The secret

2. Zijn vader en die van mij

Waarom, waarom moet dit juist zo zijn? Waarom moet hij de zoon van mijn vaders baas zijn? Is alles en iedereen vandaag tegen me? Ik zucht en probeer mij te concentreren op het schoolwerk. Maar het lukt niet. Ik moet alsmaar aan Wouter denken. Ik ben boos op hem, maar niet erg. Het is onmogelijk om lang boos te zijn op hem. Mijn vader komt binnen. Ondanks dat het geen werkdag is, had hij een vergadering. Hij roept dat we even moeten komen. Ik snel naar beneden. Mijn vader zegt: zoals jullie weten had ik vandaag een vergadering. Omdat het bedrijf zo goed gaat, gaan we ook buiten Nederland werken. Omdat mijn baas mij een betrouwbare, harde werker vind, krijg ik een baan in het buitenland. Ik ga daar het bedrijf verder promoten en als buitenlands hoofd werken. Daarvoor moet ik wel verhuizen naar Amerika. Opeens word ik woedend. Ik schreeuw het uit: hoezo verhuizen? Ik wil niet verhuizen. Laat iemand anders maar. Jij mag niet weg. Ik kan niet zonder je. Je mag niet gaan! Gewoon niet! Mijn vader roept: hé hé hééé! Stilte Amber. Rustig. Ik ga niet alleen. Volgens mij heb je het nog niet helemaal begrepen. Ik ga naar Amerika verhuizen voor mijn werk. En jullie gaan mee. We gaan over 2 maanden. 2 maanden, dat is erg kort. Zo kort maar om afscheid te nemen? Dit kunnen ze me toch niet aandoen? Ik kijk naar mijn moeder, maar die knikt. Het is echt zo. Over twee maanden verhuizen wij naar Amerika. Ik ren naar boven. Dit kan toch niet? Hoezo verhuizen? Plotseling schiet mij te binnen dat Wouter hier misschien achter zit. Hoe kon hij? Ik probeer mijzelf te kalmeren. Hij heeft er niets mee te maken Amber, hij heeft er niets mee te maken. Trouwens, zo is Wouter niet. Ik heb gemerkt dat hij blijkbaar anders denkt dan ik, maar ik ken hem nog wel zo goed dat hij dit niet zou doen. Trrrinng..... Trrrinng.... Ik zucht en pak mij telefoon op. Het is een berichtje van Mayra. Ze vraagt of ik naar het park kan komen. Ik stem toe, ik moet dit uitpraten. Ik wil haar ook vertellen over mijn vader. Deze ruzie voelt niet goed. Ookal ben ik kwaad, zij moet dit weten. Zij wist dat ik ook van Wouter hield, en ze wist dat we waarschijnlijk ruzie hierover zouden krijgen. Maar toch heeft ze het verteld. Ik app terug: Goed ik kom. Ik sta op, stop mijn telefoon in mijn jaszak en fiets naar het park. Daar zie ik Mayra staan. Maar ze is niet alleen....