Hi, Liz.
Je ligt hier maar. Stil, levenloos; zal je ooit weer wakker worden?
Ik wist niet wat me overkwam, de dag dat het gebeurde. We hadden net afscheid genomen na een leuke dag met zijn tweeën op stap te zijn geweest. Ik was net omgedraaid toen ik een hoge gil hoorde, en het gepiep van gierende remmen. Jij lag daar, je lichaam gehult in een grote plas bloed. Omstanders schreeuwden, kinderen huilden om hun moeder, honden blafden naar jouw lichaam. En ik? Ik was versteend, vast genageld aan de diepe, grijze stenen van de stoep. Zodra het tot me doordrong ben ik naar je toe gerend en heb ik het alarmnummer gebeld.
En nu zitten we hier. Jij in het grote, witte ziekenhuisbed, en ik op de grijze stoel naast je. Weet je nog, dat we er altijd van droomden om één keer samen in een ambulance te zitten met loeiende sirenes? Zo had ik me het niet voorgesteld.
Jonathan.