaal. Ze blijven dit keer toch echt hangen bij mij. Sommige hoofden zijn naar me toe gedraaid, maar ik concentreer me op zijn ogen. Ik kijk achter me, maar daar zitten enkel wat jongens, en bovendien, achter me is een lege stoel. Hij kijkt wel degelijk naar mij. Zijn felle, groene ogen doen iets met me. Ik draai mijn hoofd weg. Na een tijdje durf ik pas weer op te kijken. Nog steeds is zijn blik op mij gericht. Weer bespeeld een onbekend, beangstigend gevoel me. Ik krijg plots een por in mijn ribben. 'Je bent opgeroepen.' Oh. Ik knik als bedankje en loop met kleine passen op het podium af, terwijl ik oogcontact met Mintreal probeer te vermijden. De ruimte tussen ons in probeer ik wanhopig te bewaren. Hij legt een hand op mijn onderrug en een rilling gaat door mijn lichaam. 'Greve Fraser. Geslaagd. Universiteit Trianeryn.' Zoals ik al had verwacht klinkt zijn stem hemels. Een lage, mannelijke stem, maar met een speels toontje erin. Hij drukt me de rol papier met de rode strik er omheen in de handen. Zijn hand raakt de mijne en weer gaat er een rilling door mijn lichaam. Met bange ogen kijk ik hem aan. 

Prins Charming | Break The RulesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu