Deel 3

31 3 2
                                    

Lucy, Alex en Regulus stonden aan de rand van een klif boven de zee.

De stilte tussen Alex en Regulus leek scherp genoeg te zijn om Lucy's keek door te snijden, maar de wilde er niets over zeggen.

Ze hadden betere dingen te doen als ruzie te maken.

Goh Lucy, wat heb jij op zaterdag gedaan?

Oh gewoon je weet wel, dood normaal een stukje van iemands ziel verwoest. Heel normaal.

De zee was woest, en donkere wolken vormden zich in de lucht, waarvan Lucy voorspelde dat er later onweer en regen uit zou komen. Een golf brak tegen de klif aan en Regulus keek op van het water naar Lucy, zijn ogen bijna een exacte replica van het woeste water.

Hij was stil, maar Lucy wist wat hij wilde zeggen.

Als het tijd is, laat me dan gaan.

Laat me gaan zodat jullie kunnen leven.

Jullie kunnen het zonder mij.

Maar Lucy wist dat ze dat nooit zou kunnen doen.

Dat zou ze zelf nooit verdragen en ze kon Alex niet weer alleen zien, niet weer. Ze kon Sirius de pijn niet laten dragen die hij al te graag voor zichzelf hield en nooit deelde met iemand.

Ze kon het niet.

Ze kon hem niet zien sterven en dan terug krijgen om hem weer te moeten laten gaan.

Want ze hield van Regulus.

En ze wist dat hij ook van haar hield.

Maar dat was de reden dat hij zichzelf op zou offeren.

Liefde.

Een absoluut kut ding in Lucy's gedachten.

Nooit heeft het iemand echt iets waardigs gebracht. Want Het brengt meer pijn en leed als de personen waar je van houdt sterven, dan dat het liefde brengen zal.

"Blijven staan hier heeft weinig nut." Mompelde Alex terwijl Lucy hem aankeek en merkte dat hij nog niet had opgekeken van de zee. "Je hebt gelijk." Mompelde Regulus zacht terwijl hij een blik stuurde naar Lucy waarna hij in het water sprong en Lucy hem geschrokken nakeek.

Ze volgde hem bijna gelijk waarna Alex fronste en rondkeek. Zonder een uitweg, besloot hij de twee ook maar te volgen.

Regulus begon te zwemmen naar de overkant van de klif, waar een opening van een donkere cave zich tentoonstelde. Lucy's armen begonnen moe te worden van het zwemmen. De sterke zee werkte de drie tegen en ze kwamen maar net bij de rand van de cave aan. 

Ze klommen met moeite naar boven, het plateau voor de cave op. Hun kleren waren doorweekt en Lucy begon te trillen van de kou. Toen Alex het opmerkte droogte hij haar kleren waarna hij hetzelfde deed bij Regulus en zichzelf. Hij sprak een extra warmte spreuk uit over Lucy die over haar viel als een gewichtloze mantel van schaapsvacht.

"Dankjewel." Mompelde ze zacht, maar voordat ze iets anders kon doen zag ze dat Regulus de cave inliep zonder een woord te zeggen tegen de twee.

"Reg, wacht nou eens. Regulus. Regulus!!" Riep Lucy terwijl ze zijn arm vastpakte en hij omdraaide. De cave leek bijna gelijk als een donkere sluier over haar te vallen en Lucy kon Regulus' gezicht niet duidelijk zien in het donker. 

"Wacht nou eens! Ik probeer met je te praten, alsjeblieft." Zei ze terwijl Regulus slikte en opkeek. "Je moet me loslaten. Lucy, ik ga het toverdrankje drinken of je het nou wilt of niet. Beloof me dat je me het laat drinken. Beloof het Lucy." Zei hij, zijn stem schor. Lucy realiseerde pas bij het vallen van de eerste traan dat Regulus aan het huilen was.

Ze trok hem dichterbij in een knuffel en nam zijn geur op terwijl Alex in stilte in de opening van de cave stond. "We kunnen het samen drinken, dan hoef je minder op je te nemen en kan Alex ervoor zorgen dat het veilig blijft." Zei ze terwijl Regulus de knuffel brak en haar aankeek.

Plots leek er een walm van licht over zijn gezicht te vallen, maar Lucy betwijfelde of het echt licht was, of haar gedachten die zijn gezichtsuitdrukking invulden voor haar.

"Lucy, nee. Ik vraag het aan je, laat me gaan. Laat mij het doen, en laat me sterven als het nodig is. Je weet niet wat er nog meer op je staat te wachten in de cave. Alex heeft je nodig als ik weg ben." Zei hij waarna Lucy haar hoofd schudde en de traan van haar wang veegde.

"Nee. Nee, je gaat niet weg. Niet weer, je bent net terug. Regulus, we kunnen niet zonder je leven. Niet nog een keer." Zei ze terwijl haar stem brak en Regulus haar een verdrietige glimlach geeft. 

"Er leeft een stukje van mij in jou. En in Sirius. En in Alex. Ik ben niet weg, jullie dragen me mee." 

Voordat Lucy het geregistreerd had, greep Alex Regulus in een knuffel en begon hij te huilen terwijl de twee jongens op de vloer vielen.

"Laat me niet weer alleen. Alsjeblieft." Fluisterde Alex, zo zacht dat Lucy het niet kon horen. Regulus keek hem niet aan en hield zichzelf stil, bang voor de tranen die zijn stem zwak maakten.

"Er is geen andere weg Alex." Mompelde Regulus zacht terwijl hij Alex' gezicht voorzichtig vastpakte en zijn ogen die van Alex vonden. Zijn lippen verbonden zich met die van Alex voordat hij er over nagedacht had, maar Regulus maakte het niet veel uit.

Want Alex voelde echt. Alex voelde als de warme zon op je gezicht in een zomerdag. Alex voelde als een anker dat Regulus in deze wereld hield.

Alex voelde als liefde.

En Regulus wilde alle kleine stukjes Alex hebben zodat hij in vrede kon gaan als het nodig was.

"Ik houd van je." Mompelde Alex zacht terwijl zijn lippen weer die van Regulus vonden en Regulus erin meeging omdat hij niets beters wist om te doen. Het gevoel was veilig en gevaarlijk, want het hield hem hier. 

Het zorgde ervoor dat hij misschien niet wilde sterven. 

Het zorgde ervoor dat hij onrealistisch en optimistisch ging denken. Dat het misschien niet Lucy zou kosten als ze samen het drankje zouden drinken.

Maar dat zou het wel, en Regulus' besluit stond vast.

Hij zou die cave inlopen, het water zelf drinken en zijn dood tegemoet gaan om Lucy en Alex veilig te houden.

Want dat was het juiste om te doen.

~~~

A/N: Ik mag niet allebei de emoboys met zwart haar vermoorden in een week radius zeker?

Ach ja.

Tot vanavond. 

1030 woorden.

Every story has its scars (The Lucy universe) (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu