Ik pakte mijn fiets uit het fietsenrek en maakte aanstalten naar huis. Ik fietste hard. De wind voelde heerlijk door mijn haren. Ik dacht na over vanmiddag. Zou Noah het echt gemeend hebben? Ik zette mijn fiets op slot voor de deur en ging naar binnen. 'Hey schat, was het leuk op school?' vroeg mijn moeder vriendelijk. 'jaja was goed.' antwoorde ik terwijl ik naar boven liep. Ik plofte neer op mijn bed. Dacht Noah nou serieus dat ik mensen ging vermoorden? Dacht het dus even niet. Hij durfde mij echt niet te vermoorden ofzo. Maar waarom had hij dan een revolver? Ik wist het even niet meer..
De bel ging en ik was op weg naar het wiskundelokaal. De hele dag probeerde ik Noah al te vermijden. Ik zocht het niet hem nu tegen te komen. 'Zoë!' Shit dacht ik bij mezelf. Noah stond achter me. 'Dat spel van gisteren, dat meende ik echt hoor.' zei hij serieus. Hij grabbelde in zijn rugzak en haalde er een doosje uit. Ik wist niet wat erin zat en volgens mij wilde ik het ook niet weten. Voorzichtig opende hij het doosje. Er zaten wat watjes in en op de watjes lag een tand. Hij grijnsde naar me. Op dat moment raakte ik helemaal in paniek. Ik wist niet meer wat ik moest doen. 'dit is nog maar het begin.' zei Noah. En daarna liep hij onopvallend weg. Ik bleef achter. In mijn eentje. Ik rende naar de wc en sloot mezelf op in een wc hokje. Wat nu? Noah was echt aan het moorden geslagen. Ik moest huilen. Ik kon me nog maar net inhouden of ik zou gaan schreeuwen. Ik durfde dit niet aan iemand te vertellen. Nu wist ik dat Noah het geen moeite zou vinden mij een kogel door mijn hoofd te schieten. De bel ging weer. Fijn, ook nog te laat voor de les. Ik liep naar de receptie. 'Uhm ik wil me graag ziekmelden.' zei ik terwijl ik de tranen uit mijn ogen wreef. 'Lukt het om zelf naar huis te gaan?' Vroeg de vrouw achter de receptie. 'Ja.' zei ik waarna ik meteen wegliep. Ik fietste snel naar huis. Gelukkig was mijn moeder niet thuis. Ik wist mezelf even geen raad meer. Ik ging naar binnen en liep meteen naar de keuken. Ik pakte een zak chips en ging op de bank zitten. Eten loste altijd alles op. Ik wilde de tv aanzetten maar toen ging de bel. Laat dat alsjeblieft niet Noah zijn. Voorzichtig opende ik de deur. Gelukkig het was Tim een jongen die lang geleden bij mij op de basisschool had gezeten. Hij bezorgde nu pakketjes als zijn bijbaantje. 'Hey hadden jullie een pakketje besteld?' vroeg hij. Tim was altijd vrolijk. 'Uhm niet dat ik weet maar mijn moeder zou iets besteld kunnen hebben.' Ineens had ik het. Misschien was dit wel mijn kans. Als ik wilde blijven leven zou ik mee moeten doen. Maar ik wilde Tim helemaal geen pijn doen. Hij was altijd zo vriendelijk! 'Uhm Tim kan je me misschien ergens mee helpen?' vroeg ik onzeker. 'Natuurlijk waarmee?' 'Nou kijk ik had honger en wilde een blik soep pakken maar die stonden alleen nog in de kelder. Maar bij de soep zit een mega dikke spin. Nou durf ik de soep niet te pakken snap je?' Ik probeerde zo onschuldig mogelijk te klinken. 'Haha Tim zal hem eens even voor je weghalen.' antwoordde hij lachend terwijl hij naar binnen stapte. Ik deed de deur achter hem dicht. Hij liep vast de kelder in. Mijn hart klopte ontzettend hard in mijn borstkas. Ik pakte een scherp mes uit de la. 'Ik zie geen spin hoor!' hoorde ik Tim vanuit de kelder roepen. Ik liep naar beneden met het mes achter mijn rug. 'Uhm kijk!' Ik wees achter hem. Hij draaide zich om en ik pakte een oude bloempot die ik met alle kracht die ik had op zijn hoofd stuk sloeg. Hij zakte in elkaar als een pop. Daar lag hij dan op de grond. Tim. Bewusteloos. Door mij. Ik rende naar boven en pakte een stoel en een stuk touw. Ik bond hem vast waarna ik een stuk appel in zijn mond propte. Ik begon te huilen, heel hard. Ik pakte het mes en stak het door zijn borstkas. Ik zakte in elkaar op de grond. Wat had ik gedaan? Ik had iemand vermoord! Dit zou ik voor de rest van mijn leven op mijn geweten hebben. Ik pakte zijn hand vast en gaf er een kus op. 'het spijt me zo.' fluisterde ik. Vol afschuw haalde ik een van zijn vingers eraf. Daarna pakte ik een grote vuilniszak en propte Tim erin. Ik liep naar de garage en haalde de skelter van mijn broertje. Er zat een grote aanhanger aan waar de vuilniszak precies in paste. Ik fietste naar het Offenes meer. Dat was een groot diep meer bij mijn huis in de buurt. Ik stopte bij de rand en sleepte de vuilniszak in het meer. Hij zonk heel diep. Het enige wat ik nog zag waren een paar luchtbelletjes. Huilend zakte ik neer op het gras. 'Is alles goed?' een meneer had me horen huilen en was komen kijken. 'Ja, ik heb alleen liefdesverdriet.' loog ik.
Langzaam fietste ik weer naar huis. Ik liep naar de kelder maakte alles schoon en stopte de vinger in een zakje. Ik voelde me verschrikkelijk. Echt verschrikkelijk.
JE LEEST
Wanna play a game? (horror verhaal)
Horror- hoogste plaats : #43 in horror - Noah, de jongen die voor gek verklaard wordt door de hele school, vraagt Zoë een spel met hem te spelen. Wie de meeste mensen vermoord in 1 maand. Natuurlijk stemt Zoë niet in. Maar als ze niet meedoet aan het spe...