Hoofdstuk 1

60 2 3
                                    

Mijn wekker van mijn telefoon gaat af en ik tast met mijn vinger naar de knop, om hem op stop te zetten. Maar de risico dat die weer op sluimer gaat is groot. Het is half zeven. Van schrik zit ik meteen rechtovereind in bed.
'Half zeven! Ik moet uit bed!' roep ik geschrokken uit. Snel sla ik de deken van me af, waarna ik haastig het bed uitstap. Ik klik mijn telefoon aan en kijk of de wekker ook daadwerkelijk uit is.
'Nee, hij staat op sluimer,' zucht ik en wrijf wat slapers uit mijn ogen. Ik zet snel het sluimeren af en loop dan snel door de slaapkamer heen, naar mijn kledingkast. Vlug pak ik mijn blauwe bloemetjes jurk uit de kast, waarna ik me haastig naar de deur van de slaapkamer begeef. Ik duw de deurklink omlaag en stap de kamer uit, de overloop op. Gauw haast ik me naar mijn badkamer en duw de deurklink naar beneden om hem te open. De deur gaat open en ik stap vluchtig de badkamer binnen. Ik loop naar de wasbak en zet de kraan aan. Met mijn handen maak ik een kommetje en laat hem vol lopen met water, daarna gooi ik het water in mijn gezicht. Ik ben meteen klaarwakker en kijk naar mezelf in de spiegel. Mijn blauwe ogen kijken me nog slaperig terug aan. Ik pak gauw wat make-up, om mijn wallen te verbergen. Dan ziet niemand het. Weer opnieuw kijk ik naar mezelf in de spiegel. Mijn lange blonde haren staan alle kanten op en ik pak mijn borstel uit de lade, waarnaar ik mijn haar begin te borstelen. Zodra het klitvrij is wikkel ik mijn haar in een paardenstaart en haast me dan snel de badkamer weer uit, naar beneden toe.
Beneden aangekomen loop ik naar mijn keuken, waar ik mijn brood uit de koelkast haal. Ik loop gauw weer verder naar de gang terug, waar ik mijn tas zoek. Hij staat tegen de muur, naast mijn blauwe hakken die ik gisteren al klaar had gezet. Ik stap snel in mijn hakken en pak mijn tas op. Met mijn rechterhand pak ik de huissleutel van de sleutelhanger en haal de deur vervolgens van het slot af. Als die eenmaal open is, trek ik de deur open en stap naar buiten. Ik trek de deur weer achter me dicht en loop dan naar mijn werk, wat letterlijk tegenover mijn huis zit. Tien keer makkelijker, dan dat ik zal moeten reizen met de fiets of het openbare vervoer. Ik heb zelf nooit leren auto rijden, dat vond ik eng en nu nog steeds. Het liefst ben ik er op aangewezen om alles te lopen. Ook om te voet boodschappen te halen. Het is voor mij een gewoonte, omdat ik na mijn thuiskomst na mijn werk ga hardlopen. Zo blijf ik fit en behoud ik een goede conditie.

'Goedemorgen Marissa,' groet een collega van de balie mij, zodra ik binnen stap.
'Goedemorgen,' groet ik terug en kijk de kant op van mijn collega. Het is Nicolette. 'Wil je mijn naambordje op "Binnen" zetten?'
'Zeker. Werkse Marissa.'
'Dankjewel Nicolette,' bedank ik haar en loop de trap op, om mijn weg te vervolgen naar mijn lokaal. Ik geef op de derde verdieping nederlandse les, aan alle klassen. Het is lokaal nummer tien. Onderweg kom ik nog een paar andere collega's tegen die ik groet met "Goedemorgen".
Even later loop ik het lokaal in en zet mijn tas naast mijn bureau, aan de kant van muur. Zo kan mijn tas niet omvallen. Ik ga op mijn bureaustoel zitten en zet de computer aan. Terwijl mijn computer opstart komt de eerste leerling al binnen gelopen.
'Goedemorgen mevrouw Hempen,' groet de leerling me meteen. Het is één van mijn liefste leerling die ik ken. Ze is erg goed in Nederlands en haalt vaak negens en zelfs tienen.
'Goedemorgen Shanti,' begroet ik haar terug. 'Je bent er al vroeg bij. Heb je een fijn weekend gehad?'
'Klopt, ik heb gewoon heel veel zin in de nederlandse les. We hebben vandaag een toets toch mevrouw?', vraagt Shanti aan me.
Ik schrik van haar vraag. Stom, dat ben ik vergeten uit te printen. 'Euh... Die hebben jullie volgende week pas,' zeg ik heel onschuldig, terwijl ik me diep schaam. Je mag nooit liegen tegen een leerling.
'Maar mevrouw, dat zij u vorige week ook al,' zucht Shanti en neemt plaats aan een tafel, die dicht bij mijn bureau staat.
'Sorry, ik heb er nog geen tijd voorgehad om hem uit te printen,' verontschuldig ik me aan haar.
'Zal ik hem mogen uitprinten voor u mevrouw? Ik verheug me al zo'n lange tijd op de toets,' vraagt ze enthousiast.
Ik slik even. Eigenlijk moeten wij, de docenten dat doen. De directeur is bang dat de leerling fraude gaat plegen. 'Ik zal het zelf even doen,' zeg ik en werp een blik op mijn computer, die inmiddels is opgestart. Ik log in met mijn wachtwoord en mijn computer start de nodige programma's op. Ondertussen is de bel van half acht gegaan en stroomt het lokaal vol met leerlingen van klas vijf. Een paar leerlingen lopen op hun telefoon het lokaal binnen. Ik kijk meteen hun met een strenge blik aan. 'Telefoons inleveren heren,' zeg ik duidelijk met een harde stem. Ze schrikken, maar leveren hun telefoon snel in. Waarschijnlijk willen ze geen problemen krijgen. Terwijl de leerlingen plaats hebben genomen aan een tafel zoek ik de toets op voor de leerlingen en verzend hem dan door naar de printer op deze verdieping.
'Ik ben zo terug dames en heren. Blijf allemaal op jullie plek zitten en haal geen domme grapjes met me uit,' zeg ik streng tegen de leerlingen, die me met grote ogen aankijken. Ik sta op en neem mijn tagsleutel mee, die alle docenten hier hebben om iets uit te kunnen printen.
'Mevrouw, is er iets aan de hand?', vraagt een leerling.
'Nee, waarom vraag je dat meneertje?'
'Nou, u bent zo streng en geïrriteerd,' antwoordt de leerling mijn vraag.
Dan valt het me zelf ook op. Hoe ik tegen hun net sprak, dat doe ik normaal gesproken niet. 'Mijn excuses, ik heb gewoon niet lekker geslapen,' bied ik mijn excuses aan, maar verlaat snel het lokaal om de toetsen uit te printen.

Het jachtseizoenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu