Wiskunde is heel anders dan de meeste vreemde talen. 't Komt neer op sommen maken en die eindeloos herhalen. En als je dan de basis weet en heel veel oefenen gaat, dan snap jij ook je wiskunde, na een tijdje, vroeg of laat. Van X en Y, Pythagoras en kwadratische vergelijking. Een beetje wiskundekennis is een aardige verrijking. Elke som is geen probleem meer. Je neemt haast elke hobbel. De mensen zeggen dan van jou: "Die heeft een wiskundeknobbel!"