28.1 Klusjesman

5 2 0
                                    

Killian

Aan alles kwam een einde, maar aan het oppassen op Nick duidelijk niet. Waar het algemeen bekend was dat onze meester het einde van zijn eeuwen aan het naderen was, bleef ik zelfs met zijn verdwijning en hoogstwaarschijnlijke dood met Nick opgescheept. Het was niet honderd procent een probleem, maar ik vertrouwende zijn broer voor geen meter. Ik kon niet wachten hem gevangen te zien zitten. 

Dat mormel had zich hier veel te comfortabel gemaakt en als hij geen les geleerd kreeg, zou dat enkel door zetten. Hoe had Nick nog steeds niet door dat geen ziel hebben alles behalve een goed teken was? Dat een tussenwereld dimensie naar zijn handen kunnen vormen alarmbellen zouden moeten laten rinkelen? 

Ik was al langer bekend met zijn goedgelovigheid, maar dit was wel echt een toppunt. Daarnaast vond ik zijn broer niet te harden. Hij had altijd een egoïstische zelfverzekerde glimlach waarmee hij op zijn lippen speelde. Hij leek ermee te willen zeggen dat hij alle antwoorden had en alles beter leek te weten. 

Het liet mijn bloed koken door zijn zelfingenomenheid. Hoe dacht hij zich zo te gedragen tussen mensen die al jaren ervaring hadden met de dood? Hij had niks te zeggen en alles wat hij zei was grotendeels een leugen. Zijn woorden waren te zoet om de waarheid te kunnen zijn. Mijn ogen brandden momenteel op zijn rug, ik was niet van plan te knipperen en hem opeens uit het oog te verliezen. Het zou me niet nog een keer gebeuren dat hij uit het niks voor mijn neus zou staan.

'Ik weet niet helemaal wat anders te doen,' zei Nick toen we bij de laagste verdieping in de kerkers geëindigd waren. 'Iedereen is nu gewoon van slag en... Ik kan Aleron niet tegenspreken-'

'Wat hij zegt is: ga de cel in,' kwam ik er tussen voor Nick nog meer woorden ging verspillen aan een niet verdiend excuus. Yerras glimlachte.

'Als dat het makkelijker maakt,' zei hij en hij keek een seconde naar het houten traliewerk van de cel voor hij naar binnen stapte. Het was een redelijk grote cel, maar vroeger had hier meer dan één persoon gezeten. 

Het was in een van mijn eerste eeuwen dat ik hiermee naar toe was genomen door Aleron. Er leefde een cultgroep die steeds meer corrupte zielen bij elkaar wisten te halen door hun eigen zeilen keer op keer proberen te verkopen. Destijds waren de demonen veel actiever, creatiever en veel jagender dan nu. Er waren nu te veel zielen en te weinig redenen om op zoek te gaan naar meer.

'Ik ga je niet weg laten rotten,' zei Nick en het lukte me niet mezelf tegen te houden met mijn ogen te rollen. 'Ik ga met Aleron praten en hopelijk is hij dan wat gekalmeerd.'

'De cel is comfortabel genoeg om het een paar dagen uit te houden,' zei Yerras met weer die zelfingenomen grijns op zijn gezicht. Hij had een plan, hij had zo duidelijk een plan.

'En het heeft zo te zien genoeg ruimte voor je ego,' zei ik en ik keek hem met scherpe ogen aan. Ik kreeg een uitdagende blik terug.

'Maar goed dat jij hier niet gevangen in hoeft te zitten, anders had het niet gepast.'

'Oké,' zei Nick, 'Killian is misschien een idee om de zegels vast te leggen?' Hij wierp een hopeloze blik mijn kant op, maar dat liet mij niet mijn verachting op zijn broer verminderen.

'Ik zal er genoeg vastleggen om hem hier voor altijd geketend te houden,' zei ik en ik voelde hoe een glimlach om mijn gezicht verscheen. Het vooruitzicht naar Yerras niet meer te kunnen laten bewegen was een iets te goeie. 

Oh, ik kon niet wachten het vermaak uit zijn ogen te zien verdwijnen. Mijn vingers tintelden onder het maken van de zegels, maar toen ze allemaal geactiveerd en wel op hun plek zaten voelde ik me nog steeds niet op mijn gemak. 

Was het de verontschuldigende blik van Nick naar zijn broer toe? Of was het hoe Yerras het allemaal wel prima leek te vinden? Hoe leek niks hem te doen? Hoe had hij niet door in welke situatie hij zat? Hij had hier niet meer de overhand, waarom gedroeg hij zich nog steeds zoals hij in die zijdimensie deed? Het was frustrerend en het liet me bijna maniakaal lachen, maar ik hield me in waardoor er enkel een glimlach op mijn lippen was toen ik me omdraaide om weg te lopen.

Leerling van de zielWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu