Hoofdstuk 4

61 6 0
                                    

"Zullen we bij mij of bij jou?" hoor ik Stacie vragen. We staan op het schoolplein met onze fietsen vast. Ik geniet van het zonnetje en ik geef antwoord.

"bij jou?" vraag ik. Veel zin om naar huis te gaan heb ik niet omdat mijn zussen ook thuis zijn vandaag (normaal studeren ze in Amsterdam) en dan moet ik mijn kamer met hun delen. En ik verzeker je, dan voel je je net een sardientje.

"Tuurlijk. Maar heb je al je boeken mee?" hoor ik Stacie vragen. "Ja, natuurlijk!" zeg ik terug. "Mooi zo, want anders zouden we toch nog naar jouw huis toe moeten!" zegt ze vrolijk. "Kom op, we gaan!" zegt ze. Dat zij altijd vrolijk kan zijn! Ik vind haar ook heel spontaan. Ze zegt altijd gelijk wat ze denkt. Eigenlijk vind ik dat wel leuk! Ze is tenminste anders dan alle andere.

"Hier naar links!" hoor ik Stacie na een tijdje roepen. Ik schrik op, geef een ruk aan mijn stuur waardoor ik een te scherpe bocht neem en in een heg terecht kom. Stacie komt lachend naar me toe gefietst. "Zo snel hoefde nou ook weer niet!" giechelt ze. Ik lach flauwtjes terug en ik vis mijn fiets uit de heg. Ze heeft wel gelijk. Het moet er vast komisch uit gezien hebben toen ik die heg inreed. Bij een gedachte waarin ik mezelf zie stuntelen, schiet ik in de lach.

Opeens merk ik dat Stacie al een stuk verder is. "Hé, kom je nog?" roept ze. Precies op dat moment knalt ze tegen een lantaarnpaal aan. "Karma!" roep ik lachend terwijl ik naar haar toe fiets. "Oke, die zit!" zegt ze als ik bij haar ben. Ze staat op en ze stapt weer op haar fiets. "Kom op, we gaan verder."

Make Me Fly #Netties2016Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu