Hoofdstuk 6

167 5 1
                                    

Frieda Mechels haalt peinzend een hand door haar haardos. Nog geen idee hebbend hoe ze haar rechercheur moet gaan vertellen wat er aan het eind van de middag voorgevallen is. Gelukkig heeft ze niet al te veel tijd om te denken. Haar rechercheur betreed netjes binnen het kwartier haar kantoor.
Ze gebaard met haar hand dat hij kan gaan zitten. 'Ga zitten, Floris. Kan ik je iets te drinken aanbieden?'
Haar zeer ernstige gezicht bevalt hem voor geen meter. 'Nee, bedankt. Ik wil weten waarom ik mijn gezin op een normale zondagavond alleen heb moeten laten. Waarom ik heb moeten liegen tegen mijn vrouw. Ik neem aan dat u mij niet voor de gezelligheid heeft laten komen.'
De teamchef haalt nog een keer, deze keer gefrustreerd, een hand door haar haren. 'Dat heb je goed gezien. En hoezeer ik je de afgelopen jaren ook ben gaan waarderen, ik zou je nooit voor de gezelligheid bij je gezin vandaan halen voor een kopje koffie.'
Wolfs slaat zijn benen kruislings over elkaar heen. 'Verteld u het maar, mevrouw Mechels. Wat heb ik deze keer gedaan om mezelf in de problemen te brengen?'
Ze schud lichtjes haar hoofd. 'Weet je? Ik zou willen dat jij het was die jezelf in de problemen had gebracht. Maar de liefde en het vaderschap hebben je getemd.'
Wolfs schrikt. 'Eva? Zit Eva in de problemen? Moest ik daarom komen? Heeft zij iets gedaan?'
Wederom schud ze haar hoofd. 'Het is ook niet Eva die iets gedaan heeft.' Ze slaat het dossier voor haar neus open en schuift de foto richting Wolfs. 'Er is vanmiddag een lijk gevonden.'
Wolfs pakt de foto en bestudeerd hem aandachtig. Hij heeft de vrouw nooit gezien en toch komt ze hem ontzettend bekend voor. Het wordt hem meteen duidelijk dat ze met meerdere messteken om het leven is gebracht. Wolfs richt zijn blik vragend weer op zijn baas.
'De reden dat ik je heb laten komen, Floris.' Begint ze voorzichtig. 'Is de verdachte die we naast het lichaam aan hebben getroffen. Jas onder het bloed. Mes in zijn handen.' Ze haalt een keer diep adem. 'Het is Maurice, Floris. We hebben Maurice naast het lichaam gevonden.'
Meteen weet Wolfs welke gelijkenissen hij zag. 'Hebben jullie een identiteit van het slachtoffer?'
Mechels schud haar hoofd. 'Nee, ze had niets bij zich. Geen tas, geen portemonnee, geen telefoon. En Maurice heeft nog geen woord gezegd. Ik heb Marion en Romeo laten komen om hem te verhoren. Maar hij lijkt volledig in shock. Hij wordt zo terug naar zijn cel gebracht en krijgt iets kalmerends.'
Wolfs slikt de brok in zijn keel weg. 'Alhoewel ik het slachtoffer nooit heb gezien denk ik dat ik weet wie het is.' Hij zucht diep. 'Ik denk dat het de moeder van Maurice en Eva is. Voor u me zei dat Maurice bij het lichaam stond zag ik al gelijkenissen die ik niet meteen kon plaatsen. Toen u de naam Maurice noemde viel bij mij het kwartje. Ze doet me aan Eva denken.'
Mechels stopt de foto terug in het dossier. 'We hebben DNA afgenomen bij Maurice om te kijken of het matcht met het DNA wat we onder de nagels van het slachtoffer hebben gevonden. Ik zal laten onderzoeken of het om familie gaat.'
Er valt een korte stilte. Het is Wolfs die hem na een moment aarzeling doorbreekt. 'Zou ik haar mogen zien?'
Mechels knikt kort. 'Jawel, maar doe je dat niet liever met Eva?'
De tweestrijd die zijn hoofd en zijn hart voeren maken het hem niet makkelijk. 'Misschien wel. Ik ken mijn meisje redelijk goed maar ik durf niet precies te zeggen hoe ze nu gaat reageren. Waarom heeft u mij eigenlijk alleen laten komen?' Diep in zijn hart weet hij daar het antwoord wel op.
'De reden dat ik jou alleen heb laten komen is omdat ik weet hoe gecompliceerd Eva's verleden is. Omdat ik vind dat ze beter van jou kan horen dat haar broertje naast een lijk is gevonden. Met mes en bloed. Eerlijk gezegd ben ik blij dat ik dat gedaan heb nu het ook nog eens om haar moeder lijkt te gaan.' Ze ziet dat Wolfs het duidelijk moeilijk heeft. 'Weet je wat we doen, Floris? Laat het voor nu allemaal even rustig bezinken. Ik snap dat er een hoop op je af is gekomen. Dat je je zondagavond wel anders voor had gesteld.'
Nerveus draait hij zijn trouwring rond zijn vinger. 'Rustig laten bezinken? Mevrouw Mechels heeft u enig idee wat dit met Eva gaat doen? Dat haar moeder dood is, als ze het daadwerkelijk is, zal haar weinig doen. Die heeft haar verlaten toen ze 3 was en nooit meer iets laten horen. Dat haar broertje vast zit op verdenking van moord zal haar kapot maken. Wat verwacht u precies van mij? Dat ik het haar nu nog ga vertellen? Ze slaapt waarschijnlijk al als ik thuis kom.'
Mechels staat op en zet een glas water voor hem neer. 'Ik weet dat ik je ontzettend voor het blok het gezet door de aanhouding van je zwager zo rauw op je dak te gooien. En dat spijt me, Floris. Maar er is niemand die Eva beter kent dan jij. Jij bent de enige die een inschatting kan maken wanneer je het haar het beste kunt vertellen. En als je dat prettig vind kan dat ook morgenochtend hier. Met Marion en Romeo voor extra support.'
Gefrustreerd staat Wolfs op en begint door het kantoor te ijsberen. 'Dat lijkt me wel het beste. Al vergeeft ze het me nooit dat ik het haar niet meteen vertel als ik weer thuis ben.'
'Doe wat je hart je ingeeft. Als jij denkt dat je het haar wel meteen moet vertellen, dan moet je dat doen. 1 telefoontje en ik kom weer terug naar het bureau. Om jullie dochter op te vangen want ik ken je vrouw. Als ze dit hoort wil ze direct naar haar broertje, ongeacht het tijdstip.'
Hij glimlacht dankbaar. 'Bedankt. Dat stelt me toch iets geruster. Ik zat ook met Lily in mijn maag. Want als Eef iets in haar hoofd heeft. Ze zou inderdaad meteen naar Maurice willen. En dat begrijp ik volkomen.'
Ze knikt. 'Ik ook. Ga naar huis, Wolfs. Zie wat er gebeurd. En hou me op de hoogte.'
Wolfs groet zijn baas en rijd met lood in zijn schoenen richting de Ponti.

Als het verleden je inhaalt Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu