Hoofdstuk 2

11 0 0
                                    

1 januari 2022

In het donker stapte ik op mijn fiets. ''Doe je voorzichtig?'' Riep mijn moeder nog waarop ik ja zei. 

Vandaag is de dag dat ik Adam na 7 maanden weer zie. Ik ben zenuwachtig, mijn hart bonkt in mijn keel. Het is nieuw jaar, 2022 is twintig minuten geleden begonnen. 

Adam heeft me een uur geleden uitgenodigd voor een feestje, terwijl ik toen nog bij mijn opa en oma op de bank zat. Eigenlijk durfde ik niet, maar nu zit ik toch op de fiets. Ik weet niet of dit slim is, maar dat zien we straks wel. 

Ik hoor Adam en een vriend van hem mijn naam roepen zodra ze mijn fietslampje in de verte zien. Ik kan nog terug. Zal ik omdraaien? Dit is niet slim. Leah, draai om.

Maar ik draai niet om. Ik fiets door, net zolang tot ik hem recht in de ogen kijk. 

We fietsen richting het huis waar het feestje is.  Het lijkt alsof we elkaar gister nog gezien hebben, het voelt vertrouwt, het voelt als thuis.

Aangekomen bij het huis van zijn achternichtje loop ik stilletjes achter hem aan.
Friemelend aan mijn trui ga ik aan tafel zitten bij de anderen.

Tegen mijn verwachting in is iedereen enthousiast dat ik er ben en al snel hebben we al wat glaasjes op.
Mijn eerste keer echt drinken, dus het tikt snel aan. Moe plof ik neer op de bank, niet veel later komt Adam naast me zitten.

Uit automatisme leun ik iets naar hem toe tot mijn hoofd zijn schouder raakt. "Ik ben kapot, ik moet zo maar eens naar huis. Moet om 3 uur thuis zijn."

"Jij?"

"Wat, ik?"

"Jij wil alleen naar huis fietsen, nu? Schat, je kan geen eens meer rechtuit lopen."

"Kan er niet iemand meefietsen?" Verwachtingsvol kijk ik de kamer rond maar iedereen schudt zijn hoofd. "Ik kan prima zelf fietsen, echt."

"Nee. Leah, absoluut niet. We kunnen hiernaast wel slapen. Dat doen ik en Luuk ook."

"Vindt Heleen dat wel goed?"

Adam haalt zijn schouders op. "Ik zeg wel dat je beneden slaapt."

"Je wilt in één bed slapen?"

"Ja, dat hebben we toch al vaker gedaan?"

Ik blijf stil en pruts wat aan m'n nagels, ik heb überhaupt geen zin meer om naar huis te fietsen, maar slapen met je ex, terwijl hij een vriendin heeft? Dat is toch ook niet slim?

***

Ik trek mijn trui uit en plof dan neer op het lage bed. Niet veel later komt Adam naast me liggen.
Er ligt één kussen. Eén kussen.

"We kunnen die wel delen toch?"

"Prima."

Luuk en Adam kletsen nog wat terwijl ik mijn moeder app dat ik hier slaap. Half vijf. Als ze maar niet boos is..

Ik leg mijn telefoon aan de kant, ik heb immers gaan oplader mee.

Mijn hart klopt in mijn keel als hij strak naast me komt liggen. Hoe kan hij na al die maanden nog steeds zo'n invloed op me hebben? Ik was toch over hem heen?

"Slaap je al?"

Ik mompel wat, zodat hij weet dat ik wakker ben. "Slaapt Luuk al?"

"Denk het wel."

Ik draai op mijn zij zodat ik met mijn hoofd naar zijn richting lig. "Hoe is het met Heleen?"

Hij draait nu ook naar me toe. "Prima."

"Prima?"

"Ja, prima."

"Waarom was zij er niet bij vannacht?"

"Ze had al een feestje."

"Aha." Ik draai weer op mijn rug, maar ik voel Adam zijn ogen op mij branden.

Ik sluit mijn ogen, hopend dat ik in ieder geval nog iets van slaap kan pakken.

Plotseling buigt Adam naar mij toe, hij drukt een vlugge kus op mijn lippen.

Verstijfd blijf ik liggen, hopend dat hij denkt dat ik slaap.
Waarom doet hij dit? Hij houdt toch van Heleen? Is hij niet over me heen?

Ondanks mijn gedachtes val ik toch in slaap.

***

Wrijvend in mijn ogen ga ik rechtop zitten. "Goedemorgen."

Luuk is zijn matras al aan het opruimen, dus ik besluit naar de badkamer te gaan om mezelf op te frissen.

Als ik in de spiegel kijk gooi ik meteen wat water in mijn gezicht. Wat zie ik er beroerd uit zeg.

Als ik de badkamer uitloop zie ik net Adam en Luuk de woonkamer binnenlopen, vlug loop ik achter hun aan.
"Gaan we meteen?"

Precies dan slaat de klok negen uur, ik eet thuis wel wat.

"Ja toch, kunnen we een stukje meefietsen." Zegt Adam.

Ik knik goedkeurend en trek mijn jas  aan. "Die auto was toch wit?"

"Nee, Leah. Die auto is geel, en dat was hij gisteren ook."

"Ik zweer dat ik gister een witte auto zag."

Hij schudt lachend zijn hoofd waarna we alle drie op onze fiets springen.

Het is een beetje ongemakkelijk, maar gelukkig is het niet ver.
Als we op het punt komen waar zij de andere kant op gaan stop ik.

"Was gezellig, ik spreek jullie nog wel."

En dat deden we zeker...

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Dec 04, 2023 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

RollercoasterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu