Deel 27

14 1 4
                                    

Het was een aantal uren later toen Nathaniel een ritselend geluid hoorde in de richting van Alyssa en Narcissa. Het was in het midden van de nacht, en Nathaniel wist dat hij moest slapen om zijn energie te besparen, maar hij leek het gewoon niet te kunnen.

Hij keek in de richting van Narcissa en Alyssa waar hij een van de twee zag opstaan, een jas aantrekken en hun haar vastmaken in een hoge staart. 

Toen ze dichterbij liep, langs Nathaniel zag hij dat het Alyssa was. Hij fronste, greep zijn toverstok en liep achter haar aan. "Alyssa?" Vroeg hij fluisterend aan haar, voorzichtig om Alexander en Regulus niet wakker te maken. Alyssa draaide verbaasd om toen ze Nathaniel hoorde en ze stopte met lopen. 

"Ja?" Vroeg ze terwijl hij haar vragend aankeek. "Waar ga je naartoe?" Vroeg hij terwijl Alyssa haar jas dichter trok en ze haar schouders ophaalde. "Gewoon een rondje lopen. Ik kan niet slapen." Mompelde ze terwijl Nathaniels ogen op haar, nu gekruiste armen viel. "Ik geloof er niets van. Je gaat iets anders doen. Vertel gewoon wat je gaat doen." Zei hij terwijl Alyssa diep zuchtte en haar ogen rolde.

"Ik ga Austin daar weghalen. Het is oneerlijk dat hij daar helemaal alleen vastzit." Zei ze terwijl Nathaniel humorloos lachte en Alex omdraaide richting de twee. Nathaniel en Alyssa keken beide naar hem, maar hij sliep nog steeds. "Ik denk het niet Alyssa. Het is een zelfmoord poging als je daarheen gaat. Austin weet volgens mij niet eens dat je nog leeft." Fluisterde hij boos terwijl Alyssa's helder blauw ogen hem aanstaarden. "Ik ga hem niet daar achterlaten. Dat verdient hij niet." Zei ze waarop Nathaniel zuchtte en knikte.

"Ik ga wel. Ik ben in minder gevaar als ik ga." Zei hij, zijn besluit al genomen voordat hij de protesten van Alyssa hoorde. "Nee Alyssa. Ik ga, jij blijft hier. Beloof me dat je hier blijft." Zei hij stern. Hij kon niet het risico nemen dat Alyssa hem volgde en ze voorgoed dood ging. Hij had al genoeg verwoesting tot haar leven gebracht.

"Ik zal zo snel mogelijk zijn." Zei hij terwijl hij een knuffel gaf aan Alyssa en verdwijnselde. 

Hij landde in een bos ergens waar hij het niet herkende. Hij onderschatte hoe ver weg van huis ze waren, en was ergens halverwege beland. Hij kon niet niet toegeven dat hij bang was. Hij was vrij van zijn vader, maar hij wist niet zeker of zijn vrijheid ook de dood van zijn vader was geweest. 

Plots hoorde hij een schreeuw ergens in de bossen en gekakel en gelach een eindje verderop. 

Hoe groot waren de kansen, dacht Nathaniel bij zichzelf toen er nog een gil klonk van de jongen. Nathaniel herkende de stem, maar hij hoopte dat hij het fout had.

"Kom op zielig excuus voor een tovenaar. Waar is je vriendje nu je hem nodig hebt?" Hoorde Nathaniel iemand zeggen terwijl de jongen "ik- ik weet het n-niet" uitbracht met moeite. Nathaniels hart leek te breken als een glas op de vloer toen hij de stem hoorde en zijn tranen schoten bijna gelijk vol met tranen. Hij had gelijk.

Lewis.

Lewis Anderson, de Hufflepuff die een jaar onder Nathaniel op school zat. 

Nathaniel had hem zo lang niet gezien, hij had gedacht dat Lewis met zijn eigen leven was doorgegaan en hem had achtergelaten in het verleden. Hun samen had achtergelaten in het verleden. Zo klonk het ook, horend aan het groepje van hoogstwaarschijnlijk dooddoeners. Ze vroegen hem telkens over zijn'liefje' en zijn 'vriendje'. 

Lewis verdiende dat ook. Hij verdiende de blijdschap die Nathaniel hem nooit had kunnen bieden. Dat had hij hem ook verteld, voordat de twee voor de laatste keer hun wegen scheden en Nathaniel hem uit zijn hoofd had proberen te zetten.

"Kom op Anderson, je weet toch wel waar je geliefde Nathaniel uithangt?" Vroeg een van de meisjes in het groepje. Bij het horen van zijn eigen naam stopte Nathaniel abrupt met lopen. Ze hadden het over hem? Hij was de reden dat Lewis in de problemen zat.

Every story has its scars (The Lucy universe) (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu