H1

10 0 0
                                    

*Flashback*

"Dat is dan €3,50," zegt de caissière, ik pak mijn geld uit mijn portomonnee en geef het aan de 'altijd-glimlachende-caissière,' ze pakt het geld en geeft me het wisselgeld terug. "Een fijne dag nog!" wenst ze me toe, en ik knik met een glimlach terug. Ik pak mijn koffiebroodje en koffie van de toonbank en loop de winkel uit. Met mijn koffiebroodje in de ene hand en de beker in de andere hand, loop ik naar het dorpsplein. Stap voor stap loop ik ove rhet dorpsplein heen, ik blijf even staan en kijk om me heen. Ik neem een slokje van mijn hete koffie en kijk naar 2 spelende kinderen. Een jongen en een meisje van ongeveer 6 jaar oud zitten op de stoeptegels te spelen met knikkers, ze zien er gelukkig uit. Zonder zorgen, nog zo onschuldig. Ik loop verder en kom aan bij de fontein midden op het dorpsplein. De fontein word ook wel 'De wensfontein' genoemd. De kinderen van het dorp gooien er muntjes in en doen dan een wens. Ik vind het een leuk bijgeloof, vroeger gooide ik er ook muntjes in. Ik wenste altijd de raarste dingen. Zoals een eigen snoepfabriek of dat ik een prinses kon worden. Dat kwam waarschijnlijk omdat ik veel boeken las, mijn ouders hebben de grootste en enigste bibliotheek van het dorp.

Ik word verstoord uit mijn dagdroom door een meisje die naast me komt staan. Ze heeft een muntje in haar hand en een paar tranen rollen over haar wangen. Het meisje ziet er nog niet zo oud uit. Ze zal rond de 8 jaar zijn. Ik hurk naast het meisje neer "wat is je wens Lieverd?" vraag ik voorzichtig aan haar. Het meisje kijkt met haar waterige blauwe ogen aan. "Ik wens mijn hondje terug-" zegt ze met een bibberige stem "hij is er niet meer, mama en papa zijn erg verdrietig." Ze knijpt haar ogen hard dicht en spreekt de wens uit, net voordat ze haar muntje in de fontein gooi hou ik haar tegen. "Weet je waar ik in geloof?-" zeg ik tegen haar. Het meisje schud met haar hoofd. "Ik geloof dat je hondje nu op een hele mooi plek is met heel veel vriendjes waar hij mee kan spelen. Dat hij vrolijk rondrent met al die andere hondjes, hij is vast gelukkig." Het meisje kijkt naar het muntje in haar hand en stopt het weg. "Dus hij komt niet meer terug?" vraagt ze met een verdrietige stem aan me. "Nee Lieverd" antwoord ik. Ik kijk naar het koffiebroodje in mijn jamd en geef het aan haar, haar ogen glinsteren als ze het broodje ziet. Ze pakt het broodje aan en een kleine glimlach vormt zich op haar lippen. "Dankje" fluistert ze en ze loopt weg.

Ik sta op en neem een slokje van mijn koffie. Ik pak mijn boek uit mijn tas en open het boek op de laatste bladzijde die ik heb gelezen. Met mijn boek in minn hand, loop ik het dorpsplein af. Uiteindelijk kom ik aan bij de bibliotheek. De dorpsbibliotheek is erg oud en je denkt dat het elk moment kan instorten. Ik stap de oude bibliotheek in en loop gelijk naar links, 1e trap op en daarna een klein, smal gangentje door. Terwijl ik de weg loop kijk ik absoluut niet op van mijn boek. Ik hoor vage 'Hallo's' en een paar 'Goede middagen' maar het enige wat ik terug doe is knikken. Al mijn aandacht is bij mijn boek. Nadat ik het gangentje ben doorgelopen kom ik uit bij een kamertje. Het kamertje is ongeveer net zo groot als een klaslokaal en er staan drie grote, stoffige, groene stoelen waarin je heerlijk kan lesen. Ik zet mijn koffje neer op het tafeltje naast de stoel. Ik plof neer op een stoel en verdiep me in mijn boek.

Geen 5 minuten later hoor ik iemand zijn keel schrapen, ik negeer het en blijf geconcentreerd naar mijn boek staren. Nog een meer hoor ik iemands keel schrapen, ik leg geïriteerd mijn boek neer. Ik kijk de jongen met bruine ogen aan en hij glimlacht naar me. "Hey" zegt hij, "hoi" zeg ik droog terug en ik pak mijn boek weer op. Ik begin weer te lezen, totdat mijn boek uit mijn handen word getrokken. "He!" schreeuw ik, ik kijk op en zie dat diezelfde jongen als net mijn boek vast heeft. "Geef terug" zeg ik met een bazige toon tegen hem. De jongen schud zijn hoofd. "Wat wil je van me?" Vraag ik. "Een gesprek" zegt de jongen, ik lach om zijn Britse accent. "Oke, vooruit dan" zeg ik en ik ga zitten, de jongen doet hetzelfde.

"Ik heb gehoord dat jij de leidinggevende bent in deze bibliotheek"zegt de jongen, ik knik. "Samen met mijn moeder. Mijn vader is de directeur" zeg ik. De jongen schraapt zijn keel: "Mag ik hier komen werken?" Vraagt hij en ik schiet in de lach. De jongen kijkt me verward aan terwijl ik lach. "Zo'n jongen als jij,hier werken?" Ik kijk van top tot teen naar hem. Zijn kleding ziet er stoer uit: wit strak shirtje met een leren jasje eroverheen en zwarte jeans eronder. Zijn zwarte haar zit perfect in model. Zijn bruine puppy ogen zien er mooi en onschuldig uit, ze zijn prachtig. "Ik ben niet zo iemand die je denkt dat ik ben" zegt hij en hij loopt naar me toe en komt naast me zitten op de leuning van de stoel. Ik kijk hem een beetje uitdagend aan "wat voor iemand ben je dan?" Zeg ik. "Oke-" hij schraapt zijn keel "Ik ben een lieve, zorgzame en gezellige jongen met een extreem leuk gezicht-" hij lacht en zijn perfecte glimlach komt tevoorschijn "Kapsones"kuch ik naar hem maar hij negeert de opmerking en vertelt verder. "Ik hou van boeken, ookal zou je dat niet van mij verwachten. En ja de rest moet je zelf maar ontdekken" zegt hij met een grijns. "Komt goed" zeg ik lachend. "Dus? Ik mag hier werken?"
"Hmm..-" zeg ik terwijl ik opsta "Neh"
De jongen grijnst naar me "dan krijg je ook je boek niet terug" zegt hij en hij staat ook op. Terwijl hij opstaat kijkt hij geïntresseerd naar mijn boek. "Jules Verne?-" zegt hij "wat is je favoriete boek van hem?"
"Het geheimzinnige eiland, ken je dat boek?" Vraag ik. "Natuurlijk, het Lincoln eiland. Intressante keuze." Zegt hij. "Dat had ik niet verwacht" geef ik toe. "Ik heb wel boekenkennis hoor" zegt hij glimlachend, ik sta op. "Ik heb een idee-" zeg ik "als je echt boekenkennis hebt, dan mag je hier werken." Hij kijkt me geïntresseerd aan.
"Deal"

Kaya (1D)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu