Hoofdstuk 6

11 1 1
                                    

Als we binnen zijn, lopen we een gang in waar ik nog nooit ben geweest. Aan het eind van die gang staan allemaal lekkere stoelen. Lasha zegt: "Ga maar even in één van die stoelen zitten, ik moet even tegen de anderen hier vertellen wat er is gebeurd." Ik zucht. En alweer stelt hij de uitleg uit... Ik ben nu toch wel echt benieuwd wat er allemaal aan de hand is, maar ik word zo langzaamerhand wel ongeduldig. Ik ga zitten in een stoel en doe mijn ogen even dicht. Na een tijdje hoor ik iemand naar me toekomen en ik open mijn ogen. Er staat een vrouw naar me te kijken met een reuze glimlach en als ik haar aankijk roept ze "Marla? Ben jij dat?" Ik kijk verbaasd om me heen, maar er is voor zover ik kan zien niemand anders. Ik kijk haar weer voorzichtig aan. "Wie is Marla?" "Marla, oh we zijn zo blij dat je er weer bent!" is het enige wat de vrouw antwoord, en ze herhaalt het een paar keer. Dan zie ik Lasha aanlopen en ik kijk hem hoopvol aan. Mischien kan hij mij redden van deze vrouw. Hij loopt naar haar toe van achteren en stopt naast haar. Dan fluistert hij iets in haar oor wat ik niet kan verstaan, de vrouw draait zich om en loopt weg. "Kom we gaan een andere kamer voor je regelen." is het enige wat Lasha zegt en hij loopt weg. Ik loop hem snel achterna.
We lopen een ander deel van het gebouw in, wat duidelijk te zien is aan de meubels. Het ziet er echt chique uit. Er is zelf een grote brede witte trap met een soort rode loper erop. Als we boven aan de trap komen, lopen we een kamer in. Hij is gigantisch en al helemaal ingericht. (zie foto) "Dit is je kamer. Omdat je hier geen kleren hebt omdat je hier terecht gekomen bent zonder dat je het zelf zo bedoelde en dus geen kleren bij je had, kun je op de computer die in de achterkamer staat, alle kleren bestellen die je wilt. Je hoeft je geen zorgen te maken over geld en dat soort zaken. Wij betalen het." Hij wil zich weer omdraaien, maar ik hou hem tegen. "Wacht!" zeg ik "ik denk dat het wel eens tijd wordt voor die uitleg misschien?!" in mijn stem zit een boze klank, maar dat kan me niet schelen. Ik ben mijn geduld aan het verliezen. Lasha kijkt me begrijpend aan. "Oké dan, ga even zitten" zegt hij. Ik ga op het voeteneind van mijn nieuwe bed zitten en Lasha gaat in de stoel ertegenover zitten. "Eerst moet ik je een verhaal vertellen van een paar honderd jaar geleden." Ik knik. Er is echt iets misterieus aan de hand hier, maar dat wist ik al. "In 1874 kwam onze familie hiernaartoe en bouwden dit huis. Ze waren hierheen verhuisd vanuit het zuiden, waar onze grootste vijanden wonen, de kashionen. Dat zijn wezens die elke gedaante aan kunnen nemen die ze zelf willen. Dus bijvoorbeeld een konijn maar ook een normaal mens of een vogel. Ze hebben wel een normale vorm, maar niemand van ons heeft die ooit gezien." Hij kijkt omlaag alsof hij zich daarvoor schaamt of liegt, maar ik luister verder naar het verhaal. "We hadden altijd oorlog met ze, en toen ze hier gingen wonen dachten we dat we voorgoed van hun verlost waren, maar dat was niet zo, ze kwamen ons achterna, en eisden iets van ons." Het blijft een tijdje stil. "Wat wilden ze?" Vraag ik dan.
Lasha kijkt me recht in mijn ogen aan. "Jou." is het enige wat hij antwoord. Dan wordt het zwart voor mijn ogen, en ik begin moeilijk adem te halen, ook voel ik ineens een hevige pijn opkomen. Ik probeer te schreeuwen maar er komt niks uit mijn mond.

wickedwoodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu