Noah

90 4 0
                                    

Zwart. De duisternis. Ik kon niks anders meer zien als de duisternis. Wie was ik eigenlijk? Had ik een naam? En waarom deed mijn hoofd zo'n pijn? Terwijl ik met mijn hand aan mijn hoofd wilde voelen wat er aan de hand was, realiseerde ik me dat dat niet ging. Huh, was ik vastgebonden? Wat was er eigenlijk gebeurd? Zoveel vragen. Met moeite probeerde ik mijn ogen te openen. Toen ik mijn ogen open deed schoot er een gevoel door me heen. Een gevoel van angst en woede tegelijk. Noah. Noah stond voor mijn neus. 'Sorry prinses, maar ik kon je echt niet naar de politie laten gaan. We hadden een afspraak weet je nog?' Ik begon te schreeuwen. Zo hard als ik kon. 'Help me! Help me dan toch! Is er iemand?' Gilde ik zo hard als ik kon. 'Stop maar. Dit heeft geen zin. Niemand kan je horen. Je hebt geen idee waar je bent.' Mijn ademhaling ging steeds sneller. Shit. Niet nu he. Een paniekaanval. De laatste keer dat ik die had was ik 11. Noah keek geschokt. 'Zoë wat doe je? Stop ermee!  Het is niet grappig, ik trap er niet in hoor!' Maar ik hoorde hem bijna niet meer. Ik kreeg zo weinig lucht. 'Rustig blijven Zoë.' Zei ik tegen mezelf. Mijn ademhaling ging wat langzamer. Noah was ondertussen weggegaan. Hij was er blijkbaar erg van geschrokken. De ruimte waarin in zat was zo donker dat ik niks zag. Ik kon zelfs geen deur vinden. Ik moest iets verzinnen om hier weg te komen. 'Noah?' Riep ik voorzichtig. Ik hoorde ergens een deur openen en een kleine straal licht viel de donkere ruimte binnen. 'Wat was dat net?' Vroeg hij geïriteerd. 'Sorry, vanaf nu ga ik weer serieus meedoen met het spel.' Noah keek me doordringerig aan. Alsof hij me niet geloofde. 'Goed dan, maar als je nog een keer probeert om naar de politie te stappen, knal ik je kop overhoop.' Zei hij heel serieus. 'Nee! Dat zal ik niet doen! Dat beloof ik.' Hij pakte een zakmes uit zijn zak en sneed de touwen door. Au. Allemaal rode striemen op mijn handen dacht ik terwijl ik er over wreef. 'Ja sorry voor dat.' Zei Noah blozend. 'Ik moet je wel even blinddoeken. Want je hoeft niet te weten waar we zijn.' Zei hij terwijl hij me een blinddoek omdeed. Hij leidde me naar buiten tot ik de frisse buitenlucht weer kon inademen. Gelukkig. Dacht ik bij mezelf. We stonden in een bos waar mijn fiets op de grond lag. 'Tot morgen op school' grijnsde Noah terwijl  hij wegliep.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jan 25, 2017 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Wanna play a game? (horror verhaal)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu