De lucht had ook vandaag weer bedacht dat het maar dezelfde kleur zou aannemen als het asfalt. Maar precies op het moment dat ik me daarover verwonderdde, verlieten er een reeks scheldwoorden mijn vaalpaarsgestifte lippen: 'Godverdevertiefdetering.'
'Wat?'
Teleurgesteld keek ik naar mijn achterwiel, wiens velg het asfalt al raakte. Koop je een of andere merkfiets, vergeet je de banden op te pompen. 'Kut dag, kut lekke band, kut grijze wolken, ja wat, gewoon kut.'
'Kan ik je soms effe helpen?'
'Nee.' Ik kon niet geholpen worden. 'Ik ben teleurgesteld in mezelf en in deze kutfiets. Teleurgesteld in mijn werkdag en mijn vergokte collega's. Teleurstellend teleurgesteld.'
'Dat eh kan, ik heb een fietspomp.'
'Wat?'
Op dat moment kwam ik erachter dat ik niet alleen in mezelf aan het tieren was. Er luisterde iemand mee. Met mijn verschilferde handen leunde ik op mijn bovenbenen toen ik het aankeek. Een jongen keek me afwezig terug aan. Zijn ogen hadden niet de kleur van het asfalt maar de kleur van de stam van één van de honderd populieren die langs deze veldweg waren geplant.
'Oh nou, dankjewel.'
JE LEEST
Doodgaan en doorgaan
Short StoryLayla vertrekt in elk hoofdstuk op een andere manier. Op zoek naar vrijheid waar haar verleden geen rol meer in speelt.