Amfibieën waren de eerste gewervelde dieren die op land leefden. Ca. 370 miljoen jaar geleden evolueerden ze uit vissen en de hedendaagse amfibieën brengen nog steeds een groot deel van hun leven door in het water. Veel soorten paren daar en leggen er ook hun eieren. Uit de eieren komen in het water levende larven met vinnen en kieuwen. Naarmate ze groter worden verliezen ze de kieuwen en ontwikkelen ze poten en longen, waardoor ze op het land kunnen leven. Sommige amfibieën zoals salamanders verblijven echter hun hele leven in het water en behouden hun veerachtige vinnen. Er zijn ca. 4550 soorten amfibieën.
bekend, maar voortdurend worden nieuwe soorten ontdekt, vooral in tropische gebieden, en waarschijnlijk zijn er meer dan 5000. Ze vormen twee hoofdgroepen: salamanders en watersalamanders, en kikkers en padden. Er is ook een derde, kleinere groep van pootloze salamanders met lange lichamen, genaamd wormsalamanders, die sterk overeenkomen met aardwormen.Wat is een amfibie?
Amfibieën zijn koudbloedige, gewervelde dieren. Hun lichaamstemperatuur kunnen ze niet regelen en ze moeten warmte verzamelen door zich in de zon te koesteren. Hoewel ze wel longen hebben, nemen ze de meeste zuurstof op door de huid. Die heeft geen schubben en moet vochtig worden gehouden.
Amfibiesoorten
De drie groepen zijn: salamanders en watersalamanders, kikkers en padden, en wormsalamanders. Een salamander kenmerkt zich door lange lichaam en staart en vier poten. Hij lijkt qua vorm op de hagedis maar heeft geen geschubde huid, klauwen en ooropeningen de buitenkant van zijn lichaam. Kikkers en padden hebben een veel korter lichaam dan salamanders en geen staart. De goed ontwikkelde achterpoten worden aan land gebruikt om te springen en in water om te zwemmen. Vvormsalamanders lijken op wormen, leven in nesten en worden zelden boven de grond gezien.
Pas op voor felle kleuren
Veel amfibieën hebben een uiterst fel gekleurde en getekende huid. Gewoonlijk is dat een waarschuwing voor potentiële roofdieren dat de huid van de amfibie vies smakende afscheidingen bevat. Die kunnen bij zoogdieren ernstige irritaties veroorzaken en zelfs dodelijke gifstoffen bevatten. De Zuid-Amerikaanse vals oogkikker heeft grote, oogachiige tekeningen op het achterlijf. Bij aanval toont hij deze aan de vijand om te suggereren dat hij groteris dan in werkelijkheid.
