7.2 Haren en raven

11 4 2
                                    

'Rea heeft vaak wel de beste plannen, dus ik vertrouw er volledig op dat ze correct zit,' zei ik, maar ik kreeg een vragende zijwaartse blik van mijn broer die me vreemd genoeg aan Yee liet denken.

'Maar ben jij niet degene die dit langer doet?' had hen meermaals treiteren gezegd. 'Ben jij niet degene die dit beter moet weten? Degene die het plan bedenkt?'

Ik had hen gezegd dat ik Rea vertrouwde en ik had verzwegen dat ik mijn eigen plannen nooit vertrouwden. Een onzekerheid waarvan ik vrij zeker was dat ik die had opgelopen door Killian als mijn begeleider te hebben. Ik wilde dat Rea zich zo nooit hoefde te voelen en ik was maar al te bereid om voor haar de zondebok te spelen. Als het plan mis ging was het mijn plan, ook al was zij in eerste instantie met het idee gekomen.

'Maar ik neem aan dat met een zegel we niet het vuilnis in hoeven te duiken?' vroeg Yerras.

'Behalve als de zegel zegt dat daar iets zit,' zei ik en ik waagde een blik naar Rea.

'Niks in dit vuilnis,' zei ze. 'Maar wie weet hebben we verderop wat meer geluk.' We liepen door en we vonden een dicht hek. Ik haalde mijn sleutel tevoorschijn en ik opende de blokkade zonder problemen. 

Het was duidelijk een plek waar allemaal voedselwaar geleverd werd en ik vond het ook niet vreemd dat we veel overblijfselen van verzopen kartonnen dozen vonden. Weer gaf de zegel maar weinig indicatie aan van dat er ergens organisch materiaal was dat in eerste instantie niet voor eten bedoeld was.

'Ik denk dat we een andere zijstraat in mogen gaan,' zei ik. 'Ik denk niet dat we hier ons lichaam gaan vinden, als dat er überhaupt is.'

'Er was nog een straat wat gebouwen verder,' zei Rea. 'Maar hoe waarschijnlijk is het dat ze daar geëindigd is? Het is logischer als het wat meer verborgen is.'

'Maar we weten nog steeds niet of ze dood is of ontvoerd. Enkel dat ze niet meer gezien is,' zei ik. 'Dus we moeten alles langs langs, hoe onwaarschijnlijk het ook klinkt.'

'Je hebt gelijk,' zei Rea met een zucht. 'Ik blijf het enkel gek vinden dat ze zo slecht naar haar op zoek zijn geweest. Hebben we nergens een oproep langs zien komen van de politie met onderzoek naar haar?'

'Niet dat in de opdrachtbeschrijving stond. Waarschijnlijk was het niet hun prioriteit.'

'Zal wel te maken hebben met dat ze niet de enige is die de afgelopen tijd verdwenen is. Veel daarvan kwamen na een week weer boven water. Of beter gezegd, na een week waren de demonen klaar met ze en was de zegel gepland.'

'Dus laten we naar de volgende straat gaan,' zei ik met een glimlach die zij spiegelde. Gelukkig lag de volgende straat niet vol met troep en was deze ook niet een die aan het einde doodliep met een één of ander hek. Als we hier een aanwijzing zouden vinden zou dat misschien kunnen betekenen dat er meer sporen naar een mogelijke richting van Thalia zouden kunnen wijzen.

'En?' vroeg ik Rea die een frons op haar gezicht had.

'Er is wel iets,' zei ze. 'Maar niet meer dan een haar.'

'Het is een begin,' zei ik en ik merkte dat Yerras al verder de straat in was gelopen. In een paar snelle passen liep ik naar hem toe zodat ik hem niet uit het zicht zou verliezen. Iets wat me maar al te vaak gebeurde.

'Iets gespot?' vroeg ik hem en ik zag dat hij neergeknield was bij een hoopje zwarte veren. Ik fronste en ik keek toe hoe hij voorzichtig het hoopje aanraakte. Een kopje van een zwarte vogel ging omhoog en keek Yerras bang aan.

'Wat doe jij hier nou weer,' zei Yerras met een teder zachte stem. 'Een kat die je te pakken heeft gehad?' Mijn hart leek vreemd samen te trekken bij een oude herinnering die naar boven kwam. Ik herinnerde me sneeuw, plezier, gelach en een raaf die gewond was. De vogel deinsde wat naar achteren, maar diens wonden maakten het moeilijk.

Leerling van de zielWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu